Functionele anatomie
Ingeademde lucht komt in de trachea => Trachea vertakt in 2 hoofdbronchiën => gaat steeds verder
vertakken => Vertakking in bronchiolen die uitmonden in de alveoli.
Lucht dat aankomt in de alveoli en hier zal uitwisseling van CO2 en O2 plaatsvinden => CO2 gaat van
bloed naar lucht en O2 gaat van lucht naar bloed, beide dmv diffusie.
Generatie 1-16
• Geen uitwisseling van CO2 en O2, lucht zit hier in de dode ruimte
• Lucht wordt hier verwarmd tot 37 graden en wordt gesitueerd met waterdamp
Generatie 11-23
• Luchtwegen hebben GEEN kraakbeen rond zich
• Door negatieve en positieve drukken bij in- en uitademen zullen deze inkrimpen of uitzetten
Generatie 17-23
• Alveoli
• Geen kraakbeen
• Hebben 2 typen epitheelcellen, type I en type II
Gedeoxigeneerd bloed komt via RA en RV in arteria pulmonalis, bloedvaten gaan in de longen verder vertakken zodanig dat ieder
capillair bedient wordt en er dus bloed aankomt bij elke alveoli. Bloed wordt via diffusie van O2 geoxigeneerd en het bloed zal CO2
afgeven aan de lucht.
Geoxigeneerde bloed komt via de vena pulmonalis in LA en LV en zal via de aorta naar de rest van het lichaam gaan
&
Mengen van bloed
Luchtwegen generaties 1-16 hebben ook bloed aanvoer nodig om O2 aan deze weefsels
af te geven. Het bloed dat de bronchiole bedient, gaat ook naar de vena pulmonalis, dit
zuurstof arme bloed wordt dus een beetje gemengd met het O2 rijke bloed in de vena
pulmonalis, dit gaat naar LA en LV en gaat via de aorta naar de rest van het lichaam
↳
Inademen
Diafragma Intercostale spieren
Het diafragma zal aanspannen bij inademing waardoor deze naar Tegelijkertijd met zakken diafragma zullen de intercostale spieren
beneden zakt en hiermee de longen meetrekt => Verticale expansie aanpassen, deze trekken de borstkas naar boven en longen zetten hierdoor
longen uit.
Diafragma
wordt bedient
door nervus
frenicus
, Bloedsomloop longen
Respirator systeem bestaat uit 2 delen: Ventilatie en Respiratie
Gedeoxigeneerd bloed komt via vena cava in RA en RV, gaat in de arteria pulmonalis naar de longen en zal heir nog
verder vertakken zodanig dat elke alveoli bevloeid is. Het slagvolume is 70 mL dus er zal ongeveer 70 mL id capillairen
naar de longen zitten. Komt van via de vena pulmonalis in LA en LV en zal via de aorta naar de rest van het lichaam
gaan.
Bronchioles hebben ook bloedaanvoer nodig, veneus bloed en arterieel bloed worden een beetje gemengd
Anatomie long
• Pleura = Membraan rondom long, tussen de 2 pleura lagen in zit een beetje
vocht zodat de bladen soepel over elkaar heen wrijven. Pleura koppelt
thoraxwand aan longparichiem
• Longparichiem heeft neiging om te collaboreren
• Thoraxwand heeft de neiging om te expanderen
• Diafragma = platte spier die wordt bediend door nervus frenicus, beweegt naar boven en beneden bij ademen
• Intercostal spieren = Bij samentrekken vn deze spieren kantelen ribben naar boven, gebeurt bij inademing
• Sternocleidostoideus en scalenes spieren = Hechten aan op sleutelbeen, worden gebruikt bij problemen met
respiratie
Elementaire volumina en capaciteiten
Er zijn 4 Elementaire volumina
Tidal volume (Vt) = is het volume dat je ademt in 1 ademhaling
Inspiratory reserve volume (IRV) = Reserve volume v extra lucht die je kunt inademen tot het max longvolume
Expiratory reserve volume (ERV) = is de max hoeveelheid lucht die uit de longen kan worden uitgeademd na een normale
uitademing
Residual volume (RV) = is het volume gas dat achter blijft in het respiratoire systeem na maximale uitademing. Is onmogelijk
om deze lucht uit te ademen.
