Lena -Linten vroedkunde periode 1 23-24
ZWANGERSCHAP
VROEDKUNDIGE BEGELEIDING
DOEL VAN PREATALE ZORG
- Verminderen van perinatale morbiditeit of mortaliteit
- Verhogen van het welzijn van de moeder en kind
WETTELIJKE BEPALINGEN & DOMEIN VAN DE VROEDVROUW
AUTONOOM
- Vaststellen van de zwangerschap
- Toezicht op, zorg en advies tijdens de zwangerschap, bevalling en de periode na de bevalling
- Opvolgen van normale zwangerschappen, verrichten van normale bevallingen
en verlenen van eerste zorg aan pasgeborenen en gezonde zuigelingen
- Preventieve maatregelen, opsporen van risico’s bij moeder en kind
- In dringende gevallen het verrichten van de noodzakelijke handelingen in
afwachting van deskundige medische hulp
- Gezondheidsvoorlichting en -opvoeding van de vrouw, de familie en de maatschappij
- Prenatale opvoeding en voorbereiding op het ouderschap
MAG MEEWERKEN, SAMEN MET ARTS EN ONDER DIENS VERANTWOORDELIJKHEID
- Opvang en behandeling van vruchtbaarheidsproblemen, van zwangerschappen
en bevalling met verhoogd risico, van pasgeborenen die in levensbedreigende
of bijzondere ziektecondities verkeren, alsook aan de zorg die in die gevallen
moet worden verleend
WERKVELD VAN DE VROEDVROUW
“zwanger zijn” is een fysisch, psychisch en sociaal groeiproces
- Voorlichting, advies en ondersteuning geven om zelfvertrouwen van de
zwangere te vergroten en bewuste keuzes te kunnen maken
- Ontwikkeling van de normale zwangerschap opvolgen (1ste lijnszorg)
- Tijdig (pathologische) veranderingen herkennen en zo nodig doorverwijzen (VIL)
,Lena -Linten vroedkunde periode 1 23-24
ALGEMENE BEGRIPPEN EN DEFINITIES
PRENATALE ZORG
Door wie?
- Vroedvrouw
- Huisarts
- Gynaecoloog
Waar?
- Thuispraktijk
- Ziekenhuis
- Thuis
Wat? (toepassing op vv)
- Laagrisico zwangerschappen
- Normale geboorte
FREQUENTIE VAN PRENATALE ZORG
- Tot 30 weken om de maand consultatie
- Tot 37 weken om de 3 weken consultatie
- Tussen 37 en 41 weken wekelijks consult
- Tussen 41 en 42 weken 2x per week consult
DEFINITIES EN BEGRIPPEN
Eerste lijn gezondheidszorg: Is de zorg aangeboden door zorgverstrekkers in dat segment van de
gezondheidszorg waarop gebruikers beroep doen voor een 1ste deskundige opvang, behandeling of een
meer continue begeleiding van gezondheidsproblemen, al dan niet na verwijzing door een andere
zorgaanbieder of door een organisatie, dienst of persoon met een meer gespecialiseerd zorgaanbod; het
aanbieden van de eerste deskundige opvang van gezondheidsproblemen.
Zorgverstrekkers op de eerste lijn: Is een in de eerstelijnsgezondheidszorg werkzame apotheker, arts,
diëtist, kinesist, logopedist, tandarts, verpleegkundige, vroedvrouw of beroepsoefenaar van een andere
,Lena -Linten vroedkunde periode 1 23-24
door de Vlaamse regering bepaalde discipline, met uitzondering van de arts-specialist en met in begrip van
feitelijke of juridische entiteiten die hen groeperen in mono- of multidisciplinair verband.
Samenwerkingsverbanden in de eerstelijnszorg: vormen van samenwerkingsverbanden op niveau van de
praktijkuitvoering in het kader van de eerstelijnszorg, met in begrip van samenwerkingsverbanden tussen
individuele en/of associaties van zorgverstrekkers.
Eerste lijn in de zwangerschapsbegeleiding: Vroedvrouw en huisarts kunnen de begeleiding doen van een
zwangerschap in de eerste lijn, in samenwerking met een gynaecoloog.
Verlossing: Geboorte van 1 of meerdere kinderen met een gewicht van ≥ 500gram uit 1 moeder
Geboorte: Geboorte van 1 kind (levend of dood) van ≥ 500gram of van ≥ 22 weken bij onbekend
geboortegewicht. Indien beiden onbekend, dan geldt een lengte van ≥ 25cm als criterium
Pariteit : Aantal verlossingen dat een vrouw heeft doorgemaakt
Vroeggeboorte: bevalling voor de 37ste zwangerschapsweek
Laag geboortegewicht : geboortegewicht van <2500 gram
Sectio caesarea, primair : Keizersnede uitgevoerd op een gepland tijdstip, bij een zwangere met intacte
vliezen en niet in arbeid
Sectio caesarea, secundair : Keizersnede waartoe pas beslist werd tijdens de arbeid of bevalling
, Lena -Linten vroedkunde periode 1 23-24
Foetale sterfte: ieder doodgeboren kind > 500 gram
Vroeg – neonatale sterfte: overlijden van een levend geboren kind van > 500 gram, voor de 8ste dag na de
geboorte
Perinatale sterfte: de som van de foetale sterfte en de vroeg – neonatale sterfte
Neonatale sterfte: overlijden van een levend geboren kind van > 500 gram, tot en met de 28 ste dag na de
geboorte
Post – neonatale sterfte: overlijden van een levend geboren kind van > 500 gram vanaf d e29ste dag tot en
met de 365ste dag na de geboorte
Zuigelingensterfte: overlijden van een levend geboren kind van > 500 gram binnen het 1ste levensjaar
Foeto – infantiele sterfte: de som van de foetale sterfte en de zuigelingensterfte