Psychologie
Inleiding
!BOEK= OUD NAAR NIEUWE, reacties op elkaar.
Hoofdstuk 2. Psychotherapie
- Stel je hebt hulp nodig……
- Wat zou je dan belangrijk vinden in de begeleiding?
- Wanneer zou je het gevoel hebben dat de begeleiding zin heeft (gehad) ?
- Wat wil je vooraf weten?
- Hoe wil je aangesproken worden?
- Vb: je hebt het moeilijk, je hebt hulp nodig
- W vragen + hoe vraag
- Vraag 1: je heb het gevoel dat het over jou gaat en niet algemeen , ze luisteren , jezelf
kunnen zijn, veilige plaats , vertrouwen
- Vraag 2: je merkt zelf dat er verandering is , je omgeving merkt het op, gaat om
vaardigheden, je kan omgaan met je angsten , coping gedrag, inzicht gekregen, symptomen
nemen af en je kan ermee omgaan
- Vraag 3: de kostprijs , opleiding van de psycholoog, plichten van een psycholoog, wat kan ik
verwachten, de tijd , hoeveel sessies , wachtlijst / hoe acuut is je vraag, toegankelijkheid op
elk vlak ( bereikbaarheid etc)
- Vraag 4: met je voornaam, als normaal persoon en niet met een label , onbeoordeeld
(inleiding)
2.1 dodo bird verdict
- Casus: Iemand zit niet goed in haar vel , sombere gevoelens , 2 kinderen en haar man is
overleden.
- Ze heeft een breed netwerk en veel hulp en steun. 3 vriendinnen geven haar advies, maar
telkens ander advies
- Wat merk je? Het zijn 3 mogelijke visies om met het probleem om te gaan , de vrouw moet
uitzoeken welke de beste is , wat ligt haar, het kan ook zijn dat de 3 visies niet bij haar passen
en dat ze het zelf moet uitzoeken.
- Er zijn verschillende therapieën die gelijke resultaten geven. !!
- Cliëntgerichte of humanistische aanpak: visie = opbouw van persoonlijke band, je
accepteert de cliënt , echtheid en geen rol spelen
- Cognitieve gedragstherapie: Doelstelling= (cognitief = in ons denken) negatieve
gedachten te pakken krijgen en aanpakken en proberen omzetten in positieve gedachten
- Psychoanalyse : Oudste benadering , het is vooral luisteren naar de cliënt , langdurig
- Systeemtherapie: Niet enkel met persoon werken, maar ook met de context zoals:
gezinstherapie
- Oplossingsgerichte therapie: Positieve benadering, focust niet op verleden of probleem,
het focust zich op wat je wilt in de plaats (oplossing), kortdurend
- Mindfulness = Voorbeeld van 3e generatie gedragstherapie : gaat meer over aanvaarden
van dingen en niet zo zeer over het oplossen
, - Lichaamsgerichte therapie= Focus op wat er gebeurt in je lichaam, bv: knoop in je buik
omdat je angst hebt om te falen
- Neuropsychologie = De recentste benadering , legt relatie met hersenen en gedrag, is nu
heel erg in ontwikkeling
….. (lezen en herkennen)
- Welke therapie is het beste? => Saul Rozensweig kwam tot de conclusie dat meer dan 500
verschillende vormen van psychotherapie evenwaardig waren
- Maakt lijst met heel veel studies over de verschillende therapievormen
- Dodo bird verdict = alle therapieën zijn werkzaam, hebben gemeenschappelijke factoren.
- Waarom de naam = verwijst naar boek van Alice in wonderland , scene -> alle dieren vallen in
het water en hebben koud dus ze doen wedstrijd rond het meer lopen, er wordt niks gezegd
(hoelang, wat, hoe). Iedereen doet maar iets, iedereen won want iedereen was droog. (zie
boek p25)
- Wat ze ook deden en waar ze vertrokken zijn maakte niet uit ,want het effect hielp = ied was
droog.
