Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
HC HOP jaar 2 aantekeningen €8,18   Ajouter au panier

Notes de cours

HC HOP jaar 2 aantekeningen

 1 vue  0 achat
  • Cours
  • Établissement

De hoorcollege aantekeningen van hoorcollege 1 t/m 12 + tentamenvragen die je zou kunnen krijgen

Aperçu 4 sur 41  pages

  • 17 décembre 2023
  • 41
  • 2023/2024
  • Notes de cours
  • Jansen
  • Toutes les classes
avatar-seller
WEEK 1 Hoorcollege
Tentamen
Jaartallen + namen worden niet gevraagd tenzij expliciet benoemd

Vragen die er altijd in voor komen
• Of bepaalde wetgevingen die in het boek benoemd worden een codificatie zijn in de
betekenis/codificatie vormen
• Een vraag over de motieven achter de codificatie
• Altijd een vraag over de trias politica
• Altijd een vraag over één van de makers van de codificatie (Napoleon, Karel de grote etc. )
• Papinianus vraag (romeinse rechtsgeleerde)

Publiekrecht vs privaatrecht verschilt per tijd per land
Wat is publiekrecht? Optelsom van staatrecht, strafrecht en bestuursrecht
• Staatsrecht
o Een instrumentele functie = regelt de bevoegdheden die betrekking hebben op de
inrichting van het staatsbestel en het functioneren van de staat (zorgt er voor dat de
staat over bevoegdheden beschikt)
▪ Bijvoorbeeld de bevoegdheid tot het maken van wetten
o Een waarborg functie = waarborgen/ de bescherming van de burgers tegen de staat
▪ Belangrijkste zijn de grondrechten. Die garanderen een overheidsvrije sfeer
• Strafrecht
o Instrumentele functie = ziet op de bevoegdheden die je aan staatsorganen toekent
ten aanzien van strafbare feiten van het opsporen, vervolgen en berechten en van
strafbare gedragingen
▪ Gaat vaak over absolute verboden: je mag niet doden
▪ Vroeger tijdens de romeinen was het een veel kleiner gebied. Wij vinden nu
veel meer gedragingen strafbaar.
o Waarborg functie = niet iedereen is zomaar een verdachten of kan zomaar in de cel
worden gegooid. Het strafrecht is er ook ter bescherming van burgers die verdacht
worden van een strafbaar feit
▪ Je wordt als onschuldig gezien tot het strafbare feit bewezen is
• Bestuursrecht
o Instrumentele functie = het bestuursrecht regelt de bevoegdheden die betrekking
hebben op het ingrijpen van de overheid in het maatschappelijk leven
▪ In deze tijd is het een heel groot gebied. Zoals gezondheidszorg etc.
▪ Terrein van de relatieve verboden. Je mag iets niet TENZIJ je een vergunning
hebt. Je mag niet vissen, tenzij je een vergunning hebt.
▪ De taak van de overheid moet zo klein mogelijk zijn volgens de Romeinen.
o Waarborg functie = maar hoe sterk is die functie in de huidige tijd? Bescherming
burgers tegen overheid
Centrale vragen van deze 3 rechtsgebieden
• Welke taken zien wij als taken van de staat/overheid?
• Wat begrijpen wij onder het algemeen belang?
➔ Verschilt per tijdvak, verschilt per land, verschilt per partij etc.
Wat publiekrecht is, ligt dus niet vast. Maar staatsrecht is wel het meest constante deel van het
publiekrecht.
Naarmate het Europese recht in belang toeneemt, groeit het publiekrecht. Bijna alles wat het
Europese recht regelt, is publiekrechtelijk van aard

,Historische ontwikkeling van het publiekrecht
Romeinse tijd t/m de 16de eeuw →
Alle belangrijke figuren, begrippen etc. beginnen bij de romeinen. Zij vinden:
• Publiekrecht heeft met algemeen belang te maken. Privaat recht met belang van de
individuen
• Streven van de Romeinen is zo min mogelijk publiekrecht en zo veel mogelijk privaatrecht
o Publiekrechtelijke verschijnselen en verhoudingen verklaarden zij dus
privaatrechtelijk. Bijv. verhouding keizer en volk lieten ze terug gaan op de
privaatrechtelijke overeenkomt van lastgeving.
• Rond 800 keizer Karel de Grote: had één zoon Lodewijk de Vroome, hij had 3 zonen. Het grote
koninkrijk van Karel de Grote moest door 3en gedeeld worden. Er ontstonden 3 koninkrijken
via het erfrecht. Het overdragen ging dus ook via privaatrecht.
• In die keizertijd t/m de 16de eeuw bestond er niet zoiets als de trias politica. De keizers,
koningen en andere mensen die aan de macht waren zagen zich vooral als rechter. Niet als
wetgever en al helemaal niet als bestuurder.
o Karel de Grote zag zichzelf wel als rechter en wetgever
o Keizer Constantijn ook als rechter en wetgever

