Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
HBO V samenvattingen van AFP t/m lesweek 14 €5,92   Ajouter au panier

Resume

HBO V samenvattingen van AFP t/m lesweek 14

 34 vues  1 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Ingevulde invulsamenvattingen Tot en met lesweek 14 Op farmacologie en algemene hart na

Aperçu 4 sur 35  pages

  • Non
  • Verschillende
  • 12 décembre 2023
  • 35
  • 2023/2024
  • Resume
avatar-seller
WGAF ademhaling: invul-samenvatting
Het invullen van onderstaande samenvatting helpt je om de leerstof gericht door te nemen en actief
bezig te zijn met de stof. Daarnaast heb je op deze manier direct een kernachtige samenvatting die je
kunt gebruiken als naslag of ter voorbereiding op de toets.


Het ademhalingsstelsel bestaat uit de luchtwegen en de longen. De belangrijkste functie van de
luchtwegen is transporteren van lucht naar de longen.

De bovenste luchtwegen bestaan uit je mond, je neus, je keel en je strottenhoofd

De onderste luchtwegen bestaan uit je luchtpijp, de luchtpijpvertakkingen en het longweefsel

Inademen door de neus heeft voordelen ten opzichte van inademing door de mond. De neusholte zorgt
ervoor dat de ingeademde lucht wordt:
1) gezuiverd

2) verwarmd

3) bevochtigd

4) gekeurd



De bouw van de trachea is anders dan bijvoorbeeld de bouw van de bronchioli. Vergelijk de bouw van
deze structuren met elkaar en verklaar de verschillen:

Trachea grootste

Bronchiën minder groot

Bronchioli kleinste


De functionele eenheden van de longen zijn de longblaasjes, ook wel alveoli genoemd. Hier vindt het
uitwisselen van zuurstof (O2) en koolstofdioxide (CO2) plaats tussen het interne en externe milieu. Dit
proces noem je ook wel de gaswisseling en vindt plaats volgens het principe van diffusie.
Diffusie betekent zorgen dat de concentratie gelijk wordt.

Gaswisseling in de longen:
De zuurstofspanning (PO2) in de alveoli is hoger / lager* dan in het aanvoerende capillaire vat. Hierdoor
diffundeert zuurstof uit de ingeademde lucht naar het bloed en bindt dan grotendeels aan hemoglobine
in het bloed, waarna het vervoerd wordt naar de perifere weefsels. CO2 diffundeert vanuit het bloed
naar de alveoli, omdat de koolstofdioxidespanning (PCO2) in de alveoli hoger / lager* is dan in het
aanvoerende capillaire vat. De CO2 kan worden uitgeademd.

,Gaswisseling in de perifere weefsels:
Als gebonden zuurstof aan komt in de perifere weefsels laat het daar makkelijk los, omdat de PO2 in de
weefsels hoger/lager* is dan in het bloed. De weefsels geven koolstofdioxide weer af aan het bloed,
omdat de PCO2 in de perifere weefsels hoger/lager* is dan in het bloed.

Wanneer CO2 moleculen in het bloed zijn terechtgekomen, transporteert het bloed CO2 op
verschillende manieren naar de longen:
1) verbranding binnen in een cel

2) ________________________________________

3) ________________________________________


Ademhalingsbewegingen:
De longen zijn elastisch en zitten door middel van de longvliezen, ofwel pleura vast aan de binnenkant
van de thoraxholte. Dat betekent dat de longen omgeven worden door twee dunne bladen (vliezen). De
spleetvormige ruimte tussen de beide bladen wordt de pleura holte genoemd.

Het buitenste blad (de pleura pariëtalis) zit vast aan de thoraxholte, het binnenste blad (de pleura
visceralis) aan de longen. De pleuraholte is gevuld met vocht. Verder is de pleuraholte vacuüm. Door
deze constructie volgt het binnenste blad het buitenste blad. Daardoor volgen de longen de bewegingen
van de borstwand en van het diafragma.

Beschrijf hoe bewegingen van de borstwand en het diafragma zorgen voor drukverschillen in de longen
en daardoor voor verplaatsing van lucht:
Inademing (inspiratie): het middenrif (diafragma) wordt door de middenrifspieren afgeplat en trekken
de buitenste tussenribspieren de ribben omhoog. Zo komt er meer volume in de borstholte. Het borst
en long vlies worden meegetrokken en in de longen ontstaat er onderdruk ten opzichte van de
atmosferische druk.


Uitademing (expiratie): ontspannen de spieren die bij inademen zijn aangespannen. Diafragma veert
terug en ribben vallen naar beneden. Volume wordt verkleind en de lucht verlaat de luchtwegen.


Een normale ademfrequentie voor een volwassenen is 15 per minuut.
Een te hoge ademfrequentie noem je hyperventilatie en een te lage ademfrequentie noem je
benauwdheid (dyspneu) De ademfrequentie van kinderen is hoger/lager* dan die van volwassenen.
Z



Een normale ademhaling vindt automatisch plaats, zonder dat je daarbij na hoeft te denken. Soms moet
er iets aangepast worden in bijvoorbeeld de frequentie of diepte van de ademhaling. Dit gebeurd
grotendeels reflexmatig en wordt gereguleerd door het ademhalingscentrum gelegen in de hersenstam
Om de ademhaling goed te kunnen reguleren, moet het ademhalingscentrum geïnformeerd worden. Dit
gebeurd door:

,1) chemosensoren, beschrijf wat dit zijn en waar ze zitten:
liggen in de hersenstam en reageren op een verandering van de concentratie CO2 en pH van het
hersenvocht

2) rekkingsgevoelige sensoren, beschrijf wat dit zijn en waar ze zitten:

In de bronchiënwant en ze worden geprikkeld als de wand uitrekt

Longfunctie
De longfunctie kan onderzocht worden door middel van een spirometrie
Hierbij wordt er in een buis geademd die aangesloten is op een computer en worden de ademhalingen
geanalyseerd.

