Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Praktisch Verbintenissenrecht - Inleiding vermogensrecht (INLEVE52-OW-IVR) €6,00   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Praktisch Verbintenissenrecht - Inleiding vermogensrecht (INLEVE52-OW-IVR)

 5 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Samenvatting voor het vak inleiding vermogensrecht, deze samenvatting bevat het deel verbintenissenrecht. Dit is alle stof voor de periode uit het boek samengevat, inclusief de artikelen waar bepalingen te vinden zijn.

Aperçu 5 sur 17  pages

  • Non
  • Hoofdstuk 1 en 2 helemaal. hoofdstuk 3 helemaal m.u.v 3.2.7. hoofdstuk 4 alleen 4.1. hoofdstuk 5 hel
  • 17 décembre 2023
  • 17
  • 2023/2024
  • Resume
avatar-seller
1.1) Kernbegrippen

Verbintenissenrecht: Rechtsrelatie tussen personen staat centraal.

Goederenrecht: Rechtsrelatie tussen een persoon en een goed

Rechtsrelatie = rechtsverhouding

Vermogensrecht: Een van de twee hoofdonderdelen van het privaatrecht en regelt de
verhoudingen die op geld waardeerbaar zijn tussen burgers onderling.

1.1.2) Personen

Natuurlijk persoon: Mens van vlees en bloed

Rechtspersoon: Staat gelijk aan een natuurlijk persoon, is zelfstandig drager van rechten en
plichten (BV de vennootschap), maar er moeten mensen actief worden om die rechten en
plichten te effectueren (BV het bestuur).

1.1.3) Verbintenissen

Verbintenis: Rechtsrelatie tussen twee personen, waarbij de ene partij verplicht is om een
prestatie te leveren, terwijl de andere partij hier recht op heeft.

Schuldenaar: De persoon die moet presteren.
Schuldeiser: De persoon die recht heeft op de prestatie.

1.2) Rechtsfeiten

Gewoon feit: Hebben geen rechtsgevolg. (BV Leroy loopt naar de sportschool, het gras is
groen etc)

Rechtsfeit: Feit dat een rechtsgevolg heeft. Dat wil zeggen het feit heeft een gevolg volgens
het geldende recht.

1.2.2) Rechtens relevante handelingen en blote rechtsfeiten

Bloot rechtsfeit: Hebben rechtsgevolg zonder dat er een handeling plaatsvindt. Dit soort feiten
vinden hoe dan ook plaats, zonder dat er een feitelijke handeling aan te pas komt. (BV geboorte
en sterfte. Of meerderjarig worden)

Rechtens relevante handeling: Een handeling die rechtsgevolg heeft.

,1.3) Rechtens relevante handelingen

Feitelijke handeling: Handelingen die wel rechtsgevolg hebben zonder dat ze daarop gericht
zijn.

Rechtshandelingen: Handelingen die uitdrukkelijk gericht zijn op een rechtsgevolg.

Oogmerk: De bedoeling om een bepaald rechtsgevolg tot stand te brengen

Wilsuiting: Duidelijke aanwijzing die erop wijst dat de handelende persoon de bedoeling heeft
het rechtsgevolg tot stand te brengen.

1.3.2) Eenzijdige rechtshandelingen en meerzijdige rechtshandelingen

Eenzijdige rechtshandeling: Rechtsgevolg wordt tot stand gebracht door een persoon, zonder
dat de medewerking van een andere persoon nodig is. (BV opstellen van een testament.)

Meerzijdige rechtshandeling: Noodzakelijk dat twee personen een bepaald rechtsgevolg tot
stand willen brengen. Wilsuiting van beide partijen, wilsuiting moet op hetzelfde rechtsgevolg
gericht zijn.

1.3.3) Persoonsgerichte en niet-persoonsgerichte rechtshandeling

Eenzijdige rechtshandelingen kunnen worden onderverdeeld in:

Persoonsgerichte rechtshandeling: Wordt verricht door de ene partij en is gericht op tot een
specifieke andere partij

Niet-persoonsgerichte rechtshandeling: Handeling is niet gericht tot een specifieke partij.

