Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting practicum biochemie en biotechnologie - cursus + ppt + (berekeningen) verslagen + uitleg €6,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting practicum biochemie en biotechnologie - cursus + ppt + (berekeningen) verslagen + uitleg

1 vérifier
 53 vues  2 fois vendu

Samenvatting cursus + ppt + (berekeningen) verslagen + uitleg

Aperçu 6 sur 43  pages

  • 17 décembre 2023
  • 43
  • 2023/2024
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (14)

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: majdaleid • 1 mois de cela

avatar-seller
AnaisLingrong
Practicum Biochemie en Biotechnologie
Practicum biotechnologie en biochemie

1 PROTEINEBEPALING MET LOWRYMETHODE
A THEORIE


THEORIE
STRUCTUUR PROTEÏNEN / EIWITTEN: meest voorkomende organische moleculen in het menselijk lichaam
• Opgebouwd uit steeds weerkerende “motieven” van aminozuren (AZ)

- Structuur AZ:
° centraal C-stofatoom
° H-atoom
° aminogroep (-NH2)
° carbonzuurgroep (-COOH)
° variabele R-groep (of Rest-groep)
- AZ verbonden via peptidebindingen
-> N-terminus met C-terminus

• 4 verschillende niveaus in de structuur van eiwitten
1. Primaire structuur
= aminozuurvolgorde van het eiwit
2. Secundaire structuur
= plaatselijke ruimtelijke structuur die een bepaalde volgorde van aminozuren in een polypeptideketen
aanneemt (= α-helix en β-plaat)
3. Tertiaire structuur
= uiteindelijke driedimensionale vouwing van 1 polypeptideketen die ontstaat als verschillende delen van het
eiwit, elk met hun eigen secundaire structuur, bij elkaar komen
-> Hier vinden interacties plaats tussen zijketens AZ (H-bruggen, ionbindingen,..)
4. Quaternaire structuur
= manier waarop verschillende gevouwen polypeptideketens bij elkaar komen in de uiteindelijke eiwitstructuur


FUNCTIES VAN EIWITTEN
• Vorm en structuur van cellen en weefsels (bv. keratine,collageen)
• Beweging (bv. actine- en myosinefilamenten)
• Transport (bv. albumine, hemoglobine)
• Enzymen (bv. amylase, pepsidase)
• Hormonen (bv. insuline)
• Verdediging (bv. antilichamen)
=> Verlies van eiwitten kan leiden tot onherstelbareschade aan organen en orgaanstelsels



DENATURATIE
• Wat?
- verlies van de secundaire, tertiaire en quaternaire structuur
- primaire structuur blijft behouden
• Oorzaak? Tabel
• Gevolg? Functieverlies eiwit

,B PRAKTIJK

A VERDUNNINGSREEKS PROTEÏNE MAKEN: LOWRY-METHODE

Lowrymethode
= gevoelige colorimetrische assay => 2 kleurvormende reacties => verhoging van de gevoeligheid

1 Breng in verschillende proefbuizen de volumes (in ml) zoals weergegeven in onderstaande tabel:
• Oplossing A: NaOH (0,5 M),
CuSO4 (0,05%), Na2CO3 (10%),
NaK-C4H4O64H2O (Natrium
kaliumtartraat) (0,1%)
Opgelet! Cu++ is giftig!

• Oplossing B: waterigeoplossing van het
serumalbumine (200mg/l)

• Oplossing C: onbekende oplossing van
serumalbumine

2 Meng telkens, laat de oplossing 10 minuten bij kamertemperatuur staan.
=> Kleurreactie 1: Proteïne (oplossing B of C) + Cu2+ (oplossing A) => complexatie Cu2+ met peptidebindingen
-> in aanwezigheid van een base (NaOH) en natrium kaliumtartraat, met de peptidebindingen
-> diep blauwe kleur

3 Voeg aan elke proefbuis 4 ml Folin-Ciocalteureagens toe (oplossing D)
=> Kleurreactie 2: Proteïne + Folin- ciocalteureagens (oplossing D) => reductie fosfomolybdaat
-> reductie door reactie met tyrosine en tryptofaan in de proteïneketen
-> diep blauwe kleur
4 Meng goed door omzwenken (gebruik parafilm)
5 Laat de oplossing minimum 30 minuten bij kamertemperatuur staan.