17de eeuw: Het losmaken van het publiekrecht uit het privaatrecht
• Eigen beginselen en uitgangspunten
• Straf en staatrecht krijgen een aparte plaats bijv. ook in het universitaire onderwijs
Staatsvorming binnen Europa zorgt hiervoor. Er komen steeds meer grote staten die behoefte hebben
aan kennis op het gebied van vooral staatsrecht. De eeuw van de emancipatie van het publiekrecht.
• Beginselen zoals het legaliteitsbeginsel

18de eeuw: Het begin van de rechtsstaat.
• De Franse revolutie (1789) is vooral van belang
Belangrijkste kenmerken
• Ontstaan en verwerkelijken van systemen van trias politica in bijna alle Europese staten
• Belang van het legaliteitsbeginsel wordt benadrukt. Zowel op het gebied van staatsrecht als
op het gebied van strafrecht. (bevoegdheden die op wetten moet berusten) (ook een beetje
bij bestuursrecht want bevoegdheid om belasting te heffen)
• Ontstaan van allerlei vrijheidsrechten die in een grondwet moeten worden vastgelegd. Bijv.
vrijheid van spreken, denken en geloven.
• Beginsel van rechtsbescherming
Het gevolg van al deze veranderingen is dat er aan het einde van de 18de eeuw sprake is van een hele
strike scheiding tussen publiekrecht en privaatrecht
• Publieke bevoegdheden mogen zich niet langer in private handen bevinden.

19de eeuw: De eeuw van de democratie
Kenmerken:
• Het ontstaan van parlementaire stelsel/ stelstel van volksvertegenwoordiging in bijna alle
Europese landen.
• Deze stelsel werden gekoppeld aan het idee van ministeriële verantwoordelijkheid
o Koning verliest zijn bijzondere constitutionele positie
• De eeuw van de grondwet. Bijna alle Europese landen krijgen een uitgewerkte grondwet
(1848 van Thorbecke, is de eerste GW)
• De eeuw van het ontstaan van politieke rechten. Vooral het actief en passief kiesrecht.
(Nederland liep hier wat achter)
• De eeuw waarin politiek en bestuur gescheiden werden. Begin van bestuursrecht. De
overheid wordt op steeds meer gebieden een actieve overheid.

,Eerste helft van de 20ste eeuw: sociale rechtsstaat/ verzorgingsstaat
Kenmerken:
• Grote groei van het bestuursrecht met beginselen van behoorlijk bestuur
o Motiveringsbeginsel, rechtszekerheidsbeginsel etc.
• Sociale rechten: recht op onderwijs, recht op armoede bestrijding, recht op bijstand, recht op
huisvesting etc. Sociale grondrechten.

Huidige tijd, periode na 2de wereldoorlog: infiltratie (doordringing) van privaat recht door
publiekrecht
Gaat ten koste van contractsvrijheid, vrijheid van eigenaar, onderneming starten etc.
• Je ziet dit vooral terugkeren in rechtsgebieden die oorspronkelijk privaatrecht zijn en steeds
meer publiekrechtelijk uit gaan zien
o Bijv. steeds meer vergunningen op privaatrechtelijk deel voorkomen, steeds meer
bestuursrechtelijke boetes.
o Veel publiekrechtelijke instrumenten die opkomen in het privaatrecht

Legaliteitsbeginsel
Legaliteitsbeginsel is het centrale beginsel in het publiekrecht
Staat de keizer/koning/vorst boven de wet? Of is de koning/keizer/vorst gebonden aan de wet?
• De Romeinen t/m 18de eeuw
De vorst is niet gebonden aan de wetten. De vorst staat boven de wet. Princeps legitus solutus est
Fransen zeggen: de wet dat ben ik.
• 18de eeuw t/ m nu (na de Franse revolutie)
Wij vinden dat de staat gebonden is aan wetten. Voor ons brengt het legaliteitsbeginsel met zich dat
de wet, maar we gaan nog verder. De vorst is niet alleen verbonden aan wetten, maar ook aan
beginselen en mensenrechten.
Zelfs als de staat niet publiekrechtelijk optreed, maar privaatrechtelijk handelt is gebonden aan niet
alleen de wet maar ook aan beginselen en mensenrechten.

