INTELLECTUEEL
EIGENDOMSRECHT
BEGREPEN
M. Driessen & Th W. van Leeuwen
In deze samenvatting zijn de hoofstukken 1,2,3,4,5 opgenomen. Het gehele boek is samengevat.
,1. Handelsnamen
1.1 Introductie
1.1.1 Handelsnaam – bescherming
Een bedrijfsnaam kan zowel via het handelsnaamrecht en het merkenrecht worden beschermd.
Omdat een bedrijf diensten aanbiedt, kunnen die diensten als merk worden vastgelegd.
1.1.2 Historisch perspectief
Het handelsnaamrecht geeft geen uitsluitend recht aan een onderneming om een naam te gebruiken.
De Handelsnaamwet is bedoeld om misleiding en verwarring te voorkomen. Het merkenrecht geeft
wel uitsluitend recht om een bepaalde naam te gebruiken en hiermee te onderscheiden van andere
bedrijven.
1.1.3 Internationale verdragen
Art. 8 UvP (Unieverdrag van Parijs) bepaalt dat lidstaten de handelsnaam moeten beschermen,
zonder dat deze eerst is ingeschreven. De reikwijdte van de bescherming beperkt zich tot de regio
waar het bedrijf actief is, eenzelfde handelsnaam kan dus elders ook gebruikt worden als dat geen
verwarring oplevert. Het handelsnaamrecht valt binnen de reikwijdte van het TRIPS-verdrag, omdat
Art. 2 lid 1 verwijst naar het UvP.
1.1.4 Wettelijke bepalingen
De Handelsnaamwet heeft een paar kernartikelen, dit zijn Art. 1 (definitie handelsnaam), Art. 3 en 4
(misleiding), Art. 5 (verwarring) en Art. 2 (overdracht) Hnw.
Art. 1 Hnw – Onder handelsnaam verstaat deze wet de naam waaronder een onderneming wordt
gedreven. De begrippen waar het om draait zijn: 1 naam, 2 onderneming en 3 wordt gedreven.
1.2 Naam
Een handelsnaam is de naam van de onderneming en kan bestaan uit woorden, letters en cijfers.
a) Persoonsnamen/familienamen
b) Fictieve en fantasienamen
c) Bestaande woorden
d) Beschrijvende namen
e) Verwijzende namen
Een handelsnaam hoeft geen onderscheidend vermogen te hebben. Een beschrijvende naam is
echter moeilijk te beschermen.
1.3 Bescherming van een handelsnaam
Een handelsnaamrecht ontstaat door het feitelijke gebruik van de naam als naam van de
onderneming. De registratie van een handelsnaam heeft dus geen invloed op het verkrijgen van een
recht op die naam. Sterker nog: het inschrijven van een handelsnaam is niet vereist voor het
verkrijgen van bescherming. De reikwijdte van de bescherming gaat over het hele gebied waarin de
handelsnaam wordt gebruik, dit kan regionaal zijn, maar ook nationaal of internationaal.
1.3.1 Onderneming – gebruik
Het gebruik van een handelsnaam kan op allerlei manieren plaatsvinden, wel moet het gaan om de
naam van de onderneming, zoals ook vermeld is in Art. 1 Hnw. Een onderneming wordt gedefinieerd
als een blijvend georganiseerd verband met het oogmerk om materieel voordeel te behalen. Ook het
gebruik van een naam als naam van een onderneming die nog niet officieel is gestart, kan worden
,gezien als gebruik als handelsnaam waarvoor bescherming wordt verkregen. Noodzakelijk is dan wel
dat onder die naam al naar buiten wordt getreden.
1.3.2 Online gebruik van handelsnamen
Het online gebruiken van handelsnamen maakt het lastig om te bepalen of er sprake is van inbreuk,
maar ook om te bepalen of een bepaalde handelsnaam als zodanig gebruikt wordt.
1.3.3 Gebruik als domeinnaam
Een domeinnaam is feitelijk niets anders dan een adres op internet. Wel kan het zo zijn dat de
domeinnaam op zo’n manier gebruikt wordt dat dat gezien wordt als gebruik als handelsnaam
waarmee dus toch rechten worden opgebouwd. Naast de domeinnaamregistratie is beslissend of de
domeinnaam gebruikt wordt als (handels)naam van de onderneming. Dat is vaak het geval als er een
actieve website is waarop de naam van de onderneming die wordt vermeldt, gelijk is aan de
domeinnaam.