B SPECTROFOTOMETRIE: LAMBERT-BEER

Lambert-Beer
= wanneer een lichtbundel met intensiteit valt door absorberend materiaal, zal het doorgelaten licht een lager
intensiteit hebben

• Transmissie:



• Absorbantie/Extinctie:



• Lineaire relatie tussen A en c van het absorberende staal:


ε = molaire absorptiecoëfficiënt ()



ð Handmatige berekening, in labo worden de exctinctiewaarden bekomen door de spectrophotometer

,1 Bepaal de extinctie bij 660 nm mbv spectrophotometer van de
- blanco (0)
- standaardoplossingen (1–7)
- onbekende oplossingen (8–10)

2 Trek de extinctiewaarde van de blanco (nr. 0) af van de extinctiewaarden van oplossingen 1-10
of
Stel de blanco als referentie (=0nm). Meet de waarden van oplossingen 1-10

2 Maak het gemiddelde van de extinctiewaarden van 8–10.

3 Zet de albumine-extinctiewaarden (1–7) uit in functie van de proteïneconcentraties (mg/l).

4 Bereken de proteïneconcentratie C van de onbekende oplossing (oplossing C) met behulp van deze ijkcurve




=> Vergelijking: y = ax + b, met y=extinctiewaarde en x=concentratie serumalbumine
-> door vergelijking om te vormen naar x met y=gemiddelde waarde onbekende oplossing serumalbumine, vind
je voor x de concentratie van de onbekende oplossing serumalbumine




ð Na de concentratie in het staal (c2) van de onbekende serumalbumineoplossing te berekenen, moet men de
concentratie berekenen van de onbekende serumalbumineoplossing in de STOCKoplossing (c1)
ð Mbv c1xV1 = c2 x V2

,2 PERIODAATOXIDATIE
A THEORIE
Doel: suikerbepaling adhv malaprade/periodaatoxidatie

SUIKERS OF KOOLHYDRATEN: belangrijkste energiebronnen voor zowel planten als dieren
• Algemene formule: (CH2O)n
• Enkelvoudig suiker of monosachariden: koolhydraat dat drie tot zeven koolstofatomen bevat
• 2 groepen:

Ketose: C=O in het midden
Aldose: C=O eindstandig

MALAPRADEREACTIE
In 1928 toonde Malaprade aan dat moleculen die vicinale hydroxylgroepen bezitten door periodaat geoxideerd
worden volgens reactieschema:




- Secundaire OH-groepen worden geoxideerd tot mierenzuur (HCOOH)
- Primaire OH-groepen (eindstandig) worden geoxideerd tot formaldehyde (CH2O)




Om de moleculen te oxideren zijn 5 splitsingen
nodig. Per splitsing wordt 1 molecule periodaat
verbruikt.

Men kan bepalen of een onbekende oplossing
een ketose of aldose is door deze oplossing te
laten reageren met een overmaat periodaat.
Door de verhoudign mierenzuur/periodaat te
bepalen kan men dit achterhalen.




B UITVOERING

VOORBEREIDING BLANCO EN ONBEKENDE (assistenten)
• Onbekende oplossing: 5 mL onbekende oplossing + 20mL periodaat
• Blanco oplossing: 5 mL H2O + 20mL periodaat

UITVOERING 2 TITRATIES
1 Na één week pipetteert men 1,00 ml van de onbekende in een erlenmeyer en voegt achtereenvolgens 5,0 ml
10% KI en ±3ml 1 M H2SO4 toe.
- KI zorgt voor vorming I2 1 mol IO4- = 1 mol I2
- H2SO4 dient als katalysator

,2 Titreer het vrijgestelde I2 met Na2S2O3 en enkele druppels zetmeeloplossing in het reactiemengsel. (Reactie 1)
Titreer tot de blauwe/bruinachtige kleur volledig verdwijnt.
-> I2 wordt omgezet in kleurloos I−
-> zodra al het I2 is omgezet, verdwijnt de blauwe/bruinachtige kleur




Herhaal vorige stappen nog een extra 2x met de onbekende en 2x met de blanco oplossing

3 Pipetteer in een tweede erlenmeyer 5,00 ml van de onbekende, en 1,0 ml ethyleenglycol (oplosmiddel)

4 Titreer na ± 10 min met 0,0500 M NaOH met fenolftaleïne als indicator. (Reactie 2)




De blanco wordt niet met NaOH getitreerd, enkel met Na2S2O3.