1.4.1) Overeenkomsten en andere meerzijdige rechtshandelingen

Overeenkomst: Meerzijdige rechtshandeling waarbij een of meer partijen jegens een of meer
andere een verbintenis aangaan.

1.4.2) Verbintenisscheppende overeenkomsten en andere overeenkomsten

Verbintenisscheppende overeenkomst: Er ontstaan een of meerdere verbintenissen tussen
partijen.

Obligatoire overeenkomst: Verbintenis(sen) die ontstaat door het sluiten van een overeenkomst.

,1.4.3) Eenzijdige en meerzijdige overeenkomsten

Wederkerige overeenkomst: Ander woord voor meerzijdige overeenkomst

Eenzijdige overeenkomst: BV Schenkingsovereenkomst


2.1.1) Handelingsbekwaamheid

Handelingsbekwaam: De bekwaamheid om zelfstandig rechtshandeling te verrichten.

Wanneer is iemand handelingsonbekwaam?
- Als je minderjarig bent.
- Als je onder curatele gesteld bent.
→ Een ondercuratelestelling wordt in het Centraal curatele- en bewindregister (CCBR)
opgenomen.

2.1.2) Beschikkingsbevoegdheid

Als de vervreemder (degene die de zaak verkoopt of schenkt) niet beschikkingsbevoegd is,
dan komt er in beginsel geen geldige overdracht tot stand.

2.1.3) Wilsverklaring

Twee vereisten om een rechtshandeling te verrichten:
1. Iemand wil een bepaald rechtsgevolg
2. Hij maakt die wil bekend door een verklaring

Stilzwijgende wilsverklaring: Wilsuiting blijkt uit een bepaalde gedraging zoals BV een
handgebaar.

Om werking te hebben, moet de wilsverklaring de persoon tot wie de verklaring is gericht bereikt
hebben.
Een verklaring kan worden ingetrokken TOT het moment dat deze de ander heeft bereikt

2.1.4) Geestelijke stoornis

Als iemand door zijn stoornis niet kan bepalen of het rechtsgevolg in zijn belang is, dan wordt dit
aangemerkt als het ontbreken van de wil. Er komt dan wel in beginsel een rechtsgeldige
overeenkomst tot stand maar die is vernietigbaar.

,2.1.5) Vertrouwensbeginsel

Voorwaarden succesvol beroep op vertrouwensbeginsel:
1. Er is een verklaring gedaan richting een persoon
2. Deze persoon heeft een bepaalde betekenis gegeven aan die verklaring
3. Gelet op de omstandigheden mocht deze persoon die betekenis daar redelijkerwijs aan
toekennen

Goede trouw: Er moet sprake zijn van gerechtvaardigd vertrouwen, het mag dus niet zo zijn dat
iemand eigenlijk wel weet dat er iets anders werd bedoeld. Art. 3:11 BW.

4.1.1) Begripsbepaling

Soorten prestatie:
Geven: De verkoper moet de gekochte laptop aan de koper geven.
Doen: Werkzaamheden verrichten.
Dulden: Toelaten, recht van overpad.
Nalaten: Niet-doen, concurrentiebeding

Een prestatie die bestaat uit de verplichting iets te geven of te doen wordt ook wel betaling
genoemd. Dit begrip betekent niet altijd een geldsom betalen maar ook BV het overhandigen
van een gekocht product.

Een belangrijk kenmerk van een verbintenis is dat de nakoming ervan afdwingbaar is.

Redelijkheid en billijkheid: Ongeschreven normen die zien op wat mensen redelijk en
rechtvaardig vinden.

Natuurlijke verbintenis: Een rechtens niet-afdwingbare verbintenis. BV verjaarde
rechtsvordering.