Tegenwoordig gelden sommige grondrechten tussen burgers en bedrijven onderling, niet alleen
tussen burgers en staat = constitutionalisering van het privaatrecht

, WEEK 2 Hoorcollege
Vragen die je sowieso op het tentamen krijgt
Op het tentamen krijg je altijd een vraag die betrekking heeft op deze 3 kenmerken
Bijv. Aan welke 2 vereisten van de omschrijving van codificatie van het boek voldoet het decretum
gratianus (monnik) niet? → monnik is niet bevoegd tot wetgeving en geen exclusieve gelding
• Spaande burgerlijke wetboek heeft geen exclusieve bevoegdheid

Past het verlenen van toepstemming voor het huwelijk van Willem Alexander en Maxima binnen de
ideale leer van de trias politica?
• Wat voor overheidsactiviteit is het verlenen van toestemming? Rechtspreken? Wetgeven?
o Het is het nemen van een besluit in een concreet geval zonder dat er sprake is van
een conflict, besturen.
• In onze ideale triaspolitica gebeuren de 3 los van elkaar. Wie geeft er toestemming voor het
huwelijk?
o In de GW: art. 28 gebeurt bij wet door regering en Staten-Generaal
• De activiteit is besturen, gebeurt door regering en Staten-Generaal, wetgever. Dus dit past
niet in de ideale leer van de Nederlandse trias politica.

Voorbeeld van hetzelfde:
Benoeming van een rechter → besturen. In art. 117 Gw door koninklijk besluit = regering + staten
generaal besturen. Dus dit pas wel in de leer

Wat is codificatie?
In het latijn: códex (=boek) & facere (=maken) = gemaakt wetboek
Ter onderscheiding van recht dat niet door mensen gemaakt is: natuurrecht

3 kenmerken van een codificatie:
1. Het moet gaan om een omvangrijke op schrift gestelde wet
Wet is een wet in materiële zin. Wetboek is een omvangrijke wet in materiële zin, bijv.
wetboek van strafrecht. Het moet gaan om een algemeen verbindende regeling:
-Is gemaakt vanuit een afweging van het algemeen belang. Je moet als overheid dus
oordelen vanuit algemeen belang. Dit baseren we op art. 50 en 67 lid 3 GW. Staten-
Generaal stemmen zonder last.
-heeft met de triaspolitica te maken. Wij onderscheiden 3 staatsmachten met een
eigen taak. Taak van de rechter om conflicten op te lossen in concrete gevallen. Taak
van het bestuur om een besluit te nemen in een individueel/concreet geval zonder
dat er sprake is van een conflict. Taak van de wetgever om een algemeen verbindend
voorschrift te maken. Dit is een uitvloeisel van het legaliteitsbeginsel. Ieder macht
heeft in de wet omschreven bevoegdheden.
2. Een wet die afkomstig is van een orgaan dat tot wetgeving bevoegd is
Privéorganisaties, particulieren zijn niet bevoegd tot wetgeving. Bevoegd is meestal een
wereldlijk orgaan, regering Staten-Generaal, koning, keizer. Soms bij een testament de paus.
-Sommige wetten zien eruit als wetten door wetgeving maar zijn het niet
-Is de bezetter bevoegd tot wetgeving? Ja, dit gelden als wetten. Na afloop van een
bezetting kan de bezetter ter verantwoording worden geroepen voor zijn wetgeving.
Bijv. in Nederland de kinderbijslag, is door de Duitse bezetting opgezet.
MAAR soms kun je daar over twijfelen. Bijvoorbeeld antisemitische wetgeving, is
geen wet in algemene zin die rechtskracht had.
3. Die wet moet exclusieve gelding hebben
Ook wel formele volledigheid. Daar wordt mee bedoeld dat bepaalde wet/ of bepaald
wetboek de enige bron van recht is op een bepaald rechtsgebied. Kan een uitzonering komen

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur fleur52. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,18. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€8,18
  • (0)
  Ajouter