BEREKEN
• Het aantal mmol IO- verbruikt in 25,00 ml reactiemengsel.
4




1 Bereken het aantal mol Na2SO3 verbruikt mbv
- gegeven concentratie NA2SO3
- gebruikt volume tijdens de concentratie
2 Volgens reactie 1 is 1 mol I2 = 2 mol Na2SO3
-> deel bekomen mol Na2SO3 door 2. Dit is het verbruikt aantal mol I2
3 Bereken ook het verbruikt aantal mol I2 met de blanco als titrans
4 Trek het aantal verbruikte mol I2 van de onbekende af van het aantal vebruikte mol I2 van de blanco
-> Bij titratie met onbekende wordt 1 mol I2 minder gevormd dan bij titratie met blanco
-> Aantal mol I2 minder gevormd met onbekende als titrans
= aantal mol periodaat gevormd in erlenmeyer
= aantal mol periodaat verbruikt na de reactie
= aantal mol I2 verbruikt blanco – aantal mol I2 verbruikt onbekende
5 Vermenigvuldig het aantal verbruikte mol periodaat met 25
-> berekeningen waren voor toegevoegde blanco/onbekende 1mL

• Het aantal mmol HCOOH gevormd in 25,00 ml reactiemengsel




- Als verhouding dichter is bij 1
=> onbekende is aldose
- Als verhouding dichter is bij 0,6
=> onbekende is ketose

, 3 OPZUIVERING EN IDENTIFICATIE VAN DNA
A THEORIE


DNA
• Alle erfelijke informatie van een organisme ligt opgeslagen in het DNA
• Structuur:
- twee lange ketens van nucleotiden in dubbele helix
- ketens met elkaar verbonden via waterstofbruggen.
- vier verschillende nucleotiden met de nucleobasen
°adenine (A)
°cytosine (C)
°guanine (G)
°thymine (T)
• Strengen zijn complementair
-> basen kunnen alleen als basenparen (bp) AT en GC voorkomen
• Volgorde van nucleotiden bepaalt welke eiwitten er in het lichaam worden aangemaakt



PLASMIDE DNA
= cirkelvormige dubbele streng DNA die zich buiten het chromosomaal DNA bevindt
• De grootte van een plasmide: 1.000 - 200.000 baseparen
• Hiermee wisselen bacteriëen onderling genetische informatie
• kunnen in verschillende aantallen in een individuele cel of bacterie aanwezig zijn, variërend van één – honderden




• Plasmiden dragen altijd ten minste één gen
• Genen in een plasmide zijn meestal gunstig voor de ontvangende bacterie
-> kunnen er voor zorgen dat de bacterie nieuwe voedselbronnen kan aanspreken, gifstoffen kan aanmaken in
bepaalde omstandigheden of resistentie krijgt tegen bepaalde antibiotica
• Kan zich onafhankelijk repliceren
-> hiervoor bevat het plasmide ook een stuk DNA dat fungeert als startpunt voor replicatie
-> "origin of replication"
• Plasmiden die in een laboratorium artificieel worden aangemaakt bevatten ook steeds een selectiemarker
-> gen dat resistentie verschaft tegen een bepaald antibioticum (bv. ampicilline)




KUNSTMATIGE PLASMIDEN
• Worden vaak in biotechnologische en biomedische laboratoria gebruikt
-> genetische modificaties uitvoeren
-> nieuwe genen wroden ingebracth mbv restrictie-enzymen
• Zijn samengesteld uit stukken DNA die
- gewenste eigenschappen aan een cel kunnen toevoegen

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur AnaisLingrong. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

81113 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,99  2x  vendu
  • (1)
  Ajouter