PENOLOGIE – PARTIM COLMAN
Algemene informatie
Boek ‘Howardreizen’; hoe lezen? – Proloog, Noorwegen, Nederland en Verenigd Koninkrijk -
- Wat zijn de belangrijkste ideeën van de auteur in dit hoofdstuk?
- Wat zijn de opmerkelijkste vaststellingen in dit land?
- Welke bedenkingen kan je formuleren bij dit hoofdstuk en kan je die linken aan de cursus?
▪ Strafdoelen, effecten van straffen, aan context straffen/omgeving
Effectiviteit van straffen: Hoe meten we effectiviteit en wat begrijpen we eronder?
1. Inleiding
Het oplossen van een criminaliteitsprobleem?
- Preventief of strafrechtelijk? → Vandaag zal het gaan over strafrechtelijke oplossingen
- Verleden (vergelden) vs toekomst (recidive voorkomen/afschrikking/herstellen)?
- Emotie (doodstraf is een emotionele straf) vs ratio (gevangenisstraf; nadenken over het goede en het slechte)
- Burger: roep om adequater (=strenger?) te straffen?
Strenger straffen zorgt voor dalende criminaliteitscijfers? “NEEN”
- Het publiek heeft een bepaald idee over de straf, want ze zullen altijd vragen om adequater te gaan straffen,
maar wat bedoelt men hiermee? Adequater staat voor de publieke opinie vaak gelijk aan strenger straffen.
“Helpt wat niet”?
“Werkt niet” - op/voor
wat/voor wie?
BOOTCAMPS zijn geïnspireerd op militaire camps
Men dacht dat als we jonge plegers van delicten naar bepaalde bootcamps sturen, dan is dit een straf dat hen zou
resetten waardoor een welbepaald delict niet meer zou geplleegd worden. Het was een buikgevoel dat de bootcamps
effectief zouden zijn voor het niet meer plegen van een nieuw delict, MAAR geen effect op recidive.
- Naar analogie met militaire basistraining
Wat denken jullie? Effectief
- Drill, rituelen, fysieke activiteiten
ovv recidive/specifieke
- Vooral gericht op jonge, niet-gewelddadige daders
preventie?
- 1980-1990: explosief stijgend aantal bootcamps in VS
Meta-analyse (Mackenzie et al., 2001):
Geen verschil in recidivecijfers tussen correctional bootcamp en andere correctional straffen
Men dacht dat als we mensen naar bootcamps sturen, dat er minder mensen in de gevangenissen zouden
zitten, MAAR dit had geen effect opp de overbevollking in de gevangenissen of op een besparing van de kosten.
DUS hebben bootcampps niet echt gezorgd voor efficiëntie…
,Effectiviteit (= doellstellingen die we beogen, gaan we die bekomen?) versus legitimiteit
A clockwork orange
- De “ludovico” methode
- “Het werkt” want bij zien geweld => °misselijkheid
▪ Effectiviteit ≠ legitimiteit (Toharia, 2003) => hier kan een spanningsveld bestaan
▪ De overheid kiest niet altijd voor effectieve, noch legtitieme, noch efficiënte straf
o Bv. Een gevangenisstraf is niet effectief op vlak van het reduceren van recidive, MAAR toch is
de straf er nog. Het is niet omdat de overheid kiest voor een bepaalde straf dat deze
effectief is.
- Effectieve interventies
▪ Men kiest voor een wetenschappelijk onderbouwde straf, niet voor jouw buikgevoel.
▪ Hoe weet je dat iets effectief is?
o Het moet in lijn zijn met de doelstellingen van de straf, dus welke strafdoelen?
Bv. Herstel, vergelding, normherinnering, afschrikking, preventie…
Functie en doelstelling straf
- Penologisch onderzoek: toepassing en werking van de straf
- Wat is het doel van de straf? Werkt een straf effectief?
Bv. Een gevangenisstraf:
▪ Normherinnering, vergelding vs Specifieke preventie, resocialisering
In de media
- Strenge straffen is een fundamenteel probleem in onze samenleving…
▪ !!! We moeten naar kortere en effectieve straffen !!!
- EXAMENVRAAG:
▪ Actualiteit volgen
Bv. We hebben een nieuwe Minister van Justitie die aan het nadenken is over penologie.
“Het gevangenisbeleid → Het uitvoeren van kortere gevangenisstraffen…”
Hoe weet je dat “iets werkt”?
- Meta-analyse, op zoek in de literatuur naar studies
▪ Resultaten uit diverse gerichte (effect)studies die onderzoek hebben gedaan naar een specifiek effect
combineren, bijvoorbeeld effectiefstudies over een gevangenisstraf.
▪ Effect aan de hand van de Maryland Scientific Method Scale (MSMS)
= Een tool om de kwaliteit van een effectstudie te behalen, wat is het niveau van mijn effectstudie?
o 5 niveaus
o Hoogste niveau: RCT (gerandomiseerd experimenteel opzet)
→ Moeilijk in criminologisch onderzoek
,Wanneer iets niet “werkt?”
- Probleem met:
▪ Theoretische onderbouw
▪ “Logic flow”: doelstelling, actie, middelen
▪ Interventie niet aangepast aan de doelgroep
Voorbeeld meta-analyse straffen (rehabilitatie- recidive)
What works in offender rehabilitation? (Martinson, 1974) → De bekendste meta-analyse op vlak van straffen
- Nothing works was een politieke vertaling omdat ze opdat momment niet klaar waren voor een meer
rehabilitatieve aanpak. Ze wilden terug naar strenger straffen, een meer repressieve aanpak.