Deze longfunctiegrootheden geven een beeld van de werking van de luchtwegen:

 De hoeveelheid lucht die in één ademteug wordt ingeademd wordt ademvolume genoemd.
 De vitale capaciteit is de hoeveelheid lucht die na een maximale uitademing kan worden
ingeademd.
 De hoeveelheid lucht die na maximale uitademing in de longen achterblijft, heet residuvolume
 De hoeveelheid lucht die na een gewone uitademing extra uitgeademd kan worden heet
expirator reservevolume
 De hoeveelheid lucht die in één minuut wordt in-of uitgeademd heet ademminuutvolume
 De hoeveelheid lucht die na een gewone inademing extra ingeademd kan worden heet
inspiratoir reservevolume
 éénsecondelongcapaciteit is de hoeveelheid lucht die in één seconde uitgeademd kan worden.
Dit zegt iets over doorlaatbaarheid van de luchtweg
 De hoeveelheid lucht die longen bevatten na maximale inademing is de totale longcapaciteit
 Functionele residulongcapaciteit is de hoeveelheid lucht die na een rustige uitademing nog in
de longen zit.
COPD
COPD staat voor chronic obstructive pulmonary disease

Beschrijf de pathofysiologie van COPD:

1 Emfyseem -> permanente beschadiging van de wand en de kleine luchtzakjes in de longen

2) Chronische bronchitis -> constante irritatie van bronchiën. Slijmvliezen produceren veel slijm en
hierdoor benauwd en veel hoesten.

WGAF Celleer: invul-samenvatting.
Het invullen van onderstaande samenvatting helpt je om de leerstof gericht door te nemen en actief
bezig te zijn met de stof. Daarnaast heb je op deze manier direct een kernachtige samenvatting die je
kunt gebruiken als naslag of ter voorbereiding op de toets.


Opbouw van cel tot orgaanstelsel

,  De cel is de kleinste stofwisselingseenheid en bouwsteen van ons lichaam.
 Sommige cellen zijn voorbestemd om een bepaalde functie uit te oefenen, bijvoorbeeld een
spiercel of zenuwcel. Na de celdeling zullen er dan bepaalde genen in het DNA actief worden die
zorgen dat de cel veranderingen in de bouw gaat vertonen. Dit noem je cel differentiatie
 Cel specialisatie is het vermogen oom een specifieke functie te vervullen.
 Meerdere cellen bij elkaar met een soortgelijke bouw en gemeenschappelijke functie(s) noem je
een weefsel Voorbeelden hier van zijn epitheel, bindweefsel etc.
 Een orgaan is een geheel van weefsels dat een specifiek taak heeft binnen het lichaam.
 Een orgaanstelsel is opgebouwd uit organen en vervullen één of meerdere afzonderlijk te
beschouwen taken in het organisme

Benoem de orgaanstelsels en hun functies:
- Transport (circulatiestelsel) -> bloedvatenstelsel, het lymfevatenstelsel en het afweersysteem
- Voedselvoorziening (spijsverteringsstelsel) -> spijsverteringskanaal, spijsverteringsklieren en de
spijsverteringsorganen
- Uitscheiding (urinewegstelsel) -> nieren en de darmen
- Gaswisseling (ademhalingsstelsel) -> luchtwegen en de longen
- Begrenzing -> huid

Je lichaam heeft elf orgaanstelsels: het skelet, het spierstelsel, het ademhalingsstelsel (je
ademhalingswegen en je longen), het hart en vaatstelsel, het verteringsstelsel (je slokdarm, maag en
darmen), het zenuwstelsel (je hersenen, ruggenmerg en zenuwen), het voortplantingsstelsel (een
baarmoeder, eierstokken en zaadballen), het urinestelsel (je nieren, urinewegen en blaas), het
hormoonstelsel (met o.a. je schildklier, hypofyse, etc.), het lymfestelsel en de huid.

Bouw cel en organellen:
Een cel is gevuld met cytoplasma/protoplasma, hierin zijn veel stoffen opgelost zoals water, eiwitten,
vetten en zouten. Een cel is omgeven door een celmembraan welke bestaat uit een dubbele laag
fosfolipiden.
De functie hiervan is de celmembraan bijna vloeibaar, vervormbaar en waterafstotend te maken. En
dat er niet zomaar stoffen uitlekken of binnen dringen. De interne omgeving van de cel scheiden van
de externe omgeving.

Tevens bevat elke cel zogenaamde organellen welke allemaal een andere functie hebben. De
belangrijkste zijn:

 De celkern bevat DNA met erfelijke eigenschappen en met informatie voor de eiwitsynthese in
de cel.
 Ribosomen zijn verantwoordelijk voor de eiwitsynthese in de cel.
 Mitochondriën zorgen voor energie in de cel



Celstofwisseling
De cel is verantwoordelijk voor stofwisseling, dit wordt ook wel metabolisme genoemd. Met
stofwisseling wordt bedoeld: alle biochemische reacties die in de cellen plaatsvinden
Je kan hierin onderscheid maken tussen twee soorten reacties:

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur marlouk18. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,92. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80467 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,92  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter