Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting inleiding tot het recht (GESLAAGD) €9,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting inleiding tot het recht (GESLAAGD)

 64 vues  2 fois vendu

Samenvatting van de hoorcolleges gegeven door prof. De Rey en prof. Devolder. Aanvullingen van powerpoint + boek met eigen notities, oefeningen en voorbeelden. Inclusief alle wetsartikels die van toepassing zijn.

Aperçu 4 sur 113  pages

  • 19 décembre 2023
  • 113
  • 2023/2024
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (60)
avatar-seller
criminologiestudente
1




INLEIDING TOT HET RECHT NOTITIES 2023
LES 1: WAT IS RECHT – OBJECTIEF EN SUBJECTIEF RECHT

ONDERSCHEID OBJECTIEF EN SUBJECTIEF RECHT


DEFINITIE: WAT IS RECHT?

 Juristen hanteren twee definities, afhankelijk van de objectieve en subjectieve invulling
o Objectieve invulling: recht als maatschappelijk fenomeen (the law): geheel van algemene (on)geschreven
regels voor uiterlijke gedragingen (niet gedachten) van in maatschappelijk verband levende mensen (niet
dieren) waarvan respect kan worden afgedwongen door de overheid
o Subjectieve invulling: recht bekeken vanuit het individu (a right): aanspraak die een persoon aan rechtsnorm
ontleent
 Dus: subjectieve rechten zijn een toepassing van het objectieve recht (bv. art. 3.50 BW)

Examenvraag: mag u een testament opmaken voor uw overleden hond? Dit mag niet, want het is een dier en geen mens want
de hond is geen rechtssubject maar een object.

We hebben een objectieve rechtsregel wat uw eigendom is, als iemand een inbreuk daarop pleegt dan is er een subjectieve
inspraak om dit af te dwingen. De professor mag niet de laptop van een student meenemen, hij moet het eigendomsrecht
respecteren.


BAND TUSSEN OBJECTIEF EN SUBJECTIEF RECHT

 Twee zijden van dezelfde medaille
o Objectief recht
 Gebodsbepaling  plicht van A om iets te doen (bv. schade vergoeden)
 Verbodsbepaling  plicht van A om iets niet te doen (bv. oneerlijke concurrentie)
o Subjectief recht
 Plicht van A om iets (niet) te doen = recht van B om gedraging van A te eisen
 Belang van het onderscheid
o Objectief contentieux (administratieve rechtscolleges)
o Subjectief contentieux (gewone rechtbanken), maar inmiddels Raad van State


VERDUIDELIJKEND TOEPASSINGSGEVAL: ONRECHTMATIGE DAAD

Artikelen 1382-1383 oud BW  pas je alleen toe in buitencontractuele context!!! Er zijn nog andere aansprakelijkheidsregels!

 Iedere daad van een mens (in een andere dan contractuele context) die aan een ander schade veroorzaakt is verplicht
tot schadeloosstelling

Dus

 Voorwaarden waaronder iemand recht heeft op schadevergoeding = objectief recht
 Aanspraak op schadevergoeding van slachtoffer = subjectief recht

Het objectieve recht bepaalt wat men moet doen of niet moet doen, maar de aanspraak die ik er aan ontleen (als u fouten
maakt dan moet u deze vergoeden) is dat je de schade moet vergoeden en dat is het subjectieve recht.

,2



Opdat een slachtoffer recht zou hebben op schade (subjectief recht) moeten er drie voorwaarden vervuld zijn (objectief recht):

1. Fout:
 Objectieve component
o Schending wettelijke of reglementaire norm (= resultaatsverbintenis) (voorbeeld 1 en 2)
o Schending algemene zorgvuldigheidsnorm (= inspanningsverbintenis) (voorbeeld 3)
 Subjectieve component
o Schuldbekwaam
o Toerekenbaarheid: geen vreemde oorzaak
2. Schade: de aantasting van een juridisch beschermd belang (voorbeeld 4)
3. Oorzakelijk verband: equivalentieleer (voorbeeld 5 en 6)

Voorbeeld 1: ik heb te snel gereden en heb een oude dame omgereden. Zij heeft nu schade, want zij heeft geen arm meer. Er is
een oorzakelijk verband tussen ik die haar heb aangereden en zij die schade heeft. Te snel rijden wordt verboden in het KB
omtrent verkeer.

