In dit document kan je alle belangrijke informatie uit de videocolleges vinden. Deze informatie is aangevuld met alle belangrijke informatie uit het boek van sociale psychologie.
Psychologie = de wetenschappelijke studie naar het gedrag en het innerlijke leven (gedachten en
gevoelens) van mensen
Sociale psychologie = de wetenschappelijke studie naar de manier waarop de gedachten, gevoelens
en het gedrag van mensen wordt beïnvloed door de aanwezigheid van anderen
Mensen worden beïnvloed door de expliciete/ werkelijke (fysiek bij iemand zijn) of impliciete/
ingebeelde (denken aan iemand) aanwezigheid van anderen.
Sociale invloed = het effect dat de woorden, daden of alleen al de aanwezigheid van anderen
mensen hebben op onze gedachten, gevoelens, houdingen of gedrag
Het idee van sociale psychologen is om een idee te krijgen van hoe individuen hun sociale situatie
construeren, oftewel de manier waarop mensen de sociale wereld proberen waar te nemen, te
begrijpen en te interpreteren.
DEEL 3 – PERSPECTIEVEN IN SOCIALE PSYCHOLOGIE
Evolutionair perspectief/ psychologie = sociaal gedrag wordt verklaar door te kijken hoe genetische
factoren over de eeuwen heen zijn aangepast om de overlevings- en voortplantingskansen te
vergroten
Charles Darwin is grondlegger van de evolutietheorie, met als basisprincipe natuurlijke selectie
Natuurlijke selectie = het proces waarbij belangrijke eigenschappen die gunstig zijn voor de
overleving worden doorgegeven aan het nageslacht
Een test voor het idee van evolutie perspectief is het guppy experiment. Guppy’s worden verdeeld
over vijvers met fijn zand of grove kiezels als bodem. In een deel van beide vijvers zaten karpers. Na
lange tijd werd er gekeken hoe de guppy’s geëvalueerd waren. Guppy’s in vijver met karpers en fijn
zand hadden kleine stippen en guppy’s in vijvers met karpers en grove kiezels hadden grote stippen.
Mannelijke guppy’s in vijvers zonder karpers hadden hele felle kleuren. De guppy’s bij karpers waren
zich gaan camoufleren om hen overlevingskansen te vergroten, terwijl guppy’s zonder karpers zich
aantrekkelijker maakten voor de vrouwtjes om de voorplantingskansen te vergroten.
Het menselijk gedrag kan verklaard worden door evolutie, omdat mensen heel veel gemeen hebben
met dieren en wat voor dieren geldt, geldt ook voor mensen que evolutie. Ook zijn sommige
gewoontes universeel, dus zijn ze overal over de wereld gelijkt.
Socio-cultureel perspectief = sociaal gedrag wordt verklaard door te kijken naar de invloed van
grotere sociale groepen
Het menselijk gedrag kan verklaard worden met cultuur, omdat sommige gewoontes, tradities en
gedragingen verschillend zijn, afhankelijk van de culturele context.
Sociaal leren perspectief = sociaal gedrag wordt verklaar door te kijken hoe leerervaringen in het
verleden toekomstig gedrag voorspellen
,Het menselijk gedrag kan verklaard worden met sociaal leren, omdat mensen geneigd zijn om het
gedrag van rolmodellen te imiteren.
Er kan interactie tussen bepaalde perspectieven zijn, maar het ene perspectief is niet beter dan het
andere, ze zijn allemaal even waardevol.
DEEL 4 – PERSOON X SITUATIE
Kurt Lewin ontwikkelde een formule om gedrag van mensen beter te begrijpen: B = f(P x E). Behavior,
functie, persoon, environment. Het blijkt dat een persoon en de omgeving invloed op elkaar hebben.
Gedrag wordt beïnvloed door de invloed van anderen, we gaan ons moreler gedragen als we weten
dat we ons moeten gedragen, en normen, je gedraagt je in de club anders dan bij je schoonouders.
Niet alleen heeft een situatie invloed op de persoon, maar ook heeft een persoon invloed op de
situatie. De vraag is alleen welke van de twee invloed heeft op de andere in bepaalde situaties.