- 1979: ‘contrary to my previous position, some treatment programs do have an appreciable effect on recidivism.
Some programs are indeed beneficial; of equal or greater significance, some programs are harmful.’
- “Something works”- Wat werkt voor welke subgroep?
▪ Hij bedoelde met zijn werk dat de rehabilitatieve aanpak werkt voor sommigen, maar voor sommige
anderen dan weer niet. Dus het kan effectief zijn voor sommigen, onder bepaalde omstandigheden,
maar voor anderen kan het niet effectief zijn.
What Works-principes of RNR-model, gebaseerd op meta-analyses van “wat werkt (ovv individuele
recidivebeperking)”
- Drie basisprincipes in literatuur → Effectiviteit interventie voor individuele dader wordt bepaald door:
1. Risicobeginsel (risk principle)
▪ Bij de interventie moet je rekeninghouden met het risico van de individuele dader.
Bv. Laag risico dader = laag risico interventie
Risicotaxatie, ° risk assessment tools
2. Behoeftebeginsel (need principle) verbonden aan de RNR-principes
▪ Op de factoren die tot het crimineel gedrag hebben geleid, kan men inspelen tijdens de interventie
3. Responsiviteitsbeginsel (responsivity principle)
▪ Je gebruikt welbepaalde methodieken, want de persoon verschilt in aanpak en persoonlijkheid.
+ bijkomende kenmerken
4. Behandelmodaliteit (methodieken)
▪ De interventie combineert het best verschillende aspecten, dus verschillende methodieken.
5. Programma-integriteit (theoretische onderbouw)
6. Professionaliteit
▪ Het gaat over de professionele actoren die de interventie zullen uitvoeren.
Op basis van verschillende meta-analyses is men gekomen tot de what works benadering. “Wat werkt op het vlak van
individuele recidivebeperking?” “Hoe moet een interventie er uitzien zodanig dat je gaat komen tot een optimale
recidivereductie?” Op basis van meta-analyses rond risico-reductie kunnen we stellen dat als je die beginselen volgt
bij het maken van een interventie, dat je meer kans hebt op risicoreductie.
Hoe meer basisprincipes worden nagevolgd,
hoe beter dit zal zijn qua effect op het vlak
van risicoreductie.
, ! Bedenkingen bij het RNR model
- Geringe aandacht voor de wensen en de behoeften van de delictplegers
▪ Screening: focus op risico en behoeftenprincipe eerder dan responsiviteit
▪ Focus op risico’s, niet op zaken zoals sterktes, protectieve factoren, zelf keuzes maken
o Er wordt te weinig rekening gehouden met de toekomst, beschermende factoren, dus niet
gefocust op de sterktes van de persoon.
▪ Good Lives Model, desistance
o Zedendelinquenten
o Schaars, voorzichtig positief, bewijs voor effectiviteit
- Effectiviteit- bijzondere preventie, quid andere strafdoelen?
- Slachtoffer nog meer op de achtergrond
2. Effectiviteitsonderzoek
Effectiviteit hangt samen met strafdoel
1. Absolute/retributivisme (verleden) versus relatieve/utilitaristische (toekomst) theorieën
- Effectiviteit van straffen sluit aan bij utilitaristisch standpunt
2. Specifieke preventie, generale preventie, herstel
- Onderzoeken naar effectiviteit zijn vooral gericht op generale en specifieke preventie
a) Generale preventie door oa
▪ (Interventies gericht op) afschrikken groep
b) Specifieke preventie door oa
▪ (Interventies gericht op) afschrikken individu
▪ (Interventies gericht op) verbeteren/resocialiseren
▪ (Interventies gericht op) neutraliseren
Er zijn theorieën die vasthange aan het verrleden en thoerieën die vasthangen aan de toekomsst.
Het verleden is vooral gericht op vergelding, leedtoevoeging…
MAAR, als we kijken naar effectiviteitsonderzoek, dan kijken we voornamelijk naar onderzoeken die gericht
zijn op de toekomst.
Effectiviteitsonderzoek – generale preventie (afschrikking)
I. Kunnen (lange en strenge) straffen (potentiële) daders afschrikken?
Resultaten zijn niet eenduidig
- Dölling et al., 2009; Hermann & Dölling, 2016
▪ Afschrikkend effect groter bij zekerheid/kans op bestraffing dan bij ernst bestraffing
▪ Afschrikking hangt ook af van het type misdrijf
o Meest significante effect bij ‘minder ernstige’ delicten: verkeer, milieu, belasting, diefstal
- Afschrikwekkende werking straf staat niet onomstotelijk vast
▪ Officiële straf in verleden geen afschrikking– soms contraproductief door gewenning
Bv. Stel dat je in het verleden niet gestraft bent geweest, dan zal het afschrikkend effect er de volgende
keer niet meer zijn, want de pakkans is er niet geweest.
▪ Wel combinatie van onder andere:
1. Subjectieve perceptie pakkans/dreiging
2. Zekerheid bestraffing
Arrestatie na delict: toename gepercipieerd risico op arrestatie maar bij frequente
overtreders vervaging bij “updating” proces (Anwar & Loughran, 2011)
3. Belang formele en informele sociale controle (Bv. Bij jongeren belangrijker dan strafdreiging)
4. Relevantie en aanvaarding van de norm
II. Klein effect (dreiging) gevangenisstraf
- Toenemende, lange gevangenisstraffen zijn niet (meer) afschrikkend