Capaciteiten
Totale long capaciteit (TLC) = volume v lucht dat de long in staat is vast te houden, de formule is TV + ERV + IRV + RV
Vitale capaciteit (VC) = ERV + TV + IRV = totale hoeveelheid lucht die je wel kunt in- en uitademen
Functionele residuele capaciteit (FRC) = RV + ERV = basisniveau waar normale tidal volume start
Inspiratory capaciteit = Alles boven het niveau van FRC, TV + IRV
Tidal Volume = 500 mL Van 500 mL TV is 150 ml in de dode ruimte=> 350 mL over
AH-frequentie = 12x per minut voor verversing
=> 6000 mL lucht / minuut verplaatsing
=> 350 mL x 12x per min = 4200 mL/min luchtverversing
Dynamische factoren van ademhaling
Ademhalings debiet = Tidal volume x AH-frequentie => In rust 0.5 L x 12 per min = 6 L/min
Bij inspanning ga je de AH-frequentie minimaal verhogen (bijv van 12 naar 15 per min), je gaat vooral dieper in- en uitademen, hierdoor verhoogd TV van 0.5 naar 2L
=> Hierdoor stijgt AH-debiet want nu 2 L x 15 per min = 30 L/min
Limitatie bij inspanning
Forced expiratory volume (FEV1) = Zoveel mogelijk inademen
• Cardiovasculair => Hoe snel en efficiënt het circulatoir systeem het
en dan zien hoeveel van dit volume kan worden uitgeademd in 1 seconde,
geoxigeneerde bloed bij de weefsels kan brengen
bij een normaal persoon moet dit rond de 80% zijn => indien lager kan dit komen
• Respiratoir => Geen limitatie want AH-debiet kan oplopen tot 100 L/min
door verlaagde spierkracht of verhoogde weerstand (astma)
, Mechanica van de long
• Longparichiem = neiging om te collaboreren
• Thoraxwand = neiging om te expanderen
=> Dankzij Pleura worden deze 2 krachten tegen elkaar opgeheven
• Pleura vormt een koppeling tusssen thoraxwand en longparichiem
Inademing
Als diafragma aanspant zakt het naar de buikholte => Verticale Dimensie vd thoraxholte neemt toe
Intercostal spieren tilt de ribben en kantelen zo naar boven op waardoor de thoraxholte vergroot
• PV = nRT => V stijgt dus P moet dalen, hierom negatieve druk bij inademen
Passief Uitademen
Diafragma ontspant en zakt terug naar boven => verticale dimensie neemt af
Intercostal spieren ontspannen en ribben zakken terug naar beneden => Thoraxholte verkleint
Geforceerd uitademen
• interne intercostale spieren aanspannen, hierdoor zullen de ribben terug dalen en daardoor nemen de
laterolaterale en anteroposterior dimensies vd thoraxholte af
• Rectus abdominis (buikspieren) aanspannen waardoor druk in de buikholte toeneemt en het diafragma zal
hierdoor versnelt terug naar boven worden geduwd en volume thoraxholte neemt af
Universele gaswet => PV = nRT PV = nRT
PV = constant
Partiële gasdruk => P(x) = F(x) x P(atm) • Bij inademing neemt V toe door diafragma en intercostal spieren
• dus P moet dalen => Door deze negatieve druk wordt lucht
In Vivo partiële gasdruk (in alveoli) => P(x) = F(x) x ( P(atm) - P(h2o) ) aangezogen naar de alveoli
=> P(h2o) = 47 mmHg bij 37 graden
Je kan long extreem laten in- en uitademen
Long uit patient halen en gaan bekijken
Rode lijn = uitademing curve
Paarse lijn = inademing curve
De curves liggen niet op elkaar => Meer druk nodig bij inflatie, het is dus moeilijker om in te
ademen dan uit te ademen = Hysteresis
Hysteresis = Verschil in elastisch gedrag van de long tussen in- en uitademen
• Traject van in- en uitademen is niet gelijk aan elkaar
• Hysteresis is het gevolg van surfactant, wat wordt geproduceerd door alveolaire type II
cellen
Compliance = ∂V / ∂P
• Steilere curve = grotere helling = grotere compliance
• Hoe groter de volume verandering is bij een bepaalde druk
verandering, hoe groter de compliance
Stel je begint op punt FRC, je gaat long extreem laten uitademen, je komt dan op punt Y
Inflatie curve (paars):
Long wil je weer laten toenemen, je hebt dus druk nodig om die long terug uit te zetten (ballon opblazen), ih begin van het terug openen vd long moet je vrij veel druk
zetten om de long ook maar een beeeetje te openen (1), dan kom je op niveau van (2) en (3), waar je bij slechts kleine drukverhoging een tamelijk snelle toename in
longvolume hebt. Op punt (4) ben je gelimiteerd doordat je het max longvolume hebt bereikt.
Zone 2 - 4 heeft de hoogte compliance want heeft grootste volumeverandering voor een bepaalde drukverandering.
Je kunt de long dus opblazen tot een bepaald niveau, het max long volume, en dan kun je de druk weer terug laten dalen (rode curve). Deze deflatie curve valt niet
samen met de paarse inflatie curve. Wat je wel ziet is dat de gemiddelde compliance hetzelfde is bij inflatie en deflatie (helling is gelijkaardig).
Waarom vallen de curves niet samen? => Deflatie van de longen en alveoli makkelijker dan inflatie
Compliance = soepelheid / elastisciteit van de long = ∂V / ∂P
Bij fibrosis = teveel collageen wordt gedeponeerd rond de alveoli. Hierdoor compliance
minder goed => De volumeverandering die je krijgt per drukverandering is dus veel minder,
hierdoor zal de curve dus afplatten omwille van de toename van het bindweefsel
Emphysema = betere compliance (lijkt goed maar da is nie), long is soepeler omdat deel van
het longweefsel is gedegenereerd. Minder longweefsel en dus gemakkelijker ontplooien,
compliance neemt dus toe (na 20 jaar roken krijg je dit zeker!!!)