HOOFDSTUK 1: INLEIDING EPIDEMIOLOGIE
Bij epidemiologie hebben we het over de etiologie van zieke- en gezonde mensen. Waarom
zijn er mensen ziek en waarom zijn er mensen gezond? Er wordt voornamelijk gefocust op
de diagnose, hoe komt het dat mensen ziek worden?
Epidemiologie komt van het Grieks namelijk: Epi betekent op of rondom, demos betekent
volk of mensen en logos betekent studie. Uit deze woorden kunnen we dus afleiden dat
epidemiologie een studie is rondom mensen.
WAT EN WAAROM EPIDEMIOLOGIE?
Bepaalde groepen van mensen in een bepaalde regio hebben meer kans op een bepaalde
ziekte. Epidemiologie gaat achterhalen waarom dit zo is. Epidemiologie helpt de volgende
vraag te beantwoorden: “waarom zijn er op korte tijd 5 gevallen van leukemie
in deze streek?”
Epidemiologie is gebaseerd op twee fundamentele veronderstellingen namelijk
1. mensen worden niet zomaar of ad random ziek.
2. De oorzakelijke factoren (of de factoren die eventueel voor preventie van de ziekte
kunnen zorgen) kunnen geïndetificiceerd worden door onderzoek te doen binnen
subgroepen van de bevolking. Er is dus een oorzakelijk verband.
Deze twee veronderstellingen zijn de etiologie van de ziekte.
OORSPRONG VAN DE EPIDEMIOLOGIE
In 1830 was er een grote sterfte door Cholera. Mensen werden ziek en ze kregen de
volgende symptomen: misselijkheid, duizeligheid, overgeven, diarree, dehydratatie, extreme
spierkrampen, cardiovasculaire problemen die uiteindelijke leidde tot de dood.
Cholera was een ziekte die niet behandeld kon worden, als met de ziekte had was men ziek.
De eerste choleraepidemie was rond 1831 in Londen. Er werd algemeen aanvaard dat de
ziekte via de lucht werd verspreid en dat het overdraagbaar was tussen mensen. Er is een
bepaalde streek in Londen waar de meeste mensen overleden waren aan Cholera.
Twee mannen hebben onderzocht wat de mogelijke oorzaak was van cholera. Dit zijn
William Farr en John Snow. Zij liggen aan de basis van de epidemiologie.
WILLIAM FARR
Nadat er meerdere mensen besmet raakte, dacht Farr dat het een geografische oorzaak
had, namelijk de lucht. Farr kwam erachter dat de mensen die lager woorden in de stad, een
hoger sterftecijfer had. Mensen die op rond een berg woonde, hadden geen of minder
symptomen. Zijn conclusie was dat er iets mis is met de lucht.
JOHN SNOW
John Snow dacht aan voeding of water als mogelijke oorzaak, gezien de symptomen
namelijk maag- en darmklachten, dit zorgde dus voor een hypothese van het probleem.
Aangezien Snow zijn water kookte voordat hij het gebruikte, had hij geen last van Cholera.
In Londen waren er op drie verschillende plaatsen waar er een waterpomp was
gestationeerd. Door te onderzoeken wie bij welke waterpomp water haalde en waarbij de
meeste mensen ziek werden, was de boosdoener. Toen de waterpomp met de ziekte sloot,
,was het probleem opgelost. John Snow vond een associatie tussen de regio waar de ziekte
zich voordeed en de bron waar zijn patiënten water haalden.
HET BELANG VAN JOHN SNOW’S WERK
Er zijn nieuwe hypotheses namelijk HOE kan cholera worden overgebracht? Hij baseerde
zich hiervoor op observaties en logica. Hij testte deze hypotheses uit door systematisch data
te verzamelen en de groepen te vergelijken. Vervolgens vond hij een associatie tussen het
drinken van gecontamineerd water en het krijgen van cholera. Hij voerde een interventie uit
om te voorkomen dat er nog meer slachtoffers zouden vallen.
Hedendaagse probleem: men vindt niet altijd een biologische verklaring. Maar het is niet
omdat we geen verklaring vinden, dat het niet waar is. Soms kunne de technieken minder
goed ontwikkeld zijn om bewijs te kunnen leveren.
