Samenvatting van het vak Politieke Communicatie gegeven door Peter van Aelst. Bevat lesnotities en powerpoints van 2022/2023. Heb hiermee een 16/20 behaald
Graber (2005): “the construction, sending, receiving and processing of messages that potentially
have a significant direct or indirect impact on politics. The sender or receiver may be politicians,
journalists, members of interest groups, or citizens”.
Je maakt een bericht, verstuurt dat, iemand ontvangt dat en vervolgens wordt het verwerkt. Deze
berichten kunnen ons/de politiek direct én indirect beïnvloeden.
Chaffee (1975): « Pol Com is about the role of communication in the political process »
Drie spelers:
1) De politiek
2) Media
3) Het publiek
Sociale media staat hier middenin
Zeven stellingen:
1) Politieke communicatie raakt de kern van politieke wetenschappen
Media binnen de politiek gaat over de kern van democratie. Als je geen persvrijheid hebt, heb je
zelden een democratie deze twee gaan hand in hand (bv. N-Korea).
Jaren 1996 waren er meer democratieën tegenover 1986. Dit komt door de val van de Berlijnse
Muur. Nog meer gestegen in 2006. Lichte daling in 2016 (door Arabische Lente??).
2) Ongenoegen over media is van alle tijden
Iedereen moet een (gezonde) kritische houding aanhouden ten opzichte van de media
Wetenschappelijk debat tussen media pessimisten (vroeger was het beter en het gaat bergaf) en
media optimisten (het wordt alleen beter)
3) Objectief nieuws bestaat niet
Een journalist zal altijd aan een bepaalde vorm van framing doen wanneer hij het nieuws selecteert
en weergeeft. Dit is onvermijdelijk.
Maar objectiviteit blijft een mooi ideaal. Meer haalbaar is onpartijdig nieuws?
1
,Politieke communicatie 2022-2023
4) Politieke macht van de media wordt overschat
Deze stelling gaat in tegen wat politici hierover zeggen. 89% van de politici geloven oprecht dat de
media te veel politieke macht heeft. 34% journalisten geloven dit ook.
We gaan proberen weggaan van een media-almacht denken en gaat richting voorwaardelijk denken:
welke factoren bepalen dat de invloed van de media groter of kleiner is.
5) Media-invloed is een empirische vraag
Wetenschappelijk debat tussen minimal effect hypothesis en de powerful mass media
Uitdagingen:
Alomtegenwoordigheid van (nieuwe) media:
Mediatisering: politici passen zich aan aan de media. Soms gebeurt dit vooraf
6) Politieke communicatie is systeem gevoelig
“Political media system”
US exceptionalism er is een groot verschil tussen de VS en België. Het medialandschap in de VS
ziet er helemaal anders uit
7) Nieuwe media betekent niet het einde van de klassieke media maar hybriditeit
Fouding fathers
Machiavelli: de eerste man die politieke leiders ging adviseren over hun communicatie. Hij zei dat je
als leider niet geliefd en gevreesd kon zijn, dat je moest kiezen (en best gevreesd koos).
Walter Lippmann: schreef het boek ‘public opinion’. “the world outside and the pictures in our
heads”.
Harold Lasswell (1948): Who says what in which channel to whom with what effect ?
Paul Lazersfeld (1945): The people’s choice: de eerste verkiezingssurvey
McQuail & Trenaman (1961): Televsion and the public image
Blumler J. and McQuail D. (1968) Television in Politics: Its Uses and Influence
Nu is communicatiewetenschap een discipline waar veel vrouwen in werken
2
,Politieke communicatie 2022-2023
Theorieën
1. Normatieve theorieën over (democratische) rol media
2. Theorieën over nieuwsproductie
3. Media-effect-theorieën
4. Informatieverwerking
5. Mediatisering van de politiek
6. Politieke agenda-setting
Mediatisering van de Vlaamse politiek
Methoden in politieke communicatie
Kwantitatief (tellen/meten/in kaart brengen) versus kwalitatief (interpreteren/begrijpen)
Hoe informeren jongeren zich over politiek? surveys
Op welke manier gaan politici sociale media gebruiken? inhoudsanalyse
Hebben Facebook berichten van politici effect of burgers? berichten manipuleren en
voorleggen aan respondenten
3
,Politieke communicatie 2022-2023
Les 2: Politiek nieuws
Mediatisering
Eerste dimensie: media zijn de belangrijkste bron van informatie
Tweede dimensie: media zijn politiek onafhankelijk
Derde dimensie: media bepalen zelf hun format en inhoud
Vierde dimensie: politieke actoren en processen passen zich aan de media en haar logica aan
Eerste fase van mediatisering
Is in België (Vlaanderen) aan de eerste fase voldaan? Ja!
