Sociale zekerheidsrecht
H1. Begrip sociale zekerheid en sociale zekerheidsrecht 16/2
1. Beginselen onderliggend aan socialezekerheidsstelsels
1.1 Een omschrijving van sociale zekerheid in het algemeen
Definitie
• Verscheidenheid van mening nationaal en internationaal
• Prof. Van Langendonck: “het geheel van wettelijke systemen die prestaties leveren (bv. uitkering,
terugbetaling gezondheidszorg…) op individueel vlak, hetzij in geld, hetzij in natura, zonder
onderscheid naar de wijze van financiering, uitvoeringsorganisatie of aard of berekeningswijze van
de uitkeringen”
• Misschien te ruime definitie? Want je definieert niet de risico’s die als SZ-risico’s worden beschouwd
• Bv. onderhoudsgeld: fonds dat het voorschiet kan hier ook onder vallen, maar is geen SZ
Definitie II
• IAO-conventie (internationale arbeidsorganisatie) nr. 102 “dekking van de opgesomde sociale risico’s:
gezondheidsverzorging, ziekte, moederschap, invaliditeit, ouderdom, vroegtijdig overlijden,
arbeidsongevallen, beroepsziekten, kinderlast en werkloosheid.”
• Deze definitie somt de SZ-risico’s op, maar zorg en leefloon (sociale bijstand) zit er niet bij, want leefloon
was vroeger bv. iets van liefdadigheid: je had er geen juridisch subjectief recht op, ze konden kiezen om het
je niet te geven
• Deze definitie is iets wat de meesten als SZ-risico’s zien
• Gevaar van zo’n definitie:
• geen ruimte voor nieuwe (mpke) ontwikkelingen of sociale problemen binnen de SZ
• neemt de nationaalrechtelijke eigenheid avn landen niet mee
à Definitie III
• Werkdefinitie: geheel van (boven*)wettelijke regelingen die op basis van solidariteit prestaties leveren aan
personen geconfronteerd met een gebrek aan inkomen en/of met bijzondere kosten, omwille van een
sociaal risico
• Bv. ouderdom, overlijden van partner, arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, gezinslast, nood aan
gezondheidszorg of zorg en/of omwille van armoede
• * want sommige aanvullende regelingen ook als SZ beschouwd want voldoende mate van solidariteit
1
,1.2 Omschrijving van de sociale risico’s
Structuren die inkomen garanderen, waarborg bieden, ongelijkheden uit maatschappij regelen
Risico’s:
• Bv. ouderdom: (overlevings)pensioenen: werk brengt inkomen, op bepaald moment stoppen met werken
(ouderdom), inkomen valt weg, dus men probeert dit op te vangen
• à staat centraal: wegvallen van inkomen
• (het risico is ouderdom, hiervoor zijn er “pensioenen”, maar er bestaan ook andere
overlevingspensioenen)
• Bv. vermindering levensstandaard - overlevingspensioen
• Risico: levensstandaard dreigt te verminderen als partner wegvalt, daarom ook een
overlevingspensioen (niet de pensioenen van ouderdom)
• Traditioneel gezin = tweeverdieners, maar bij invoering SZ was traditioneel gezin = eenverdiener
(meestal de man) en partner ten laste
• à centraal: inkomen
• Bv. werkloosheid: werkloosheidsuitkering: men vangt je werkloosheid op, volgende fase: men helpt je aan
werk (activering)
• à centraal: inkomen
• Bv. arbeidsongeschiktheid: als je door ziekte niet kan werken (niet omdat er geen werk is op de
arbeidsmarkt), heb je een inkomensverlies: inkomen moet worden gecompenseerd
• Van korte duur (bv. griep)
• Van lange duur: invaliditeit: ziekteregeling à invaliditeitsregeling (heeft juridische gevolgen,
perspectief verandert: men gaat ervan uit dat je niet meer kan gaan werken; andere structuren
aanwenden zodat je terug op die arbeidsmarkt kan gaan werken)
• Moederschapsuitkering (zwangerschap): geregeld door SZ, niet door arbeidsrecht (werkgever
betaalt het niet meer, maar de SZ: moeder wordt niet betaald door loon tijdens moederschap (want
gevolg was: discriminatie: jonge vrouwen niet interessant)
• Vaderschapsuitkering (SZ)
• Arbeidsongevallen, beroepsziekte: betere uitkering
• à centraal: inkomen
• Bv. gezondheidszorg
• à centraal: kosten compenseren
• Bv. gezin: kinderbijslag:
• Fr en R: gekoppeld aan nataliteit (kindergeld bij het geboren worden van kinderen)
• Frankrijk: veel werkkrachten verloren tijdens de oorlog, dus geld geven aan de ouders om snel weer
kinderen te maken
• Rusland: veel geld geven om kinderen te krijgen
• Opvoeden van kinderen kost geld
• à centraal: kosten compenseren
• Bv. langdurige zorg (niet gezondheidszorg): geen medische zorgen, maar mensen die je helpen om
dagdagelijkse taken uit te voeren (bv. wassen) – vergrijzing maatschappij
• Bv. dekken in zorgverzekering
• à centraal: kosten compenseren
• Bv. leefloon (sociale bijstand) (menswaardig bestaan)
• ≠ werkloosheidsuitkering: je moet genoeg gewerkt hebben
• Maar kan zijn dat je dan nog in armoede dreigt terecht te komen
• OF je krijgt wel werkloosheidsuitkering, maar is niet genoeg…
• = residuair stelsel
• Art. 23 Gw: eenieder heeft recht op een menswaardig bestaan (nodige middelen om uit de armoede
te blijven) à leefloon is een belangrijke structuur hiervoor