Voorbeeld 2: ik steel de laptop van een medestudent, dit mag niet want het is haar eigendom en ik maak me schuldig aan
diefstal. Diefstal wordt verboden in de strafwetboek. Elk misdrijf dat u begaat, elke schending van een strafrechtelijke bepaling
(bv. moord, diefstal, afpersing) is een fout in de zin van art. 1382 want daarmee misken ik een rechtsregel. Niet elke fout is de
miskenning van een strafrechtelijke bepaling, maar wel andersom.

Voorbeeld 3: op de parking van de Carrefour ligt enorm veel sneeuw, je kan er moeilijk geraken. Er is geen regel die zegt dat je
de parking sneeuwvrij moet houden, maar men verwacht ergens wel dat er zout wordt gestrooid zodat de sneeuw weg gaat.
Men gaat na of de uitbater normaal, zorgvuldig en vooruitziend gehandeld heeft zoals ieder ander persoon. We gaan vergelijken
met andere winkels en kijken of zij ook in dezelfde omstandigheden zout gestrooid hebben. Hebben ze gehandeld zoals een
pater familias? Als de Carrefour hiervan afwijkt dan spreken we van een fout.

Voorbeeld 4: een koppel is in verwachting van een kindje maar volgens de gynaecoloog heeft het kindje ernstige aandoeningen
waardoor het op fysiek vlak een zwaar leven gaat hebben. Wanneer het koppel vraagt om een abortus, zegt de gynaecoloog dat
het te laat is en dit anderhalve maand geleden gebeurd moest worden. De gynaecoloog antwoordt dat ze op vakantie was en de
brief met bloeduitslagen 6 weken lang op haar bureau gelegen heeft. Kan de gynaecoloog aansprakelijk gesteld worden? Ja want
de gynaecoloog heeft niet gehandeld volgens een normale, zorgvuldige en vooruitziende omstandigheid dus er is een fout. Er is
ook schade want het koppel gaat het kind moeten opvoeden met alle beperkingen en kosten die daarbij horen (bv. je huis
rolstoeltoegankelijk maken). Het kind wordt 18 jaar en stelt de gynaecoloog aansprakelijk omdat hij de ouders te laat over de
beperkingen had ingelicht en had het kind niet bestaan omdat ze een abortus wouden. Het Hof van Cassatie heeft uitspraak
gedaan en heeft gezegd dat er geen schade is. Schade is het verschil tussen 2 toestanden: de toestand waarin je je bevonden zou
hebben zonder de fout en de toestand waarin je je bevindt na de fout. De schade van de ouders bestaat, want als deze
gynaecoloog niet de fout begaan had dan was er een abortus gepleegd en hadden ze geen bijkomende kosten gemaakt. Dit is de
wrongful birthclaim. Het kind bevindt zich in een wrongful life, er is geen schade want hiermee ontkent het kind zijn eigen
bestaan volgens het Hof van Cassatie. Het leven is volgens Hof van Cassatie meer waard dan niet te leven, dus de vordering van
wrongful life van het kind is afgewezen, maar de vordering van wrongful birth is wel toegewezen.

Voorbeeld 5: Emma knalt tegen iemand aan met haar auto terwijl ze haar voorlopig rijbewijs heeft. De aangereden persoon
wordt naar het ziekenhuis gebracht omdat die verwondingen heeft en ze geven voor de zekerheid extra bloed bij. In het bloed
dat het slachtoffer krijgt toegediend zit het HIV-virus. Is Emma dan aansprakelijk voor het feit dat het slachtoffer HIV heeft? Is er
een oorzakelijk verband tussen haar fout en de opgelopen schade? Ja, zij is aansprakelijk. De equivalentieleer stelt dat elke fout
en elke oorzaak equivalent is aan de ander. We kijken naar de schade die zich is voorgedaan en gaan dit vergelijken met de
hypothetische toestand waarin we de fout van Emma wegdenken. Als zij het slachtoffer niet had aangereden, had hij nooit
besmet bloed bijgekregen en het HIV-virus gehad.

Voorbeeld 6: pantoffel-eierschedelarrest. De man gooit zijn pantoffel naar het hoofd van zijn vrouw en ze overlijdt ter plekke.
Haar schedel was namelijk niet volgroeid en die pantoffel komt precies op die plaats van haar schedel terecht waardoor ze sterft.
Is er een oorzakelijk verband tussen de fout (de man die met de pantoffel gooit) en de schade (de vrouw die overlijdt)? Is de fout

,3

een noodzakelijke voorwaarde om de schade te laten voorvallen zoals ze zich heeft voorgedaan, is het antwoord ja dan is er een
oorzakelijk verband. Dit was het geval dus de man is aansprakelijk voor de dood van zijn vrouw.

Art. 6.6 BW: eenieder is aansprakelijk voor de schade die hij door zijn fout aan een ander veroorzaakt
Toekomstige bepalingen in Boek 6 BW?

 Art. 6.7 BW: fout
 Art. 6.19 BW: noodzakelijke voorwaarde
 Art. 6.25 BW: schade

LES 2: WAT IS RECHT – OBJECTIEF EN SUBJECTIEF RECHT

KLASSIEKE DEFINITIE VAN HET OBJECTIEVE RECHT

Het geheel van imperatieve door de overheid afdwingbare regels, voor de uiterlijke gedragingen van de rechtssubjecten.

§ 1. Imperatief karakter

 Principe: rechtsregels gebieden of verbieden een bepaald gedrag
o Vb. art. 203 oud BW: ouders moeten voor je zorgen
o Vb. art. 422bis Sw: schuldig verzuim
 Permissieve regel houdt ook verbod in
o Vb. art. 3.50 BW: de eigenaar heeft het recht om van zijn eigen goederen genot te hebben, alle andere
rechtssubjecten moeten dit ook erkennen en het is verboden om over deze grenzen te gaan
o Rechtsregels zijn nooit declaratief: cfr. art. 159 Gw: verbod voor rechters om lagere rechtsregels niet toe te
passen als deze in strijd zijn met hogere rechtsregels
 Regels die helpen andere rechtsregels te formuleren
o Bv. definities weergegeven in artikels, zoals boek I WER; art. 394 Sw: misdrijven worden beschreven in artikel
 Verschillende graden in verbindend karakter
o Resultaats-/inspannings-/garantieverbintenis
o Gebonden en discretionaire bevoegdheid
 Inspannings- resultaats-, en garantieverbintenis (artikel 5.72 BW)
o Inspanningsverbintenis/middelenverbintenis
 Alle zorg verstrekken om bepaald resultaat te bereiken, je moet je best hiervoor doen
 Voorzichtig en redelijk persoon in dezelfde omstandigheden moet ook op deze manier handelen
 Bewijs van de fout rust op schuldeiser, hij moet aantonen dat de schuldenaar zich niet goed gedragen
heeft
o Resultaatsverbintenis
 Verplicht om een bepaald resultaat te bereiken (bv. binnen een bepaalde termijn)
 Fout vermoed, jij als schuldenaar moet dit vermoeden gaan weerleggen tenzij bij overmacht
o Garantieverbintenis
 Hetzelfde als een resultaatsverbintenis waarbij overmacht uitgesloten is, overmacht is een externe
omstandigheid die buiten uw wil gebeurt waardoor de uitvoering van uw verbintenis onmogelijk is
maar bij deze verbintenis garandeert u dat u deze verbintenis toch gaat aangaan ondanks overmacht
o Indiciën: aleatoir karakter en betrokkenheid schuldeiser
 Gebonden en discretionaire bevoegdheid
o Principe: overheid gebonden door de wet
→ Nog ruimte voor beoordelingsvrijheid/beleidsvrijheid?
 Nee: gebonden bevoegdheid
Ë Wet bepaalt vorm en inhoud van beslissing
Ë Geen beleidsvrijheid
Ë Burgers hebben wel subjectief recht
 Ja: discretionaire bevoegdheid