- Ook wel veralgemenen van het effect van therapie = iets doen is beter dan niets doen, welke
therapie je ook volgt. Alles is beter dan niks
Verklaringen van het fenomeen dodo bird verdict? (common factory theory, placebo)
2.1.1 common factory theory
- Alles heeft interactie op elkaar
- Er zijn gemeenschappelijke factoren verantwoordelijk voor het succes van de therapie (=
verbetering bij de client) =niet enkel techniek of methode, het gaat over de relatie/
afstemming tussen client-hulpverlener
- Taart van lambert (1992)
- Maar: Zowel wat je doet als wie het doet en met wie zijn van belang voor een
succesvolle behandeling!
-
,- 10 belangrijkste gemeenschappelijke factoren die in de therapieën aanwezig zijn
en die het effect verklaren
- Menselijk contact: je niet schamen over wat er is gebeurt bv: drugverleden ,
-
ouders die kinderen slaan die schuldgevoel hebben
- Veiligheid: veilige omgeving, ze vertellen voor de eerste keer waar ze mee zitten. -
Bv: beroepsgeheim geeft ook meer veiligheid
- Transparant: congruentie (openheid, eerlijk zijn) , wat kan ik verwachten? Bv: je -
leren met angst om te gaan
- Proces: gegevens verzamelen, intake fase (adviesgesprek) en inzicht krijgen en dan -
therapie zelf -
- Voorbeeldfunctie: houding, uitstraling, ze kijken vaak naar je op, manier waarop je
dingen zegt/ doet bv: je moet steeds respectloos blijven als je met een kind en -
moeder praat die het moeilijk hebben met hun vader
- Competenties: aantonen wat ze kunnen doen ‘ik weet nu wat ik kan doen’, wat wil -
je leren? -
- Positieve ervaring: sessies moeten positief zijn, men moet met opluchting buiten
gaan, therapie mooi afronden , hulpvraag creëren ( bv: wat wil JIJ leren ) -
- Positieve verwachtingen: mensen hoop geven , het komt terug goed, we zoeken
samen -
- Gehonoreerde prestatie (professionaliteit) = feit dat mensen moeten betalen, zorgt -
ervoor dat mensen geloven dat ze weten wat ze doen. Als ze niet zouden moeten
betalen zou het miss niet zo goed zijn. -
- Deskundigheid = bv: je zoekt zelf dingen op en vraagt aan de therapeut of het dat
is. De therapeut stelt hun best gerust en laat hun aantonen dat ied uniek is -
- Herkennen , niet leren, kunnen zien in een voorbeeld. !!!!!!!!! -
-
- Lambert heeft al die therapieën onderzocht en deelde ze op in factoren.
- 15% = veroorzaakt door de verwachten -> nu gaat het beter, het idee van hulp krijgen zorgt al
voor een effect
- 40% = effect wordt verklaard door dingen die niets met de therapie te maken hebben. Bv:
een jongeren is ingeschreven in een sportclub en heeft vrienden gemaakt, iemand is
verhuisd, iemand is ontslaan.
- 30% = factoren die de therapieën gemeenschappelijk hebben, bv: ze investeren allemaal in
client en hulpverlener
- 15% = stroming van waaruit men werkt. Relatief klein of weinig.
- Percentages niet kennen, maar wel de grote groepen.
, 2.1.2 placebo-effect
- Placebo = een bepaalde verwachting
- De grootte, de kleur, merknaam, prijs,… spelen een rol mee
- Help vooral bij psychometrische klachten
- Om te spreken van placebo-effect moet de (echte) verbetering duidelijk te linken zijn aan
het toegediende middel
- het zal wel beter gaan nu , er zitten geen werkzame bestanden in
- Bv: tiktak , melkpoeder in plaats van medicatie,…
= men kan de effecten versterken door de pillen in een professioneel doosje te steken
-
- Niet vanbuiten leren !!!!
- Wanneer werk placebo wel: hyperventilatie, benauwd , ADHD , etc.. Het zijn klachten, waarbij
geen medicatie echt werkt
- Bv: griep gaat gewoonlijk over na 14 dagen => Aan griep kan je niet veel doen, dat gaat
gewoon over. Maar krijgen een pil en denken dan dat het aan het pilletje of een zalfje ligt.