DEFINITIE EPIDEMIOLOGIE
Het bestuderen van de distributie, de determinanten en de frequentie van een ziekte bij
mensen. Door het gebruiken van de resultaten kan de mogelijke oorzaak gedefinieerd
worden en kan men preventieve maatregelen treffen.
● distributie = met betrekking tot tijd, plaats en categorieën of subgroepen van
personen aangetast in een populatie of gemeenschap
● determinanten = mogelijke factoren die de frequentie van de ziekte kunnen
beïnvloeden. Dit wordt ook wel blootstelling (exposure) of variabelen (in de statistiek-
genoemd.) Voorbeelden zijn: beweging, voeding, stress, alcohol, roken, externe
omgeving, …
● study = omvat surveillance, observatie, testen van hypothesen, analytische research
en experimenteel onderzoek
!!!!! exposure → outcome (bv. roken → longkanker)
EINDDOELEN
Epidemiologie heeft twee einddoelen. Einddoel 1 is de etiologie of de oorzaak te weten
komen. Welke mechanismen zitten er achter de ziekte? Einddoel 2 is preventie. Soms dient
er een keuze gemaakt te worden tussen preventie of screening en het risico op de ziekte.
Dus hangt van de situatie af welk einddoel ze prioriteit stellen.
POPULATIE
Een populatie is een groep mensen met gelijke kenmerken zoals leeftijd, geslacht, afkomst,
woonplaats, … De populatie wordt duidelijk gedefinieerd. Je hebt verschillende populaties:
1. Vaste (fixed) populatie: de leden zijn permanent en gedefinieerd door een
gebeurtenis zoals bijvoorbeeld de overlevende van de atoombomaanval in Japan
2. Dynamische (flexibel) populatie: de leden kunnen tijdelijk in de groep aanwezig zijn
zoals bijvoorbeeld wonende in België of niet. Er is een mogelijkheid dat men
verhuisd.
Een populatie kan verder onderverdeeld worden in subpopulaties volgens bepaalde
karakteristieken. Voorbeelden van mogelijke populaties is volgens afkomst
(Afrikaans-Amerikaan, Mexicaans, …) en volgens het geslacht van het kind bij de geboorte.
, ONDERVERDELING BINNEN DE EPIDEMIOLOGIE
⇒ exposure oriented epidemiologie
- Omgevings-epidemiologie
- Beroepsgebonden-epidemiologie (vb. rugklachten, asbest, …)
⇒ outcome oriented epidemiologie
- Infectieziekten-epidemiologie
- Kanker-epidemiologie
- Neurologische-epidemiologie
Binnen deze onderverdeling heb je nog een onderverdeling.
1. descriptive epidemiology
2. predictieve epidemiology
3. causal epidemiology
descriptief analytisch
1: kunnen ook gericht kijken met bepaalde 2 en 3
factoren (bv. bij slecht weer,..)
● verdeling van ziekte beschrijven 2
● kenmerken observeren van een ziekte ● hypothese stellen van
● kijken naar de aantallen zieken, vermoedelijke oorzaak
doden,... ● statements en hypotheses
● niet naar verbanden kijken (kan wel ● gaat dingen zeggen die in het
toevallig iets ontdekken: bv.niezen is verleden, nu en in de toekomst is
oorzaak van besmettingen bij vele ● gaan dingen in verband brengen
mensen) ● bv mondmasker dragen → denken
● gaat dingen zeggen die nu is dat het door het hoesten
● kijken en stellen dingen vast verspreiden
● wat, wanneer, wie?
bv. overheid die een onderzoek doet
3
● why?
● hoe komt dit nu juist
● duurt langer dan iets voorspellen
(2)
● bv. vaccin → oorzaak ziekte = virus
blootstelling verklaart? → nee → observeren: nog geen verbanden zoeken
→ groepen vergelijken: naar oorzaken aan het kijken
→ ja: analytische
→ nee: descriptieve: alleen aantallen tellen
DESCRIPTIVE EPIDEMIOLOGY
= geobserveerde data beschrijven
● Dit is het eerste wat je doet bij een onderzoek → kijken of het ernstig is
● je moet data hebben voor je een oorzaak kunt vinden
● trendanalyses en plannen