Aanbodzijde: stijging hoeveelheid nieuws & duiding
Vraagzijde: burgers leren vooral over politiek via massamedia
Media-effecten op burgers (volgende les)
Nieuwsmedia 2021 (slide 6): mensen informeren zich voornamelijk online, radio en televisie
Nieuwsgebruik Vlaanderen 2021 (slide 7): 67% van de bevolking geeft aan op één of andere manier
het nieuws van de openbare omroep te consulteren (dit is zeer hoog!). De klassieke/traditionele
media bepalen nog zeer sterk hoe wij ons informeren
Tweede fase van mediatisering
Van politieke logica…
= Partijdige logica (geschiedenis kranten): een bepaalde partij/strekking ging een krant oprichten als
een spreekbuis om hun boodschap te verspreiden. Kranten gingen de mensen informeren maar ook
sturen in een bepaalde richting één visie, één boodschap
= Partijlogica (geschiedenis omroep): men ging een soort ‘weegschaal’ handteren en men ging
zendtijd en benoemingen handteren. Partijen waren van belang maar de uitkomst was zeer
verschillend: de partijen moesten elkaar in evenwicht houden verschillende visies komen aan bod
… Naar medialogica
Kranten: van partijdige logica…
Naoorlogse periode (1945): verzuild krantenlandschap als je christelijk was, las je de krant van de
christelijke zuil (‘het Volk’) en stemde je op de bijhorende partij
Het Volk was een partijkrant
De Standaard was geen partijkrant, maar een opiniekrant met een duidelijke visie: Vlaams
en christelijk (een beetje conservatief). DS had een zekere onafhankelijkheid
4
, Politieke communicatie 2022-2023
Zeer geleidelijke ontzuiling
Politieke voorkeur (uitgesproken – subtiel – geen voorkeur)
Gewone en -verkiezingsberichtgeving
Financiële banden partijen sponsorden de kranten
Dubbelfuncties vaak mensen van het bestuur van het partij die ook in de redactie van een
krant zaten
Conclusie: een ‘traag’ proces in Vlaanderen maar wel duidelijk nu. Kranten distantiëren zich nu echt
volledig van een partij en zijn onpartijdig
↔ In tegenstelling tot andere landen
UK: ‘The Sun’ is een conservatieve rechtse tabloid (veel tabloids daar)
UK: ‘Daily mirror’ is eerder links
In de UK spraken heel veel tabloids zich uit over de Brexit
Voorbeeld: toen Boris Johnson werd verkozen was de Daily Mirror hier enorm tegen en the
Sun hier uitgesproken voor
Deze zaken zouden we niet in België zien deze dagen
Illustratie geleidelijke ontzuiling onderzoek
1958: “Vrijheid of socialistische dictatuur?” (DS) duidelijk antisocialistisch
1968: “De Vlaamse PVV ministers hebben hun taak volbracht zonder zwakheid, in tegenstelling tot
hun voorgangers van de CVP die duidelijk tekort kwamen” (HLN)
Stemadvies; zeer negatief over tegenstanders; gratis plaatsten van propaganda; verzwijgen
van manifestaties van tegenpartij, geen scheiding opinie – berichtgeving, …
1974: “De kristen-demokratie blijft niet alleen de sterkste formatie van het land, maar treedt naar
voor als de meest dynamische factor in de politieke toestand” (DS)
Duidelijke voorkeur voor partij, minder sloganesk, geen expliciet stemadvies
In de jaren 70 gebeurt dit nog een beetje maar het wordt veel subtieler
1985: “De PVV heeft ook verloren, maar in 1981 had ze een te hoog peil bereikt. Ze is nu op haar
normaal peil teruggekomen” (HLN)
Voorkeur meer na de verkiezingen dan ervoor; voorkeur meer tussen de regels of in
opiniebijdragen; minder lof, maar ook weinig kritiek voor de zuilpartij
Voorkeur is meer subtiel
1999 (HLN); Verhofstadt =“vertrouwen wekkend politicus” versus “De boertigheid van CVP
boegbeeld Dehaene”
Voorkeur meer op niveau van personen dan op niveau van de partij
Voorbeeld: toon van berichtgeving in HLN/DS (slide 16) berichtgeving is steeds meer neutraler
Omroep: van partijlogica…
5
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur feedejonckheere. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.