Complexe contexten
1. Systemisch werken: deel 1
1.1. Verschillende perspectieven op gedrag
Overzicht vd verschillende psychologische stromingen:
Psychodynamische stroming
Behavioristisch perspectief
Cognitief perspectief
Humanistisch perspectief
Biologisch perspectief
Positieve psychologie
Oplossingsgericht werken
Systeembenadering
Gedrag als logische rea op wat zich afspeelt in het systeem als geheel
→ Een andere manier v kijken naar werkelijkheid
→ Elk gedrag heeft een beteknis en functie
→ Geheel v verklaringen en betekenissen
1.2. Inleiding systeemgericht werken
1.2.0. Een individu
Komt in bepaalde situatie terecht, vertoont bepaald gedrag, stel bepaalde
handeling, heeft gedachten, heeft bepaalde cognitieve vaardigheden/kennis,
voelt dingen/emotionele vaardigheden, heeft bepaalde gevolgen bij gedrag,
heeft sociale vaardigheden, brengt zich in beweging, heeft motivatie om iets
te doen
Individu staat nooit alleen: → heeft eigen systeem + verbonden met andere
systemen
→ ecologische model van Bronfenbrenner: Micro, meso, exo, macro, chrono
1.2.A. Een systeem
Het werkveld vd psychologisch consulent:
- Een organisatie: arbeid en organisatiesector, klinisch werkveld, school…
- Een team: groot, klein, hecht…
- Clienten: individueel, gezinnen, koppels,…
Zeer diverse systemen binnen diverse contexten
1
, 1.2.B. Diverse systemen
Belang van context: voor jezelf, voor de andere, voor de situatie
Een andere manier v kijken naar werkelijkheid: wereld is een samenhangend
en betekenisvol geheel, gedrag w gezien als logische rea op de gebeurtenis,
alle verklaringen en betekenissen zijn waardevol en belangrijk
1.3. Systeemgericht werken
1.3.0. Inleiding: gedrag zonder context
1.3.A. Systeemgericht werken
- Oorsprong vd systeemgerichte benadering
Griekse natuurfilosofen en oude Egyptenaren: existentiele vragen
Enkele belangrijke principes:
Er is altijd sprake v beweging
Systemen zijn georganiseerd en ontwikkelen doelgericht
In dat samenspel ontstaan er nieuwe dingen
17e E: wetenschappelijke revolutie: causale relaties
18e E: fenomenologische benadering: ervaren, het open waarnemen
19e E: de menselijke waarneming/gestaltbenadering: betekenis ontstaat
binnen een bepaalde context
1939: Ludwig Bertalanffy: de algemene systeemtheorie:
- Algemene systeemtheorie
Wat is een systeem= samenhangend geheel dat op zijn eigen manier
beweeglijk en geordend is, verzameling elementen die onderling met
elkaar samenhangen
2
, Vb: de aarde, computersystemene, onderwijssystemen…
Systeemgericht werken= het grotere geheel begrijpen en erkennen dat
veranderingen in 1 deel vh systeem invloed kunnen hebben op andere
delen
Algemene systeemtheorie en
perspectieven:
Een hollistische visie op de
werkelijkheid
Een manier van kijken
- Een aantal sleutelbegrippen en kernconcepten
Algemene kenmerken v systemen:
Samenhang en totaliteit: homeostase
Vb: individueel niveau, groepsniveau, sociale systemen…
Onmogelijk om systeem volledig te doorgronden
Ordening en hierarchie
Subsystemen, supra systemen
Dynamiek
Systeemtheoretische uitgangspunten:
Wederzijdse beinvloeding
Complexiteit → circulariteit: equefinaliteit,
multicausaliteit, multifinaliteit
Intentie VS effect
Meerstemmigheid
Contextualiseren
Inclusiviteit
Dialoog
Verschillende lenzen: sociologische lens,
perspectieven v buitenstaanders, perspectieven en ervaringen vd
betrokkenen zelf
1.3.B. Systeemgericht werken vanuit een systemische bril
Casus Bo
2. Systemisch werken: deel 2
2.1. Systemische bril
3
, Kijken
De manier waarop men de wereld waarneemt, staat in
Denken rela tot wijze waarop men zich tot de wereld verhoudt
Handelen en actie onderneemt.
2.2. Systemische uitgangspunten
Context is essentieel z context hebben woorden&daden geen betekenis (vb gele
hesjes)
Denken in Circulaire beinvloedingspatronen:
samenhangen, (vb Twee vrienden moedigen elkaar constant aan om te eten
verbanden, bij fastfoodrestaurants. De ene vriend zegt: "Laten we naar
wisselwerkingen de Quick gaan." De andere vriend antwoordt: "Goed idee, ik
heb zin in een hamburger." Ze beïnvloeden elkaar
voortdurend om ongezonde eetgewoonten in stand te
houden, en dit patroon herhaalt zich keer op keer, waardoor
ze in een cyclus van ongezonde keuzes terechtkomen.)
Equifinqliteit:
= verschillende oorzaken leiden tot zelfde resultaat
(vb Stel dat twee mensen uit heel verschillende
achtergronden en levensomstandigheden op problematische
manier drugs gebruiken. De ene persoon begint drugs te
gebruiken als een vorm van zelfmedicatie om met
traumatische ervaringen om te gaan, terwijl de andere
persoon drugs recreatief begint te gebruiken uit
nieuwsgierigheid en het dan moeilijk vindt om te stoppen.
Ondanks de uiteenlopende redenen voor hun druggebruik,
kunnen ze uiteindelijk beide in een situatie terechtkomen
waarin ze verslaafd raken aan dezelfde drug en soortgelijke
problemen ervaren.)
4