Financieel management
Bijlagen: formularium en actualisatiefactoren meebrengen op PE, niet nodig op examen
Hoofdstuk 1: Doelstellingen en functies van het
financieel beleid
1. Rol van financieel directeur
Vroeger
Registreren en rapporteren van financiële gegevens
Beheren van kaspositie
Aantrekken van voldoende financiële middelen
Nu
Het management van alle financiële processen
Businesspartner die streeft naar waardebescherming en waardecreatie
Belangrijke beslissingen
o Investeringsbeslissingen
o Financieringsbeslissingen
o Dividendenbeslissingen
o Risicomanagement
2. Doelstelling van de onderneming: het perspectief van de aandeelhouder en van de stakeholder
= maximalisatie van de waarde van de onderneming leidt tot een efficiënte toewijzing van de
financiële middelen
2.1. Welke doelstelling?
Welk objectief moet gemaximaliseerd worden – verschillende opties
o Totale winst leidt vaak niet tot optimale beslissingen (bv. rentabiliteit ↓)
o Winst per aandeel of rentabiliteit al beter, maar nog niet optimaal
Geen rekening met duur van verwachte resultaten (hangt af van tijdswaarde vh geld)
Het risico/ de onzekerheid wordt niet in aanmerking genomen (v investeringsprojecten)
o Marktprijs per aandeel
Objectief moet rekening houden met
Rentabiliteit, risico en timing
o Enige maatstaf die dit bevat: marktprijs van het aandeel =
waarde van de onderneming
2.2. Corporate governance
= het denken over de optimale beheersstructuur binnen een onderneming
Alle partijen in O streven eigen doelstellingen na (managers, aandeelhouders, leveranciers…)
o Stemmen niet steeds overeen met doelstellingen van andere partijen
Oplossing: agency-relaties
= relaties tss personen die gebaseerd zijn op een contact waarbij één
persoon (= de principaal) de bevoegdheid geeft aan een andere
persoon (= de agent) om te handelen in zijn naam
regelen contractuele relaties om conflicterende belangen in
evenwicht te brengen
1
, 2.2.1. Agency-relatie tussen aandeelhouders en management
o Belangrijk in O met gescheiden management en aandeelhoudersschap (bv. beursgenoteerde)
o Aanwezig in O met aanzienlijk vrije cashflow
= het bedrag dat voor uitkering vatbaar is
Voorkeuren
Managers: niet uitkeren investeringsprojecten
o ! overinvesteringsprobleem: autonoom kunnen handelen
zonder controle op kapitaalmarkten (want gaan geen
schulden aan)
AH: wel uitkeren vermindering agency-probleem
Andere partijen: SE, klanten, leveranciers, personeel, overheid,
rechtbanken + publieke opinie
o Agency-theorie (Jensen en Meckling)
De aandeelhouders (de principaals) stellen managers (= de agenten) aan voor
het dagelijks bestuur van de hun onderneming
Heel veel conflicten:
o AH ↓ (kijken naar groei) vs. man ↑ investeringsrisico
o AH lange vs. man korte tijdshorizon
o ! AH kunnen zoveel mogelijk proberen leeghalen
o AH zorgen via ‘agenten’ voor maximalisatie van waarde van aandelen door:
Impliciete doelstellingen van AH en management op elkaar af te stemmen
(bv. aandelenopties voor het management
Aangepaste expliciete bewakingssysteem opbouwen (bv. controle van fin.