Gestalt psychologie = bestudeert de subjectieve manier waarop een object in de geest van mensen
verschijnt
Naïef realisme = mensen zijn heel erg overtuigd dat de dingen die zij warnemen, dat dat is hoe ze
daadwerkelijk zijn, we denken dat wij de waarheid in pacht hebben
Basale menselijke motieven:
- Zelfverbeteringsmotief = mensen willen een goed gevoel hebben over zichzelf
- Accuraatheidsmotief = mensen willen een correct beeld hebben over zichzelf
Deze motieven zijn vaak met elkaar in strijd. Er zijn een soort trucjes/ illusies die we hebben in ons
brein om beide motieven met elkaar in overeenstemming te brengen. Deze illusies zijn:
- Beter-dan-gemiddeld effect = denken dat je dingen iets beter dan het gemiddelde kan
- Onrealistisch optimisme = we onderschatten de kans dat iets slechts gebeurt en overschatten
de kans dat iets goeds gebeurt
- Vals consensus effect = denken dat de slechte eigenschappen die je hebt, iedereen heeft
- Vals uniciteitseffect = als we ergens heel goed in zijn, denken dat bijna niemand dit kan
VIDEOCOLLEGE 2
DEEL 1 – SOCIALE PSYCHOLOGIE IN CRISIS
Problemen van sociaal psychologen zijn imago, onethische onderzoeken en slechte
onderzoekspraktijken.
Hindsight bias = achteraf is het heel makkelijk om te zeggen dat iets zo is
Replicatiecrisis = als een onderzoek gerepliceerd wordt en er andere resultaten uitkomen, levert dat
een crisis op, want onze theorieën nu zijn bedacht op basis van eerdere bevindingen
Methoden die nu gebruikt worden:
- Replicatieonderzoek = onderzoek op exact dezelfde manier later nog een keer uitvoeren
- Meta-analyses = een gemiddelde maken over allemaal studies en kijken of het klopt
- Open science = open zijn in de manier van onderzoek doen
- Pre registreren/ preregisterd = van tevoren je hypothese vastleggen, zodat er later minder
mee gesjoemeld kan worden
,Onethische onderzoek kon vroeger wel, maar nu niet meer door:
- Informed consent = proefpersonen krijgen een informatiebrief waarin staat wat ze kunnen
verwachten als ze meedoen aan het onderzoek
- Voorkom misleiding = negatieve dingen zeggen over mensen voor je onderzoek wat schade
aanbrengt bij de proefpersonen
- Bescherm deelnemers
- Vertrouwelijkheid = privacy
- Debriefing = op het einde van het onderzoek uitlegt wat er gebeurd is en wat echt was en niet
Een institutional review bord (IRB) zorgt ervoor dat een onderzoek op een goede manier gedaan wordt
en dat mensen goed beschermd worden als je meedoet aan een onderzoek.
DEEL 2 – THEORIEËN TESTEN
Om theorieën te testen wordt er het volgende stappenplan doorlopen:
1. Onderzoeksvraag = een vraag die je met wetenschappelijk onderzoek wilt beantwoorden
2. Theorie = een verzameling gerelateerde aannames en voorspellingen die bedoeld zijn om
gebeurtenissen te voorspellen
3. Hypothese = een voorspelling van wat er gaat gebeuren in een bepaalde situatie, gebaseerd
op een theorie
4. Studie = test van de hypothese
Het meten van onderzoeksuitkomsten kan door middel van archiefanalyses, observaties en surveys
(vragenlijsten).
Archiefanalyses = vorm van observatiemethode waarbij de onderzoeker de verzamelde documenten
of archieven van een cultuur onderzoekt, bv dagboeken of romans
DEEL 3 – ONDERZOEKSMETHODEN
Correlationele methode = onderzoekt de natuurlijke samenhang tussen variabele, zonder een van
de variabelen te beïnvloeden
Correlatiecoëfficiënt = geeft informatie over hoe sterk twee factoren met elkaar samenhangen
- r = 1: er is een perfecte positieve samenhang tussen twee factoren
- r = 0: er is geen samenhang tussen twee factoren
- r = -1: er is een perfecte negatieve samenhang tussen twee factoren
Bij een correlatie kunnen we bijna niet voorspellen dat een factor de andere factor veroorzaakt, we
kunnen alleen spreken van samenhang.
