Burgerlijk recht
1. Rechtshandelingen
1.1 rechtshandelingen en rechtsfeit
rechtsfeit is elke feit (een gebeurtenis, toestand of handeling) waarvan het objectief recht
rechtsgevolgen koppelt. (onbewust)
voorbeelden:
- door de geboorte krijg je persoonlijkheidsrechten
- Louter door de leeftijd van 18 jaar te bereiken word je meerderjarig en juridisch volledig
handelingsbekwaam.
- Iemand kan ook bewust een persoon verwondingen aanbrengen, dit is dan toch ook een
rechtsfeit omdat hij dit niet doet om de schade te ‘mogen’ betalen.
- …
Rechtshandeling is elke handeling die bewust gesteld wordt om de rechtsgevolgen te bereiken die het
objectief recht aan die handeling heeft verbonden.
Voorbeelden:
- Door het aangaan van eeen contract (bv.koop, huur,…) hebben beide contractspartijen tot
doel de rechtsgevolgen van dat contract te bereiken
- …
1.1.1. Indeling van rechtshandelingen naar de auteur ervan
A. Aard van de auteurs
Publiekrechtelijke rechtshandelingen: worden gesteld door een openbaar orgaan, een ambtenaar of
een magistraat in de uitoefening van zijn ambt. Daarbij onderscheiden we normerende
rechtshandelingen (bv. De uitvaardiging van een wet), en individuele rechtshandelingen (bv. Een
onteigening, de benoeming van een ambtenaar en gerechtelijke rechtshandelingen (bv. Het vellen van
een vonnis, het oproepen van getuigen).
Privaatrechtelijke rechtshandelingen: gaan uit van personen die niet tot de overheid behoren of niet
handelen in de hoedanigheid van overheidsorgaan.
B. Aantal betrokken partijen
We onderscheiden eenzijde en meerzijdige rechtshandelingen:
- Voor eenzijdige rechtshandelingen volstaat de wilsuiting van één persoon, bv de erkenning
van een kind, de dagvaarding voor een rechbank, de uitvaardiging van een wet, het maken
van een testament, het opzeggen van een overeenkomst.
- Voor meerzijdige rechtshandelingen is de wilsovereenstemming tussen 2 of meer personen
noodzakelijk. Voorbeelden: een huurovereenkomst, een collectieve arbeidsovereenkomst,
een minnelijke schikking inzake een verkeersovertreding
1.1.2. Indeling van rechtshandelingen naar hun rechtsgevolgen
Vestigende rechtshandelingen brengen nieuwe rechten tot stand. Voorbeelden: huwelijk, adoptie.
, Overdragende rechtshandelingen dragen een bestaand recht over op een nieuwe titularis. Daardoor
verliest de oorspronkelijke titularis het recht en ontstaat het opnieuw bij de andere titularis.
Voorbeelden: huur, koop, overdracht van schuldvordering.
Aanwijzende rechtshandelingen bevestigen het juridisch statuut van een bepaalde persoon, zaak of
situatie, zonder er nieuwe rechten aan toe te voegen. Voorbeelden: de verdeling van een
nalatenschap, de afstand van een geding, de schriftelijke bevestiging van een mondeling gesloten
overeenkomst.
Uitdovende rechtshandelingen: doen een bestaand subjectief recht tenietgaan. Voorbeelden: Een
betaling, een kwijtschelding
1.1.3. indeling van rechtshandelingen naar hun invloed op het vermogen
we onderscheiden daden van genot, daden van beheer en daden van beschikking:
- daden van gebruik/genot zijn de minst verregaande rechtshandelingen, die impliceren dat
een persoon passief kan genieten van zijn goederen (bv. Een eigenaar kan zijn huis zelf
bewonen; een verhuurder kan de huurgelden ontvangen; een huurder kan het gehuurde
goed gebruiken, maar meer mag hij er niet mee doe).
- Daden van beheer zijn rechtshandelingen die het beheer van het vermogen beogen, zodat
goederen ook in de toekomst nog vruchten kunnen blijven opleveren.
- Daden van beschikking zijn rechtshandelingen die tot gevolg hebben dat goederen hetzij
definitief, hetzij voor lange tijd het vermogen verlaten, zoals bv. De verkoop van een woning,
de schenking van een geldsom, de verhuur van een woning voor een periode langer dan 9
jaar.
1.2. Geldigheid van rechtshandelingen
Een aantal voorwaarden moeten aanwezig zijn om effectief een rechtshandeling tot stand te laten
komen:
- Een wilsuiting
- Een voorwerp
- Een oorzaak
- Een bekwaam persoon
- Een overeenstemming met het imperatief recht.
A. Wilsuiting
Het moet een wil zijn zijn van een normale mens. Geesteszieken, zwaar mentaal gehandicapten,
dronken personen enz. kunnen dus geen volwaardige rechtshandelingen stellen
De wil mag evenmin tot stand komen op basis van:
- Psychisch of fysiek geweld (dwang)
- Opzettelijke misleiding (bedrog)
- Onopzettelijke misleiding (dwaling)
A.1. Dwaling
Dwaling is een verkeerde voorstelling van zaken. Onderscheid tussen dwaling omtrent de
zelfstandigheid van de zaak en dwaling omtrent de persoon.
Onder zelfstandigheid van de zaak verstaan we elk kenmerk dat de betrokken partij op het ogenblik
van het sluiten van de overeenkomst (of het stellen van een andere rechtshandeling) als essentieel
beschouwde en waarvan zij het sluiten van de overeenkomst afhankelijk wilde maken.