Een uitgebreide samenvatting van de lessen Doofblindheid, onderdeel van het vak Verdieping van de minor Taal en Cultuur Nederlandse Gebarentaal. Deze samenvatting bevat zowel alle Powerpoints, als eigen aanvulling uit aantekeningen, als ALLE opgegeven literatuur samengevat. Dit zijn hoofdstuk 1, 2 ...
Verdieping: Doofblindheid
Minor Taal en Cultuur Nederlandse Gebarentaal 2017-2018
Deze samenvatting bevat aantekeningen van de hoorcolleges, stof uit de PowerPoints van de
hoorcolleges, samenvattingen van video’s of websites die zijn opgegeven om te bekijken, en een
samenvatting van H1, H2 en H6 uit ‘Over doofblindheid, communicatie en omgang’.
Bijeenkomst 1 – Inleiding in doofblindheid
Over het tentamen: het tentamen bevat 32 vragen, waarvan ongeveer 10 over
doofblindheid.
Oriëntatie op de handicap
Waar denk je aan bij doofblindheid?
Vanuit de klas:
Vanuit de PowerPoint:
Doofblindheid
• Gecombineerde handicap doof/slechthorend en blind/slechtziend.
Alle gradaties daartussen, dus helemaal doof en slechtziend, of slechthorend en blind
etc.
• Ondanks hulpmiddelen zijn aanpassingen van en door omgeving nodig om aan
maatschappelijk verkeer deel te nemen (informatie, communicatie, mobiliteit)
Wereldgezondheidsraad definitie van doofblindheid:
“Je bent doofblind als je het verlies aan gehoor niet kunt compenseren met je
gezichtsvermogen en het verlies aan je zicht niet kunt compenseren met je gehoor.”
Bijvoorbeeld de meeste blinde mensen kunnen horen waar ze zijn, als je dat niet meer kunt
horen omdat je gehoor zo achteruit gaat, ben je doofblind.
Drie soorten doofblindheid
• Congenitale doofblindheid: doofblind geboren kinderen, of verworven voor de
sociaal-emotionele ontwikkeling is afgerond.
• Vroeg verworven doofblindheid: mensen die doof of slechtziend verworven worden
en rond hun puberteit/tienerjaren merken dat ze minder horen/zien. Bijvoorbeeld als
, je Usher hebt. (Deze worden in de groepen doofblinde mensen gesplitst in mensen
die slechtziend geboren en later slechthorend geworden zijn, en de mensen die
slechthorend geboren en later slechtziend geworden zijn)
• Ouderdomsdoofblindheid: zicht en gehoor gaat door ouderdom achteruit.
Aantallen
We weten niet precies hoeveel congenitaal doofblinden er zijn. Bij kinderen hebben
ze vaak nog een ander syndroom, waardoor daarop gefocust wordt en ze pas later
merken dat ze doofblind zijn.
Ouderdomsdoofblindheid wordt vaak verward met dementie, oude mensen krijgen
dat stempel terwijl ze eigenlijk doofblind zijn (“Is je dochter geweest?” “Nee niet
gezien”, denken dan dat ze het zijn vergeten, terwijl ze ze gewoon niet hebben
gezien/gehoord)
Andere feiten:
• ¾ deel van de doofblinde mensen is ouder dan 60, ¼ deel daarvan ouder dan 90
(ouderdomsdoofblindheid).
Grootste deel van de doofblinde mensen die we hebben is dus ouderdomsdoofblind.
• bij ¼ deel erfelijke ziekte zowel oorzaak van de slechtziendheid als van de
slechthorendheid, het Usher-syndroom is de bekendste oorzaak.
• bij het grootste gedeelte is gezichtsstoornis / gehoorstoornis progressief.
Progressief = het wordt alleen maar erger
• voor de leefuren maken slechts 200 db mensen gebruik van de tolkvoorziening (info
tolk-contact febr 2017).
De student is in staat een opsomming te geven van de verschillende soorten doofblindheid
en de verschillen en overeenkomsten tussen die groepen aan te geven.
Indeling doofblinde mensen
Indeling naar oorzaak (medisch perspectief):
• Rubella-infectie (Rode Hond) tijdens zwangerschap
Indeling doofblindheid naar handicap (sociaal perspectief):
• de ernst van de auditieve handicap
• de ernst van de visuele handicap
• het moment waarop beide zijn ontstaan
4 groepen
• A: slechthorend/ slechtziend geboren of in de eerste levensjaren (o.a. Rubella-
kinderen)
= congenitaal doofblinden
• B: slechtziend geboren, later slechthorend geworden
• C: slechthorend geboren, later slechtziend geworden (veel mensen met Usher-
syndroom)
• D: op latere leeftijd slechthorend en slechtziend geworden (ouderdomsdoofblinden)
De student is in staat de gevolgen van de handicap voor het leven van de doofblinde te
beschrijven.
Gevolgen van doofblind zijn
Algemeen voor de verschillende groepen is:
• grote beperkingen op het gebied van verkrijgen van informatie, communicatie en
mobiliteit (gehoor en visus zijn de zogenaamde afstandszintuigen, dat wil zeggen
zintuigen die de prikkels van ‘ver’ opvangen)
• geïsoleerdheid
• afhankelijkheid
Grote verschillen tussen de groepen B (blindgeboren) en C (doofgeboren) in de
mogelijkheden om te communiceren; voor de groep doofgeborenen is het verlies van taal
het grootste probleem.
De student is bereid een experiment te doen om zelf te ervaren hoe het is om gehoor- en
gezichtsverlies te hebben.
Aan het eind van de les volgde een experiment met een blinddoek en een koptelefoon op. Zo
kun je je voorstellen hoe het is als je doof en blind bent en hoe dat voor jezelf voelt; dan
moet je al je zintuigen gebruiken die er nog over zijn.
Literatuur
Boek ‘Over doofblindheid, communicatie en omgang’ – hoofdstuk 1: Doofblindheid in
Nederland
De term doofblindheid heeft betrekking op de groep mensen die zowel problemen heeft met
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur groenewoud. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,24. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.