MACRO-ECONOMISCHE
BEDRIJFSOMGEVING
Samenvatting 2023
,2
,CHAPTER 1: A TOUR OF THE WORLD
• Wat is macro-economie? De beste manier om deze vraag te beantwoorden, is om je mee te
nemen op een economische “tour of the world”.
• Het doel van dit hoofdstuk is om je te laten kennismaken met een aantal recente
gebeurtenissen en te laten proeven van macro-economische vraagstukken waarmee we
vandaag geconfronteerd worden.
• Basisidee: economieën kunnen net als mensen “ziek” worden (hoge werkloosheid, recessies,
financiële crisissen, lage groei, …). Macro-economen bestuderen de onderliggende redenen,
en gaan op zoek naar oplossingen.
1.1 De pandemie van 2020
• December 2019: berichten over nieuw virus in Wuhan (China), stad gaat in lockdown op 23
januari 2020
• RoW eerst bezorgd over impact op Chinese economie en deze van handelspartners ~ global
supply chains
• Januari: eerste gevallen in Europa (Italië en beyond), in februari eerste cases gerapporteerd
in VS
• Aantal ziekenhuisopnames en sterfgevallen steeg zorgwekkend snel
• Maart 2020: lockdown in meeste landen, ook in België
=> Gevolg van lockdowns: Systeem van tijdelijke wh in Europa met tussenkomst van de OH. In VS
was er geen tijdelijke wh, maar pure effectieve WH.
• Oorsprong van de crisis uitzonderlijk:
– doorgaans: onevenwichten (huizenmarkt, dot.com bubble)
– hier: exogene en onverwachte schok ~ virus = te grote onverwachte op internet
bedrijven, maar weinig output van bedrijven in het algemeen.
• Drie “kanalen” ~ zware recessie volgde wereldwijd
– productieketens werden verstoord
– bedrijven / sectoren waar telewerk niet mogelijk was, gingen dicht
– daling van de inkomens leidde tot daling van de vraag
• Hoe lang zal de recessie duren? (kijken naar Spaanse griep in 1918)
– nu: hardere lockdown (voorrang aan gezondheid)
– lengte van de recessie ten opzichte van omvang
Het is niet dat de landen met een aantal hoge slachtoffers het beter deden dan landen met
weinig aantal slachtoffers, en omgekeerd.
3
, 1.2 De Crisis
Tussen 2000 en 2007 kende de wereldeconomie een periode van economische groei. Dit kwam
doordat men de huizenmarkt in de VS ging stimuleren -> V steeg ook daadwerkelijk, maar daardoor
stegen natuurlijk ook de P. Zolang de P stegen, stegen dus ook de waarden van de huizen, en
daardoor gingen banken ook aan ‘dubieuze’ klanten leningen uitgeven, aangezien de banken het niet
erg vonden als ze dit niet zouden terugbetalen (een waardevol huis zouden zij dan kunnen in beslag
nemen).
In 2007 stortte de huizenmarkt in in de VS (teveel rommelhypotheken, leningen konden niet
afbetaald worden door de dubieuzen), wat leidde tot een grootschalige financiële crisis. De Fed (=
centrale bank vd VS) zou kunnen i laten dalen om zo de V te laten stijgen. Maar pessimisten dachten
dat dat niet voldoende zou zijn om het probleem op te lossen. De pessimisten bleken niet
pessimistisch genoeg te zijn; de P bleven dalen (doordat men de V niet kon doen stijgen, aangezien
de i doen dalen niet werkte: daling huisP -> mensen schatten hun vermogen laag in -> gaan obv hun
inschatting gaan consumeren -> in dit geval weinig -> C valt zelf uit -> ECB doet i dalen -> werkt niet).
Het probleem bleek dus dieper te zitten.
Vele leningen die de banken hadden uitgegeven waren van lage kwaliteit (= dubieus). De leners
waren niet in staat de huizen af te betalen, én de waarde van hun huizen daalde (want P daalde) was
de lening meestal een stuk duurder dan het huis waarvoor de lening was aangegaan
→ dit alles gaf de mensen een ‘stimulans’ tot falen in het terugbetalen
Bovendien hadden de banken, die de ‘slechte’ leningen hadden uitgegeven, deze herbelegd als
aandelen (en deze op hun beurt uitgegeven) → SNEEUWBALLENEFFECT (zorgde ervoor dat men er
nauwelijks nog een waarde aan kon plakken)
Deze financiële crisis luidde een sterke economische recessie in, waarbij ook de aandelenprijzen
kelderden.
In het derde kwartaal van 2008 werd de outputgroei in de VS negatief (tot einde 2009).
Men hoopte dat deze crisis zich zou beperken tot de VS, maar internationale handel en financiële
verwevenheid zorgden ervoor dat de crisis in de VS de ganse wereld raakte.
Figuur 1-1 Outputgroei voor de wereldeconomie, voor ontwikkelde landen en voor landen in
ontwikkeling, 2000-2014.
Other economies= emerging
and developing economies.
4