1 SEMIOLOGIE VAN LEVERAANDOENINGEN – PROF. DR. P. MICHIELSEN
Voorbereiding voor patiëntenbesprekingen
1.1 INLEIDING LEVER
Lever = grootste vaste orgaan van menselijk lichaam (huid niet meerekenen)
- Gewicht 1,5 kg
- In rechter hypochonder, onder diafragma
- Onderverdeeld in linkerlob en rechterlob (gescheiden door lig falciforme (zeilvormig lig)),
voorzijde van buikvlies hangen, vrije rand van lig = lig teres (structuur die daarin loopt tijdens
embryonale periode, v.umbilicales)
- Onderkant lever: lig falciforme (in verbinding stond met linkertak v porta), lig venosum
(overblijfsel van embryonale structuur ductus venosum, zuurstofrijke bloed vanuit de placenta via
navelstreng via lig naar hart in foetale circulatie), na geboorte bloedvaten cicratiseren en lig
vormen
- In gevallen van portale hypertensie, lig falciforme terug toegankelijk maken, repermeabilisatie
van v umbilicales optreden
- à Bloed van linker v porta-tak naar het hart lopen, maar dan in tegenovergestelde richting naar
de navel toe, bloedvaten in de buikwand
- Leverpoort, v porta (met takken: v hepatica, galwegen)
Gal afleiden naar galwegen en uiteindelijk naar de leverhilus of leverpoort gaan tot ductus
hepaticus, die door ductus choledochus gevormd wordt
Vascularisatie
- Dubbele doorbloeding, vanuit de darmen en lever zelf
- V hepatica, v mesenterica inferior en v lienalis à v porta, bloed verdelen in lever, verdelen door v
porta
- A hepatica ontsptingt uit aorta (via truncus coeliacus, a gastrica sinisrta, ee a lienalis uit
onstrpingen), a hepatica à voorziet lever van arterieel bloed (20% van de bloedvoorziening)
- Galwegen: linker en rechter ductus hepaticus, versmelten tot ductus hepaticus communis, ductus
choledochus geeft en uitmondt thv de duodenum van papil van Vater, zelfde plek mondt
pencreasafvoering af, ductus van Wirsung
Als de weerstand voor de bloedvoorziening in de lever toeneemt bij leverfibrose (meest uitgesproken
vorm is levercirose), toename van de weerstand, bloed door v porta niet goed door zal gaan, stuwing
gaan ontstaan, milt doen laten groeien (splenotonie)
Drukverhoging thv v porta meeste uitgesproken (lage druk, max 5mmHg zijn, nu meer dan 10 mmHg,
vanaf 12 mmHg risico dat colateralen vormen en kunnen gaan bloeden, colaterale langs de maagwand en
oesophagus), druk in a hepatica (120mmHg)
Wanneer er een hinder is, mechanisch op de afvloei van gal à stuwing ontstaan, gevolg: galwegen gaan
uitzetten, afsluiting enorm uitgesproken à icterus of geelzucht voordoen
Cholestase? Extra hepatische cholestase, hinder van de afvloei van gal, buiten de lever oorsprong
vindende tumor van pancreas, of een steen in choledochus
Galwegen boven obstructie gaan uitzetten (zien bij beeldvorming, (echografie)
Patiënt met gestoorde levertesten van cholestase type, met icterus en uitgezette galwegen à extra-
hepatische cholestase (waar is de oorzaak, waar bevindt obstructie, wat er aan gaan doen), mechanische
ingreep om galweg doorgankelijk te maken
Meestal een steen, die langs binnenuit wordt gehaald, een tumor gaan opereren (loodgietersprobleem)
Lever = compact orgaan, maar bestaat functioneel uit verschillende segmenten