1.3.4 Gebruik als naam in/voor sociale media-accounts
Steeds vaker gebruiken bedrijven hun handelsnaam ook in hun sociale media-accounts. Bij bekende
namen is er geen twijfel over dat het gebruik in de socials als handelsnaamgebruik wordt gezien. Bij
minder bekende namen, of als er naast een naam ook andere termen worden gebruikt in de
accountnaam, is dit minder snel het geval.
1.4 Bescherming tegen wat/wie?
De Handelsnaamwet beschermt tegen verwarring en misleiding.
Bescherming tegen verwarring
Bescherming tegen het gebruik van (identieke/gelijkende) jongere handelsnamen, voor zowel
verwarringsgevaar te duchten is bij het publiek in verband met de aard van de ondernemingen en de
vestigingsplaats.
Art. 5 Hnw – Het is verboden een handelsnaam te voeren die, vóórdat de onderneming onder die
naam werd gedreven, reeds door een ander rechtmatig gevoerd werd, of die van diens handelsnaam
slechts in geringe mate afwijkt, een en ander voor zover dientengevolge, in verband met de aard der
beide ondernemingen en de plaats, waar zij gevestigd zijn, bij het publiek verwarring tussen de
ondernemingen te duchten is.
De volgende elementen van Art. 5 spelen een beslissende rol bij de vraag of er sprake is van inbreuk:
- jongere gelijke of gelijkende handelsnaam;
- verwarringsgevaar vanwege:
a. de plaatsing van vestiging.
b. de aard van de ondernemingen
Bescherming tegen misleiding
Misleiding kan worden veroorzaakt door een handelsnaam te gebruiken waarvan het net lijkt alsof de
onderneming van een ander is. Een handelsnaam kan ook misleidend zijn ten aanzien van de
rechtsvorm. Ook een handelsnaam waarin het merk van een ander wordt gevoerd, is niet
toegestaan, voor zover verwarring zou kunnen ontstaan over de herkomst van de waren die met dat
merk worden aangeduid.
, 2. Merken
2.1 Introductie
Merkrechten zijn wereldwijd vrijwel altijd nationale rechten. Een van de uitzonderingen hierop is het
Benelux-merk en het Uniemerk. De eerste Benelux-merkenwet dateert van 1971.
2.1.1 Historisch perspectief
Een historisch merk zijn de stempels met de naam van de maker en een jaartal die Romeinen
gebruikten op de bakstenen, tekens die werden aangebracht om duidelijk te maken door wie de
steen was gemaakt.
Met de opkomst van de gilden in de middeleeuwen krijgen merken ook een andere functie, namelijk
op de kwaliteit aan te geven. Denk hierbij aan zegels of logo’s.
Wettelijke regelingen op het gebied van intellectuele eigendom bestonden nog niet en alles was
gebaseerd op verschillende regelingen (per bedrijfstak) met een verbod die tekens na te maken.
Nederlandse Merkenwet
1880 – Eerste Merkenwet in Nederland
Alleen door inschrijving in het register ontstond recht, zonder inschrijving geen bescherming. Het
merk niet uitsluitend (mag) bestaan in gewone letters, cijfers of woorden. Woordmerken waren dus
uitgesloten van bescherming en konden alleen in de vorm van een logo (woord in combinatie met
afbeelding/decoratief). Ook kon alleen voor producten merkenrechtelijke bescherming worden
aangevraagd, niet voor diensten en het merk moest op het product worden aangebracht.
Merkenwet 1893
Hierbij kreeg de merkhouder rechten op basis van gebruik. Verbod op merken die uitsluitend bestaan
gewone letters, cijfers of woorden is opgeheven.
Benelux-Merkenwet (1971)
Bescherming door registratie van een merk en niet door gebruik van een merk. Geldig in de hele
Benelux.
Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (2006)
2006 – Merkenrecht door Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (BVIE)
2.1.2 Internationale regelgeving
Naast de nationale Benelux-wetgeving zijn met name de Merkenrichtlijn, het Uniemerkenverdrag en
de Overeenkomst van Madrid van belang. Het merkenrecht is de EU is grotendeels geharmoniseerd.
Niet alleen via een Benelux-merkregistratie kan bescherming worden verkregen; met een Uniemerk
wordt met één aanvraag direct bescherming verkregen voor alle landen in de Europese Unie, inclusief
de Benelux.
Via de Overeenkomst van Madrid kunnen merkhouders in heel veel landen eenvoudig en wereldwijd
merkbescherming claimen. Niet alleen landen van de Europese Unie zijn hiervan lid, maar ook landen
in Azië, de VS, Australië en landen in Zuid-Amerika.