, 4

Ë Overheid kiest maatregelen die haar meest gepast lijken
Ë Beleidsvrijheid
Ë Burgers hebben geen subjectief recht
Ë Toch marginale toetsing redelijkheid

§2. Regelt uitsluitend menselijk en uitwendig gedrag (dus geen gedachten!)

§3. Algemeen en onpersoonlijk

 Specifiek voor (rechts)regel?
 Waarom moet een rechtsregel algemeen zijn? We willen vermijden dat overheden willekeurig beleid gaan voeren
 Is dit een afdoende bescherming? Nee, het is nog steeds mogelijk om een regel zo specifiek mogelijk te maken
waardoor het toch willekeurig wordt
 Principe van art. 10 en 11 Gw: gelijkheidsbeginsel en non-discriminatiebeginsel geven aan dat de wetgever iedereen
gelijk moet behandelen

§4. (On)bepaalde werkingssfeer: wordt door wet bepaald

§5. Afdwingbaar door overheid

 Principe: overheid dwingt naleving juridische regels af: zie volgende les
 Is een juridische verplichting steeds afdwingbaar?
o Gentlemen’s agreement
 Contract waarvan juridische afdwingbaarheid uitgesloten is door partijen
 Vb.in politieke wereld en bedrijfswereld
o Onafdwingbare verbintenis
 Juridische verplichting waarbij geen juridische afdwingbaarheid voorzien is
 Vb. kwijting na faillissement, het recht staat toe dat de uitbetaling niet juridisch afdwingbaar meer is
o Sociale afspraken: geen wil om juridische gevolgen teweeg te brengen (bv. niet meer naar feestje gaan)
o Internationaal publiekrecht (soft law): niet zo afdwingbaar zoals bv. het nationale recht
 Bv. geen politiemacht, wel Internationaal Gerechtshof; enkel aanvaarde jurisdictie
o Natuurlijke verbintenis
 Dwingende morele plicht erkend door het recht (art. 5.2 BW)
 Verbintenis waarvan uitvoering niet kan worden afgedwongen: geen sanctie bij niet-nakoming
 Maar eens vrijwillig en bewust uitgevoerd:
Ë Geen onverschuldigde betaling (art. 5.195 BW)
 Feitelijke samenwoners die bijdragen in de lasten van de samenleving
 Betaling van een verjaarde schuld
Ë Uitzonderlijk toekomstige verplichting om te blijven uitvoeren
 Biologische vader die kind niet erkend heeft, maar er wel de facto voor zorgt
 Indien natuurlijke verbintenis erkennen, dan wel volwaardige verbintenis
o Niet-naleving door de overheid – rechtstaat
 De overheid (als entiteit) aansprakelijk zoals burgers
Ë Voor fouten gepleegd door uitvoerende macht
Ë Voor fouten gepleegd door rechterlijke macht
→ vgl. niet de rechter zelf (gevaar voor onafhankelijkheid)
Ë (In beperkte mate) voor fouten van wetgevende macht
→ voor schending van hogere normen (Gw. of Europees recht)
 Gedwongen tenuitvoerlegging op overheidsgoederen
Ë Art. 1412bis Ger.W.
 Overheid moet lijst maken van voor beslag vatbare goederen
 Zo niet zijn de goederen die niet onontbeerlijk zijn vatbaar voor beslag
Ë Ook dwangsom t.o.v. overheid

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur criminologiestudente. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€9,99  2x  vendu
  • (0)
  Ajouter