- 8 segmenten, hebben hun eigen bloedvoorziening, eigen galwegdrainage
- Principe: belangrijk voor heelkunde
1
, - Segment 1: achteraan tegen aan de de v cava, lobus caudatus
- Segment 2 en 3: bevinden zich links van lig falciforme (linkerlever lob)
segment 2 craniaal, 3 caudaal
- Rechts van lig falciforme: segment 4 (tussen lig falciforme en v cava)
- 2,3,4 à linkerlever
- 5,6,7,8 à rechterlever
5 en 8 ventraal gelegen, 6 en 7 dorsaal, 8 en 7 craniaal, 5 en 6 caudaal
Chirurgen trachten bij operaties van lever met een tumor zoveel mogelijk anatomisch te gaan werken
Chirurg: linker lobectomie uitvoeren à 2 en 3 weghalen
- Linker hepatectomie à 2,3,4 weghalen
- Rechter hepatectomie: 5,6,7,8
- Rechter lobectomie 4,5,6,7,8
Minimale hoeveelheid leverweefsel behouden
Tumorchirurgie: poortader, segmenten rechterkant bloedvaten dichtknijpen à lobben verschrompelen
à dan krijg je hypertrofie van de linkerkant (leversegmenten voldoende zijn om de rest van functie over
te nemen)
1.2 INLEIDING DIAGNOSE LEVERZIEKTE
Anamnese: aandacht aan klachten van de patiënt
Fysisch onderzoek: tekens van een leverziekte
Toepassing van laboratoriumonderzoekingen
Beeldvorming
Leverbiopsie (gouden standaard)
1.2.1 OORZAKEN VAN LEVERZIEKTEN
- Erfelijke stoornissen bilirubinemetabolisme
- Virale hepatitis
- Immunologische leverziekten
- Erfelijke stapelingsziekten
- Alcoholische en toxische leverziekten
- Niet-alcoholische leververvetting
- Acute leververvetting van de zwangere
- Cholestatische syndromen
- Vasculaire leverziekten
- Ruimte-innemende processen
- Leveraandoeningen bij systeemziekten
Lever = orgaan, stereotype manier reageren op een beschadiging à 2 grote klinische patronen gaan
onderscheiden
1.2.2 KLINISCHE PATRONEN LEVERZIEKTEN
Hepatocellulair patroon
- Uitval van levercellen
- Leverbiopsie: necrose, ontsteking (beschadiging van de cellen, necrose van de cellen)
- Labo: gestoorde leverparenchymtests (enzymes die vrijkomen bij beschadiging in het bloed)
- Vb: virale hepatitis, alcoholisch leverlijden (levercellen beschadigd worden en uitvallen)
Cholestatisch patroon
- Obstructieve galflow, stoornis galflow
- Leverbiopsie: cholestase, galwegafwijkingen, …
- Labo: gestoorde canaliculaire tests, icterus bij volledige extrahepatische obstructie of ernstige
intrahepatische obstructie
2
, - Klinisch: icterus, jeuk, xanthomen (opstapelingen van vet in huid, oiv cholestase), donkere
urine/ontkleuring stoelgang
- Voorbeeld:
o Extrahepatisch: maligne obstructie, choledocholithiasis (uit de lever, thv choledochus of
thv de pancreas, bv steen, maligne)
o Intrahepatisch: ‘primaire bilaire cholangitis’, medicatie (gal gevormd door levercellen
zelf, microscopisch vlak wijzigen voordoen door medicamenteuze invloed of
ontstekingsproces)
1.3 EERSTE AANWIJZIGING VOOR LEVERZIEKTE
Symptomen
- Icterus
- Moeheid
- Jeuk
- Pijn rechter hypochonrdium
- Abdominale zwelling
- Intestinale bloeding
Abnormale fysische bevinding
Abnormale levertests (toevallige bloedcontrole waarbij dit opduikt)
Doel evaluatie patiënt met leverziekte
- Etiologische diagnose
- Ernst van de ziekte (‘grading’)
o Inactief of actief
o Mild, matig, ernstig
