Hoofdstuk 3: Personen met een
meervoudige beperking
1. Inleiding
Fysieke, auditieve… beperking: ontwikkelen onafhankelijk complexe zijnsproblematiek
Laag geboortegewicht: meer kans
Vooruitgang in geneeskunde
Paradigma’s: normalisatie, integratie, inclusie
‘Verkapte verdikking van het verdunningsproces’ (Broekaert en Van Hove)
Verdikking: populatie in voorziening voor wie inclusie moeilijk te bereiken is: steeds vaker
grotere nood aan intensieve begeleiding
Verdunningsproces: streven naar afbouw residentiële hulpverlening
(meer begeleid wonen, inclusief onderwijs)
2. Terminologie
Voorkeursformulering: personen met een meervoudige beperking
Overige of meer specifieke formuleringen:
Meervoudig complex gestoord
Personen met meervoudige functiestoornissen
Personen met een (zeer) ernstig meervoudige beperking
Personen met een (diep) verstandelijke en meervoudige beperking
Engelstalige formulering:
People with profound multiple disabilities
People with severe multiple disabilities
Medisch model Multifactorieel model Pedagogisch model
Meerdere handicaps samen als gevolg Beperking is niet te wijten aan Ter Horst: handelen centraal in POS
van één oorzaak primaire stoornis => maatschappelijk (VOS/VLS), weten ifv handelen
probleem
Tweede handicap als gevolg van Meerdere functiestoornissen Kok: specifiek opvoeden met gedrag van
tweede oorzaak, naast de aanwezige veroorzaken een handicap kind centraal (taal van onderliggende
Met systeem: optelsom, laddermodel, vraag), oog op ontwikkeling
vermenigvuldigheidsmodel,
circuitmodel
Bepaalde handicap veroorzaakt Specifieke hulpmiddelen voor elk van Broekaert: eclectische visie, integratieve
bijkomende stoornissen/handicaps beperkingen zijn niet samen te benadering
hanteren (ontoereikend)
Oorzaak: centraal maar moeilijk te Kwalitatief anders zijn (eigenheid) Focus op persoon met zijn mogelijkheden
achterhalen komt op voorgrond, kritische noot en ondersteuningsnoden, relatie
naar idealiseren van hulpmiddelen centraal: triade van cliënt, hv en OS
Pinel Blijvende focus op defect
1
, 2.1. Personen met visueel-auditieve beperking
Soms in staat tot gebruik compensatietechnieken
Hindernissen: communicatie, informatieverwerking, mobiliteit
Beperkte zelfredzaamheid, exploratievermogen
Variatie in graad (inefficiënt gebruik van ondersteuningsstrategieën)
Focus: ontdekken contingenties, communicatie
Drie oorzaken:
Congenitale oorzaken: organen zien/horen beschadigd tijdens zwangerschap (virusinfectie)
Erfelijke oorzaken: foutieve aanleg in zowel auditieve als visuele systeem
Ouderdomsdoofblindheid: problemen in slakkenhuis, cataract, suikerziekte
Specifieke methodieken
Vierhandengebaren = doofblinde kan gebaren volgen door handen van gesprekspartner vast
te houden
Vingerspelen in de hand = woorden of namen waar geen gebaar voor bestaat (voelen wat
gezegd word)
Blokletters in hand = woorden worden letterlijk in de hand ‘geschreven’
Braille
Lorm-systeem = link met braille: iedere letter = tikje of streepje op bepaalde plaats op hand
Tadoma = plaatsen van de handen op gezicht gesprekspartner en woorden vatten via
trillingen stembanden, bewegingen lippen, veranderingen ademhaling
Haptische communicatie = gesprekspartner raakt verschillende lichaamsdelen doofblinde
persoon aan: krijgt info over mimiek, stemintonatie, personen, omgeving
2.2. Personen met ernstige taal- en spraakstoornis
Primaire stoornis: leeftijd 7 jaar cruciaal in taalverwerving
o Taal kan nog verloren gaan
o Nog niet volledig ontwikkelt? Zal niet verder ontwikkelen
Secundaire stoornis (bij personen met autisme, verstandelijke beperking)
Taalstoornis: invloed op sociale, emotionele en cognitieve ontwikkeling
Focus: monduitdrukkingen,, deeltjes van woorden en zinnen die gezegd worden,
gelaatsuitdrukkingen, lichaamshouding, tijd nemen
Afasie = woordvindingsmoeilijkheden
2.3. Personen met een visueel-verstandelijke beperking
Combinatie: beperkt denkvermogen en gebruik van visus
Beperkt voorstellingsvermogen
Problemen informatieverwerking
Hechtingsstoornissen omwille van beperkte contactontwikkeling
Beperkte zelfredzaamheid/exploratie
Focus: Bevorderend: prikkelaanbod gericht op gehoor, tast en gezichtsrest, oog voor
auditieve leefomgeving
2