• Het is ook een indicator: als er veel leefloon wordt gevraagd, dan is dit een teken dat de structuren
hierboven niet voldoende zijn
• 3 grote structuren van SZ:
• 1) inkomensvervanging
• 2) kostencompensatie
• 3) garantie van een menswaardig bestaan
2
, • MAAR ook: studiebeurzen: dit is een investering in de maatschappij; vakantiegeld: dit is eerder arbeidsrecht
MAAR formeel gezien is dit SZ
Ongelijkheid/solidariteit = kloppend hard van SZ-recht, waardoor niet alle structuren die uitkeringen geven SZ zijn als
er geen sprake is van solidariteit
- Als iets een privéregeling is, ook al is het uitkering (bv. contract bank) dan is dit indicator dat het geen
solidariteit/SZ is
o Bv. hospitalisatieverzekering: dekt de niet gedekte zorg in het ziekenhuis (bv. comfort: kamer alleen
– artsen mogen dan hogere erelonen vragen dan wat in de conventies staat want is indicatie van
vermogendheid: tegenover hen mogen ze meer vragen)
o Comfort ≠ SZ ≠ publieke structuur = privéregeling
o Regelingen waar solidariteit beperkt aanwezig is zijn vaak eerder privéregelingen waar vaak juridisch
gezien contracten aan de grondslag liggen
- Als door wetgeving ingericht, kans groot dat het publiek en dus SZ is
o SZ is meestal publiek geregeld omdat het een minimum aan bescherming biedt
o Regelingen waar er voldoende solidariteit aanwezig is zijn vaak om (inkomens)ongelijkheden te gaan
balanceren
o als je extra bescherming wilt, moet je dit zelf regelen (bovenop aanvullend)
o Bv. hospitalisatie = iets bijkomend, privé; basiskosten worden gedragen door gezondheidszorgstelsel
o Maar NIET ATLIJD
§ Bv. arbeidsongevallenregeling (wetgeving) = privé, maar toch solidariteit
- WAAROM stelt men de de publieke regelingen VERPLICHT?
o Want SZ is een kost en om solidariteit te garanderen moet men bijdragen genereren die ervoor
zorgen dat de lasten van SZ eerlijk worden verdeeld over de samenleving en men dus uitkeringen
kan doen
o SZ regelingen moeten door publiek recht/parlement opgelegd worden
o Als je het niet verplicht oplegt, gaan sommigen niet meedoen
- WANNEER heeft het te maken met solidariteit?
o Wanneer is een regeling een sociale / privé regeling?
§ Sociale: vrijgesteld van mededingingsregels
§ Privé: niet vrijgesteld van mededingingsregels
o Waarom is het wettelijk pensioen verplicht? Want het bevat een hoge mate van solidariteit, het zijn
dus geen privéregelingen, maar sociale regelingen die buiten toepassing van mededingingsregels
vallen (zolang er voldoende solidariteit is)
§ Vaak aanvullende pensioenen (bv. pensioensparen bij bank): moeilijk om verplicht te stellen
= privéproduct
o Wat is voldoende mate van solidariteit?
o Zie volgend…
SZ is niet louter compensaties in geld
- SZ-stelsels leggen steeds meer nadruk op voorkomen van sociaal risico (bv. werkloohsheid vermijderen door
arbeidsbemiddeling en opleiding, ipv gelduitkering)
3
, 1.3 Solidariteitstechnieken om de SZ vorm te geven
Vertikale
Vertikale en horizontale
en horizontale herverdeling
herverdeling
• Vertikaal (inkomen)
• Horizontaal (groep)
5 Faculteit Rechtsgeleerdheid - Instituut voor Sociaal Recht
- Bij SZ is er zowel verticale als horizontale solidariteit en herverdeling
- Verticale: hoe hoger je beroepsinkomen, hoe hoger je bijdrage
o Sommigen betalen niets, maar genieten toch mee van SZ
o Men probeert meer gelijkwaardigheid te creëren
o Moeilijk te regelen op vrijwillige basis, daarom verplicht stellen!
à publiekrechtelijke wettelijke regeling
- Horizontaal = groepssolidariteit (als ik Soffer word, gaan anderen van de groep voor mij betalen)
o Horizontale solidariteit = solidariteit tussen mensen die een laag risico lopen en mensen met een
hoog risico (personen die geen risico lopen staan in voor de personen die een hoog risico lopen)
o Bv. privéverzekering: als ik schade berokken, dan gaat de groep van verzekering mee voor mij
betalen (geen verticale solidariteit, dus dit is geen SZ)
§ Je negotieert, obv contract (jij wil de laagste prijs vastkrijgen, bank gaat jouw risico
inschatten)
o Riscio = probalitity x damage
- Sommige technieken zijn solidair, maar kunnen niet gekwalificaard worden als SZ, bv. loutere liefdadigheid
die niet is ingebed in een publiekrechtelijke regeling à publiekrechtelijk karakter (overheidsaanmoediging of
-inmenging) is essentieel om een regeling als onderdeel van SZ te kwalificeren
Bepaling premie/bijdrage
• Particuliere (privé) verzekering:
• R=PxD
• Weinig verticale solidariteit (enkel groepssolidariteit)
• Betaald door particuliere verzekeraars
• Sociale zekerheid (sociale verzekering):
• bijdrage wettelijk vastgelegd – doorgaans proportioneel (%) hoogte beroepsinkomen
• Veel solidariteit
• Betaald door de OH en biedt dekking aan bv. werknemers
• Bv. ziektekostenverzekering, arbeidsongeschiktheidsverzekering, werkloosheidsverzekering…
4