4.1.2) Ontstaan verbintenis

Bronnen waaruit verbintenis kan voortvloeien
- Overeenkomst
- Onrechtmatige daad (Schadevergoeding)
- Andere bron
I. Zaakwaarneming: Het zonder rechtsgrond behartigen van de belangen van een
ander.
II. Onverschuldigde betaling: Iemand levert een prestatie zonder dat daarvoor
rechtsgrond bestaat.
III. Ongerechtvaardigde verrijking: Toename van iemand vermogen, zonder dat
hiervoor een rechtsgrond bestaat.

, 2.3) Overeenkomsten

Overeenkomst: Meerzijdige rechtshandeling waarbij een of meer partijen jegens een of meer
andere partijen een verbintenis aangaan. (Art. 6:213 lid 1 BW)
→ Komt tot stand door aanbod en de aanvaarding daarvan. (Art. 6: 217 BW)

Bijzondere overeenkomsten die apart worden geregeld in de wet:
- Huurovereenkomst
- Arbeidsovereenkomst
- Schenkingsovereenkomst

Herroeping is niet mogelijk als er een termijn op het aanbod zit (Art. 6:219 lid 1 BW). Als de
termijn verloopt en het aanbod is niet aanvaard, dan vervalt het aanbod vanzelf. Op het moment
dat het aanbod is aanvaard dan kan er geen herroeping meer plaatsvinden, tenzij het gaat om
een vrijblijvend aanbod (Art. 6:219 lid 2 BW). Een aanbod is vrijblijvend als er niet direct een
overeenkomst tot stand komt door de aanvaarding ervan. De aanbieder kan op moment van
aanvaarding nog zijn aanbod herroepen, dit moet hij dan wel onmiddellijk doen. Bij een degelijk
aanbod moet duidelijk zijn dat het aanbod vrijblijvend is. (BV winkel zegt op=op).
(Hofland/Hennis) (Offertes)

Naast de mogelijkheid van herroeping kan een aanbod ook vervallen doordat een mondeling
aanbod niet direct wordt aanvaard, en een schriftelijk aanbod niet wordt aanvaard binnen een
redelijke termijn (Art. 6:221 lid 1 BW). Een redelijke termijn hangt dan af van het soort aanbod
dat is gedaan. Een andere manier waarop een aanbod kan vervallen is doordat de wederpartij
een aanbod verwerpt. (Art. 6:221 lid 2 BW).
Een aanbod vervalt niet door het overlijden van een partij of doordat een partij
handelingsonbekwaam wordt. (Art. 6:222 BW). Bij overlijden volgen de erfgenamen de
overleden persoon op. In geval van curatele zal de curator de verdere vereiste handelingen
verrichten.
Als een aanbod eenmaal is vervallen iemand doet een te late aanvaarding is er in beginsel
geen overeenkomst, toch stelt Art. 6:223 lid 1 BW dat er wel een overeenkomst tot stand kan
komen. Voorwaarde is dat de aanbieder meteen aan de wederpartij laat weten dat hij de
aanvaarding toch accepteert. Volgens Art. 6:223 lid 2 BW is er ook een overeenkomst als de
aanbieder begrijpt of zou moeten begrijpen dat er voor de wederpartij onduidelijkheid was over
de termijn. De derde mogelijkheid waarbij een te late aanvaarding werking heeft staat in Art.
6:224 BW. Als het te wijten is aan de aanbieder dat de aanvaarding hem te laat bereikt, is er
toch een overeenkomst. Dan telt het moment waarop onder normale omstandigheden de
aanvaarding de aanbieder had bereikt.

Stel dat iemand een aanbod wil accepteren maar een afwijkende aanvaarding voorstelt, geldt
dit als een nieuw aanbod. Art. 6:225 lid 1 BW. Wanneer een aanvaarding slechts op
ondergeschikte punten afwijkt van het aanbod staat dit de totstandkoming van een
overeenkomst niet in de weg. De overeenkomst komt tot stand zoals deze is aanvaard, inc.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur yasminajilani62. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,00. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80467 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,00
  • (0)
  Ajouter