Willekeurige selectie (random selection) = manier om ervoor te zorgen dat een steekproef van
mensen representatief is voor een populatie, door iedereen in de populatie een gelijke kans te geven
om voor de steekproef te worden geselecteerd
Experimentele methode = onderzoeksopzet waarbij deelnemers willekeurig toegewezen worden aan
condities, waarbij een variabele wordt beïnvloed en de andere wordt gemeten
Het voordeel van experimenteel onderzoek is dat je onderzoek kan doen over causaliteit (oorzaak en
gevolg). Bij experimenteel onderzoek wordt er onderscheid gemaakt tussen de onafhankelijke
variabele en de afhankelijke variabele.
, Onafhankelijke variabele = de variabele die wordt gemanipuleerd (beïnvloed) door de onderzoeker,
waarbij de onderzoeker veronderstelt dat dit de oorzaak is
Afhankelijke variabele = de variabele die afhankelijke is van de onafhankelijke variabele en dus de
variabele is die gemeten wordt, waarbij de onderzoeker veronderstelt dat dit het gevolg is
Willekeurige toewijzing aan conditie (random assignment to condition) = proces wat ervoor zorgt
dat alle deelnemers een gelijke kans hebben om deel te nemen aan welke voorwaarde dan ook van
een experiment.
Door willekeurige toewijzing kunnen onderzoekers er relatief zeker van zijn dat de verschillen in de
persoonlijkheden of achtergronden van de deelnemers gelijkmatig over de omstandigheden zijn
verdeeld.
Statistische significantie wordt bepaald met de p-waarde.
p-waarde (waarschijnlijkheidslevel/ probability level) = geeft informatie over hoe groot de kans is dat
het resultaat wat je gevonden hebt puur toeval is
Interne validiteit = ervoor zorgen dat niets anders dan de onafhankelijke variabele de afhankelijke
variabele kan beïnvloeden
Interne validiteit wordt bereikt door alle externe variabelen te controleren en door mensen willekeurig
aan verschillende experimentele omstandigheden toe te wijzen.
Externe validiteit = de mate waarin de resultaten van een onderzoek kunnen worden
gegeneraliseerd naar andere situaties en naar andere mensen
Controle conditie = het kijken naar natuurlijk gedrag bij een onderzoek, hierbij wordt er dus geen
manipulatie gedaan, zodat er een vergelijking gemaakt kan worden met de afhankelijke variabele
Observationele methode = onderzoeksmethode waarbij een onderzoeker mensen observeert en
systematisch metingen of indrukken van hun gedrag vastlegt
Etnografie = methode waarmee onderzoekers een groep of cultuur proberen te begrijpen door deze
van binnenuit te observeren, zonder hen eventuele vooroordelen op te leggen
Psychologisch realisme = de mate waarin de psychologische processen die in en experiment
worden geactiveerd, vergelijkbaar zijn met psychologische processen die in het dagelijks leven
plaatsvinden
Omslagverhaal (cover story) = een beschrijving van het doel van een onderzoek, gegeven aan
deelnemers, die afwijkt van het werkelijke doel en wordt gebruikt om het psychologisch realisme te
behouden
Een fundamenteel dilemma van een sociaal psycholoog is de afweging tussen interne en externe
validiteit bij het uitvoeren van een onderzoek. Het is erg moeilijk om één experiment uit te voeren dat
zowel een hoge interne validiteit heeft als generaliseerbaar is naar andere situaties en mensen.
Cross-cultureel onderzoek = onderzoek uitgevoerd met leden van verschillende culturen om te zien
of de psychologische processen die van belang zijn aanwezig zijn bij beide culturen, of dat het voor
een cultuur specifiek is
VIDEOCOLLEGE 3
DEEL 1 – DE STRUCTUUR VAN KENNIS
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur RJulia. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,90. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.