Primaire bronnen EU recht:
- Verdrag betreffende de EU (VEU)
- Verdrag betreffende de werking van de EU (VWEU)
- Handvest van de Grondrechten van de EU (Handvest)
Secundaire bronnen EU recht:
- Verordening
- Richtlijnen
Intergouvernementele werking = landen hebben bepaalde verplichtingen jegens elkaar die ze moeten
nakomen, middels verdragen. De macht ligt bij vertegenwoordigers van de landen aanwezig voor
het ontstaan van VWEU!
Supranationale werking = een bepaalde organisatie staat boven andere nationale organisaties (EU)
aanwezig na het ontstaan VWEU!
Verdrag van Parijs (1952)
Economische integratie tussen Nederland, België, Luxemburg, Frankrijk, Italië en Duitsland.
Verdragen van Rome (1958+1965)
Oprichting Europese Economische Gemeenschap en Europese Gemeenschap van Atoomenergie.
Europese Akte (1986)
Gemeenschappelijke markt verwezenlijken.
Verdrag van Maastricht (1992)
EU opgericht.
Verdrag van Amsterdam (1997)
Schengen overeenkomst.
Verdrag van Nice (2000)
Herstructureringen EU instanties.
Verdrag van Lissabon (2009)
Herziene versie van de EU grondwet
Er geldt een soort checks en balances tussen de EU organen, een institutioneel evenwicht:
Europese Commissie (17 VEU) =
1 Commissaris per lidstaat die onafhankelijk is. Ze krijgen ieder een eigen beleidsgebied.
Het vormt het dagelijks bestuur van de EU, de uitvoerende macht. Ze hebben initiatiefrecht en ze
dienen als toezichthouder dat lidstaten het EU recht juist gebruiken.
Raad van Ministers / De Raad (16 VEU) =
Vertegenwoordigd de regeringen van de lidstaten. Iedere minister heeft ook eigen beleidsgebied.
Samen met Europees Parlement beslissen over wetgeving en begroting.
Europese Raad (15 VEU) =
Alle staatshoofden van de lidstaten, President van de Europese Raad en President van de Europese
Commissie. Ze stelt het algemeen beleid van de EU vast met het oog op de toekomst, ze kunnen
verdragen wijzigen en de lidmaatschap van een land opzeggen. Besluitvorming met consensus.
Europees Parlement (14 VEU) =
Medewetgever samen met de Raad van Ministers. Ze vertegenwoordigen kiezers verspreid over alle
lidstaten (politieke partijen). Democratische controle op alle EU werkzaamheden.
, Hof van Justitie van de EU (19 VEU) =
Rechterlijke instantie van de EU. Onder het HvJEU vallen het Hof van Justitie (HvJ), het Gerecht en
gespecialiseerde rechtbanken. Het HvJ is de hoogste rechter binnen de EU. Het Gerecht is een soort
bestuursrechter.
Er zijn 3 beginselen belangrijk wanneer een van de EU instanties, recht wilt creëren:
- Attributiebeginsel (art. 5 VEU)
Er mag alleen recht worden gemaakt als daarvoor in de verdragen een wettelijke basis voor is.
- Subsidiariteitsbeginsel
Als de EU niet exclusief bevoegd is kan het alleen EU recht maken wanneer de lidstaten afzonderlijk
de doelen niet kunnen bereiken. De EU grijpt dus alleen in als het beter kan handelen dan de
lidstaten.
- Evenredigheidsbeginsel
De EU zal nooit EU recht maken dat verder gaat dan de doelen die moeten worden verwezenlijkt.
De EU heeft 4 verschillende typen bevoegdheden (attributiebeginsel):
- Exclusieve bevoegdheid (4 VWEU)
Lidstaten hebben de volledige soevereiniteit overgedragen aan de EU.
- Gedeelde bevoegdheid (5 VWEU)
De EU zal alleen handelen als lidstaten niet op een efficiënte wijze de doelen halen.
- Coördinerende bevoegdheid (6 VWEU)
De EU kan bepaalde handelingen van lidstaten coördineren en ondersteunen.
- Speciale bevoegdheid
De EU kan handelen op een terrein waarvoor geen duidelijke wettelijke basis te vinden is maar wat
wel noodzakelijk is voor het bereiken van de doelen.
De EU heeft 4 verschillende rechtsinstrumenten:
- Verordeningen
Algemene strekking en zijn algemeen verbindend en direct toepasbaar in de lidstaten.
- Richtlijnen
Een resultaat wat door de lidstaten bereikt moet worden, wat bindend is.
- Beschikkingen
Bindend voor personen of instellingen.
- Aanbevelingen en adviezen
Niet bindend.
Europese wetgeving
Door: Europees Parlement, Raad van Ministers, Europese Commissie
Vorm: Verordening, Richtlijn of Besluit
Uitvoering niet-wetgeving
Door: lidstaten, Europese Commissie, Raad van Ministers
Vorm: Verordening, Richtlijn of Besluit
Delegatie niet-wetgeving
Door: Europese Commissie
Vorm: Verordening, Richtlijn of Besluit
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur trijntjebogers. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.