rekeningen)
2.2.2. Agency-relatie tussen aandeelhouders en schuldeisers
Schuldeisers: stellen fin. middelen ter beschikking w principaal
Management + AH = agent van de SE
Verschillen AH en SE
o AH verkiezen hoge dividenden
o AH geneigd om risico v investeringsprojecten te vergroten
SE niet: schulden vermijden
Oplossing: clausules instellen binnen contract tss AH en SE
Leggen (in)direct beperkingen op aan management en/of AH
2.2.3. Van perspectief van AH naar perspectief van stakeholder
AH: “maximalisatie van waarde van de aandelen leidt tot een efficiënte toewijzing van financiële
middelen” “enige manier om efficiënt bezig te zijn”
Overgang aandeelhouderskapitalisme stakeholderskapitalisme
Stakeholder: “elke groep of individu die beïnvloed wordt door de verwezenlijking van de
doelstelling van het bedrijf”
Om algemeen belang minder te negeren (zoals milieu)
EU: richtlijn inzake duurzaamheidsrapportage
o Verwacht dat O verschillende belanghebbenden bij strategie betrekken
o Nadruk op ESG = environment, social and government
= belangrijkste pijlers voor duurzaamheid van onderneming
o Impact op
2
, Investeringsbeleid (bv. voorkeur voor milieuvriendelijke projecten)
Financieringsbeleid (bv. mogelijkheid op groene obligaties)
3. Indeling van de financiële functie
3.1. Investeringsbeslissingen (activa)
Nagaan of investeringen in nieuwe activa voldoende rendabel zal zijn
Beheer van bestaande activa
o Vooral op vlottende activa: kasbeheer, behaar van klantenvorderingen en voorraden
o Desinvesteren in activa die niet rendabel meer zijn
3.2. Financieringsbeslissingen (passiva)
Kapitaalstructuur (= niveau van schuld en aandelenfinanciering dat de waarde van de
aandelen maximaliseert)
Gebruik van specifieke financieringsmethoden bepalen
o Met verschillende kenmerken
o Risico en prijs
o Op korte, middellange en lange termijn
3.3. Dividendbeslissingen
Dividend% = % van de winst dat aan de aandeelhouders zal worden uitgekeerd onder de
vorm van een kasdividend
Dividendstabiliteit = de mate waarin het dividend in de opeenvolgende jaren constant wordt
gehouden
Waarom “Financieringsbeslissing”: is geld die niet meer kan gebruikt worden voor
investeringen andere middelen zoeken
3.4. Speciale beslissingen
Kunnen investerings-, als financierings- en dividendaspecten inhouden en omvatten zoals
o Fusie of overname
o De beursgang van een voorheen private onderneming
o Internationale operaties
o Een faling of herstructurering
3.5. Financieel beleid
Doel: optimale combinatie van financiele beslissingen
= van investerings-, financierings- en dividendbeslissingenn zodat de waarde van het aandeel
gemaximaliseerd wordt
Invloed op financiële functie
Digitaliseringsgolf
Toenemende beschikbaarheid van gegevens
Vooruitgang op gebied van artificiële intelligentie & nieuwe technologieën
Toepassingen
/
3
, Hoofdstuk 2: Basisbegrippen van waardering
1. Inleiding
Hoe kunnen twee geldstromen, die zich op een ander tijdstip voordoen, met elkaar vergeleken
worden
Via tijdswaarde van geld
“ Hoe kan 1 euro die vandaag ontvangen wordt, vergeleken worden met 1 euro die volgend
jaar ontvangen wordt?
2. Enkelvoudig bedrag, te ontvangen of te betalen na 1 jaar
2.1. Toekomstige waarde na 1 jaar
Hoe groot dient het bedrag dat volgend jaar ontvangen wordt, te zijn opdat beide alternatieven even
waardevol zouden zijn (je kiest tussen B vandaag ontvangen of E volgend jaar)
E = B * (1+i)
2.2. Huidige of contante waarde van een toekomstige geldstroom na 1 jaar
Hoe groot is het equivalente bedrag vandaag indien u volgend jaar een bedrag van E ontvangt of
dient te betalen?
B = E / (1+i)
3. Enkelvoudig bedrag, te betalen of te ontvangen na N jaar
Om geldstromen die zich na meerder perioden zullen voordoen, te vergelijken, dient rekening
gehouden te worden met het principe van de samengestelde interest
(= Kan je enkel gebruiken bij een samengestelde interest)
o Je krijgt interest op het bedrag dat je al interest op gekregen hebben + intrest van
vorig jaar = interest op interest
Hoeveel moet je beleggen (B) om over een aantal jaar over een bepaald bedrag (E) te beschikken
Verdisconteren = terugrekenen:
B = En/(1+i)n
Hoe groot dient het bedrag dat na een aantal jaar ontvangen wordt, te zijn opdat beide alternatieven
even waardevol zouden zijn
En = B * (1+i)n
4. Toekomstige en huidige waarde van een reeks van verschillende geldstromen
Verschillende geldstromen (C) op een verschillend moment toegevoegd/ belegd op een gelijk
moment met elkaar kunnen vergelijken in de toekomst (toekomstig) of op dit moment
(huidig)
o Je berekent bedrag per bedrag! = geldstroom per geldstroom
o Zodra alle geldstromen gelijkwaardig zijn: totale toekomstige of huidige waarde
bepalen door equivalente geldstromen op te tellen
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur dinabanckaert. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €12,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.