Inhoud
Hoorcollege 19: trainen en periodiseren................................................................................................1
Hoorcollege 18: fysiologische effect van trainen UHV............................................................................2
Hoorcollege 17: motorisch leren van theorie naar praktijk:...................................................................3
Hoorcollege 16: rug belasting bij bukken en tillen:.................................................................................4
Hoorcollege 15: biologische regelsystemen............................................................................................5
Hoorcollege 14: gedragsverandering......................................................................................................6
Hoorcollege 13: functionele anatomie schouder/ schouderbelasting bij tillen:.....................................7
Hoorcollege 12: sensorische informatie tijdens bewegen......................................................................8
Hoorcollege 11: aeroob testen en trainen..............................................................................................9
Hoorcollege 10: taakanalyse-kracht......................................................................................................10
Hoorcollege 9: mobiliteit......................................................................................................................13
Hoorcollege 8: bewegingsanalyse.........................................................................................................14
Hoorcollege 7: energiesystemen...........................................................................................................14
Hoorcollege 6: respiratoir systeem.......................................................................................................16
Hoorcollege 5: sensomotoriek..............................................................................................................17
Hoorcollege 3: hartvaatstelsel en bloeddruk........................................................................................18
Hoorcollege 2: spieropbouw en spieractiviteit.....................................................................................20
Hoorcollege 1: inleiding anatomie........................................................................................................22
Hoorcollege 19: trainen en periodiseren
Wat gebeurt er met trainen:
1. Je wordt vermoeider dan in het begin, overload.
2. Bij rust herstel je weer.
3. Op het punt waar je helemaal hersteld bent moet je weer trainen, na rust wordt je
uiteindelijk beter; supercompensatie.
4. De client voelt zelf het best of hij/zij hersteld is. Er moet geen vermoeidheid gevoeld worden.
5. Bij overtraining biedt je de stimulus te vroeg aan; in het herstel wordt deze persoon getraind
en is er geen supercompensatie.
6. Op een trainingskamp is er wel overtraining, daarna een week rustiger waardoor je lichaam
meer hersteld en je meer supercompensatie.
7. Je kunt ook te licht of te zwaar trainen waardoor de supercompensatie niet zo groot zal zijn
en uiteindelijk geen compensatie heeft.
- Matveyev model: hoe breng je een sporter naar zijn/haar doel. In het begin van de training zo
veel mogelijk lopen lage intensiteit, intensiteit omhoog en omvang omlaag en aan het eind
veel meer intensiteit, techniek en weinig volume.
, - Lidiard:
-
- Taper is een rustweek (actieve rust)
Periodiseren van training:
- Macro planning: voor een heel jaar.
- Meso planning: opsplitsen van meerdere perioden (3) van de macrocyclus.
- Micro planning: planning voor een week met precieze invulling (1-7 dagen)
- Actieve rust: underload training, Slaap en voeding
Trainingszones kun je gebruiken om de juiste effecten te behalen.
Trainingsschema’s helpen de specificiteit te bereiken, je kunt de progressiviteit, de periodisering en
reversibiliteit makkelijk controleren en veranderen.
Hoorcollege 18: fysiologische effect van trainen UHV
Spieren, circulatie en ventilatie werken samen, werkt de een minder, werken de anderen ook minder.
Andersom hetzelfde.
Bij een rustige opbouw zal de slagvolume eerder op het eindpunt zitten dan de hartfrequentie. Kleine
daling bij slagvolume na de max.
Fick vergelijking: opname O2 is afhankelijk van slagfrequentie en slagvolume. De slagfrequentie
kunnen we niet trainen, kan zelfs omlaag gaan bij b.v. ouderdom of optimalisatie slagvolume.
Slagfrequentie daalt sneller na training, de rustfrequentie is ook lager(omdat het slagvolume beter
is). Je hersteld sneller.
, Verbeteringen in slagvolume:
- Toename volume: kamers van het hart worden groter(meer bloed in het hart en meer geven)
omdat het hart zichzelf uitzet.
- Toename plasmavolume: samenstelling bloed veranderd, meer rode bloedcellen bij
getraintheid. (meer rode bloedcellen: meer zuurstof) meer vocht, meer liters bloed, meer
vullen.
- Toename spiermassa: hypertrofie (sterker hart+ groter hart: meer bloed) door je hart te
trainen meer spieren.
Longsysteem:
- Longsysteem wordt efficiënter
1. Dieper ademen(kun je ook trainen)
2. Sneller ademen(kan wel getraind worden)
- Bij getraindheid betere doorbloeding in longblaasjes en meer longblaasjes waardoor er meer
zuurstof en CO2 kan worden uitgewisseld.
Spiersysteem:
- Spieren hebben metabolisme: verschillende verbrandingsvormen. Verbrandingsvorm kan
worden veranderd door training. Doordat spiervezeltypes zich kunnen aanpassen.
- Myoglobine: molecuul die zuurstof kan binden in de spier. Meer myo meer zuurstof in de
spier. Bij aeroob veel myo.
- Meer mitochondriën zorgen voor meer energie, hier wordt verbranding O2 gedaan
- Lactaatdrempel veranderd: toename lactaat verandert niet, alleen de lactaatdrempel, je kunt
langer een lactaatdrempel verdragen.
- Spiergroepen veranderen in rekrutering(efficiëntie met elkaar) en vezeltypering.
- In energiesystemen kan het ATP-CP systeem toenemen door korte krachtexplosies en een
verhoging anaerobe glycolyse.
- Van herstel wordt je beter.
Hoorcollege 17: motorisch leren van theorie naar
praktijk:
Motorische controle: het proces van adaptatie en monitoring van geleerde vaardigheid in een
bepaalde situatie. Is de productie van beweging op bepaalt moment.
Motorisch leren: een relatief duurzame en stabiele toename van de prestatie als gevolg van een
specifieke ervaring of oefening. Het verkrijgen van een vaardigheid van standpunt A naar B.
Motorisch leren->motorische controle.
Motoriek is:
- Primitief: verdwijnt langzaam, geen controle in baarmoeder.
- Normaal: gewoon.
- Afwijkend/abnormaal: als er iets met het lichaam aan de hand is,
Onderscheid in motorisch leren:
- Nieuwe motoriek(leren)<-> bekende motoriek (herleren)
- Leren<-> compenseren/adapteren
- Bewust leren<->onbewust leren
Bewegen ontstaat vanuit drie systemen:
1. Persoon: structureel(bouw lichaam) en functioneel(ademhaling enz.)
- Perceptie: alle sensorisch(wat je voelt, prikkels)
- Actie: alle motoriek
- Cognitie: emotie, kan perceptie en actie onderdrukken of doorvoeren.
2. Taak: activiteiten
3. Omgeving: objecten, temperatuur enz.
Constrains kunnen aanwezig zijn bij alle systemen: beperkingen, ouderdom, plas water,
duisternis, losliggende tegels, temperatuur enz.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur estherkorenberg. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,43. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.