- Plaats in de natuurlijke evolutie leverziekte (‘staging’)
o Acuut of chronisch
o Vroeg- of laattijdig stadium
o Precirrotisch, cirrotisch, eindstadium (fibrose vertonen en dan cirrotisch wordt, functie
van de lever kan nog intact blijven (grote reserve), uiteindelijk ook decompensatie van
lever optreden à eindstadium gedecompenseerde cirrose)
1.4 ANAMNESE
Huidige ziektegeschiedenis
- Symptomen: aard, aanvangspatroon, progressie
Systeemanamnese
Antecedenten
Risicofactoren
Familiale anamnese
1.4.1 SYMPTOMEN
Frequent voorkomen, aspecifiek: asthenie, moeheid, malaise
- Vaak na inspanning, zelden ’s morgens
- Vaak intermittent en variabel in ernst
- Geen effectieve behandeling (dieet, vitaminen niet gaan helpen)
- Kan snel verdwijnen bij specifieke behandeling van de lever, dan verdwijnt de moeheid
Anorexie
- Vaak voorkomend, aspecifiek
- Kan leiden tot verlies spier- en vetweefsel
- Te differentiëren van
3
, o Voedselintolerantie (overgevoeligheid van een bepaalde voeding: lactose, gluten),
volheidsgevoel (wel eetlust hebben, te snel verzadigd zijn, mensen met verminderde
maagcapaciteit door bv tumor of extrinsieke druk door vergrootte lever), sitofobie (angst
om te eten, problematiek tussen de oren)
Stoornissen van smaakzin en geur
Nausea en braken
- Galwegobstructie door stenen
- Alcohol, medicatie
- Bloeding
- Te differentiëren van reflux (passieve situatie, terugvloei van maaginhoud in slokdarm)
Gewichtsschommelingen
- Gewichtsverlies
o Anorexie, verminderde voedselinname
o Hyperkatabole toestand bij infecties
- Gewichtstoename
o Obesitas (leververvetting)
o Vochtretentie (opstapeling van vocht in abdomen, en/of oedemen (laag albumine
aanmaak door de lever)
Abdominaal ongemak en pijn
- Veralgemeend ongemak: distensie bij ascites
- Gevoeligheid lever (hepatitis, cirrose, abces, tumoren)
- Acute rechter hypochonderpijn
o Cholecystitis
o Pancreatitis
o Neoplasma lever
o Abces
o Acute biliaire obstructie (biliaire ‘koliek’) (lithiase) (koliekpijn: op en afgaande pijn,
patiënt bewegingsdrang vertoond, geen wetende houding, opheffen door obstructie op
te heffen, spasmolitica geven)
- Te differentiëren van colondistensie, duodenum- of maagletsels, ulcura
Galsteen verwijderen? Onderzoeken of de pijn vandaar komt (zonder dat die ontstoken is, niets aan
hoeven doen), symptomatische galstenen anders, vage klachten à andere organen pathologieën kunnen
vertonen
Stoelgangsafwijkingen
- Steatorree (=vettige diarree, veroorzaakt bij gebrek aan galzouten) (gal met galzouten gaan de
vetpartikels in oplossing brengen zodanig zodat pancreasenzymen hun werking kunnen doen,
anders worden vetten niet verteerd)
- Ontkleurde stoelgang (cholestase), minder galpigmenten in stoelgang (afbraakproduct van
heemmoleculen)
- Donkere stoelgang: GI bloeding (melena, indien oorzaak van bloeding gelegen is boven rechter
hemicolon, bv slokdarm, maag, duodenum, dunne darm of rechter colon)
- Diarree (symptoom van leverziekten)
Abdominale zwelling
- Ascites:
o Herniae (breuken van de buikwand, plaatsen van minder stevige buikwand, liesbreuk,
navelbreuk)
o Dyspnoe (soms ook pleuravochtuitstorting), vnl aan de rechterkant (kortademigheid)
- Gasvorming
4