Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
3.4 - Depressie en Psychose - Taak/Probleem 1 - Samenvatting €3,99   Ajouter au panier

Resume

3.4 - Depressie en Psychose - Taak/Probleem 1 - Samenvatting

 226 vues  4 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Gedetailleerde samenvatting van taak/probleem 1 van het vak 3.4 Depressie en Psychose. Alle artikelen komen er in voor: Walker, McGorry, Morrison, Kraan, Kraan, Rapoport, Sporn, Clemmensen, Krakowski, Link, Nederlog en von dem Knesebeck. De artikelen worden allen bij naam benoemd en de tips die de ...

[Montrer plus]
Dernier document publié: 6 année de cela

Aperçu 2 sur 20  pages

  • 14 janvier 2018
  • 7 février 2018
  • 20
  • 2017/2018
  • Resume
avatar-seller
Taak/Probleem 1 – Schizofrenie
Vignet 1

Leerdoel 1: Wat is schizofrenie? (Kenmerken, DSM-5, visies en ontwikkeling)

Walker, Kestler, Bollini, & Hochman (2004). Schizophrenia: Etiology and course.

Diagnose: meestal tussen 20 en 25. De fase waarbij mensen onafhankelijk worden van ouders,
romantische relaties ontwikkelen en carrièredoelen nastreven. Zo heeft het duidelijke negatieve
consequenties voor sociale en beroepsmatig succes. Het komt voor in alle culturen, de
levensloop prevalentie is 1%. Mannen ontwikkelen het gemiddeld 4 jaar eerder dan vrouwen.

Geschiedenis en fenomenologie:

1850-1900: onderzoek naar oorzaken, classificaties en prognoses van verschillende type
psychoses. In die tijd was tertiaire syfilis de meest voorkomende oorzaak  een psychologisch
syndroom kan worden veroorzaakt door verschillende oorzaken  schizofrenie heeft mogelijk
ook meerdere oorzaken.

Emil Kraepelin (eind 19de eeuw): maakte het voor het eerst onderscheid tussen dementia
praecox (schizofrenie) en manisch-depressieve psychose. Hij classificeerde hebefrenie,
paranoia en catatonie als subtypen van dementia praecox door de gelijkenissen in ontstaan en
prognose. De diagnose moet volgens hem gebaseerd worden op een volledig klinisch beeld,
inclusief een degeneratief proces.

Bleuler (begin 19de eeuw): introduceerde de term schizofrenie = splitten van de geest en
emotionele stabiliteit.
- Fundamentele symptomen: ambivalentie, onderbreking associatie, onderbreking affect,
voorkeur fantasie over realiteit.
 Bij alle patiënten altijd aanwezig.
- Accessory symptomen: wanen, hallucinaties, bewegingsafwijkingen, somatische
symptomen, manische en melancholische staten.
 Ook bij andere ziektes, niet altijd aanwezig.
Hij noemde het de groep van schizofrenieën: reflecteert kijk op schizofrenie als heterogene
groep stoornissen met verschillende ethologiën maar gelijke klinische representaties.

Schneider (1959): first-rank symptomen (hoofdkenmerken voor diagnose): hallucinaties en
wanen die de tekenen van psychose kenmerken  specifieker dan Bleuler.

1980: onderscheid in positieve en negatieve symptomen:
- Positieve symptomen: overmaat aan ideeën, sensorische ervaringen en gedrag 
hallucinaties, wanen, apart gedrag (benadrukt door Scheider).
- Negatieve symptomen: afname in gedrag  weinig affect, adhedonia, te kort motivatie
(benadrukt door Bleuler).

DSM-5 classificatie

, A Twee (of meer) van de volgende kenmerken, waarvan elk in een een periode van één maand
een significant deel van de tijd aanwezig is. Minstens één van deze moet (1), (2) of (3) zijn:

1. Wanen
2. Hallucinaties
3. Gedesorganiseerd spreken (bijvoorbeeld frequente ontsporing of incoherentie).
4. Ernstig gedesorganiseerd of catatoon gedrag.
5. Negatieve symptomen (zoals affectieve vervlakking of initiatiefverlies).

B Voor een belangrijk deel van de tijd sinds het begin van de stoornis ligt het niveau van
functioneren op een of meer belangrijke levensgebieden, zoals werk, interpersoonlijke relaties
of zelfverzorging, duidelijk onder het niveau van voor het begin van de stoornis (of, als het
begin tijdens de kinderjaren of adolescentie ligt, het is niet gelukt om het verwachte niveau
van functioneren op interpersoonlijk gebied, op school en in de studie, en beroepsmatig te
bereiken).

C Symptomen van de stoornis zijn gedurende ten minste zes maanden ononderbroken
aanwezig. In deze periode van zes maanden moet er ten minste één maand (of korter, indien
succesvol behandeld) sprake zijn van symptomen die voldoen aan criterium A (ofwel de
actieve-fasesymptomen) en mogelijk ook van prodromale of restsymptomen. Tijdens deze
prodromale of restfase kunnen de symptomen van de stoornis bestaan uit alleen negatieve
symptomen of uit een afgezwakte vorm van twee of meer van de in criterium A genoemde
symptomen (zoals vreemde overtuigingen, ongebruikelijke zintuiglijke ervaringen).

D Een schizoaffectieve stoornis en een depressieve stemmingsstoornis of bipolaire-
stemmingsstoornis met psychotische kenmerken zijn uitgesloten, omdat ofwel (1) er zich geen
depressieve of manische episoden tegelijk met de actieve-fasesymptomen hebben voorgedaan,
ofwel (2), als er wel stemmingsepisoden zijn geweest tegelijk met de actieve-fasesymptomen,
deze minder dan de helft van de totale periode van de actieve en de restfase van de ziekte
aanwezig waren.

E De stoornis kan niet worden toegeschreven aan de fysiologische effecten van een middel
(zoals een drug of medicatie) of een somatische aandoening.

F Als er een voorgeschiedenis is van een autismespectrumstoornis of een
communicatiestoornis met begin tijdens de kindertijd, wordt de aanvullende classificatie
schizofrenie alleen toegekend indien er, afgezien van de overige vereiste symptomen voor
schizofrenie, ook gedurende ten minste één maand (of korter, indien succesvol behandeld)
prominente wanen of hallucinaties zijn.

Subtypen (DSM-4):
- Paranoïde: preoccupatie met wanen en hallucinaties, maar geen gedesorganiseerde
spraak, gedesorganiseerd of catatonisch gedrag (beste prognose).
- Gedesorganiseerd: gedesorganiseerde spraak, gedesorganiseerd gedrag, vlak of ongepast
affect (slechtste prognose).
- Catatonisch: postuur- of bewegingsafwijkingen, mutisme, echolalie.
- Ongedifferentieerd: wel diagnose schizofrenie, geen diagnose subtype.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur manonvdstarre. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

79202 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€3,99  4x  vendu
  • (0)
  Ajouter