MOEDER, PASGEBORENEN EN KIND
DEEL 1: PASGEBORENE
HOOFDSTUK 1: DE ZORG VOOR PASGEBORENE NA DE BEVALLING
Het is van belang om bij primaire opvang v/d pasgeborene te letten op:
- Voorkomen warmteverlies - tijdstip afnavelen
- Beoordelen v/d toestand v/d pasgeborene - lichamelijk onderzoek
- Gelegenheid aan ouders bieden om kindje te leren kennen - na geboorte vit. K-profylaxe toedienen IM
WARMTEVERLIES VOORKOMEN
Dus baby helpt zelf ook met warmteproductie
- Bruin vet thv de nieren en schouderbladen - Vernix caseosa (huidssmeer bij geboorte)
- Via foetale houding zo klein mogelijk maken - Vasoconstrictie
- Warmteproductie door rillen nog niet mogelijk
Warmteverlies kan op 4 manieren:
1. Radiatie (straling)
= warmte verlies door straling als gevolg v/h T-verschil tussen het lichaam en de koudere omgeving (van een warm opp
naar een kouder opp dat niet direct contact is) bv. v/d huid v/d pasgeborene naar de want v/d incubator
2. Evaporatie (verdamping)
= de warmte gaat verloren via de huid en de slijmvliezen
3. Convectie (stroming)
= warmte gaat verloren v/h lichaamsopp naar de omgevende lucht. Naarmate de luchtT. Lager is en
luchtstroomsnelheid hoog is (tocht) neemt deze warmteverlies toe.
4. Conductie (geleiding)
dit is de afgifte van warmte via de huid en daaraan grenzend materiaal, zoals matras en kleding
Daling v/d lichaamsT na de bevallig is altijd aanwezig. Deze ‘koude stress’ speelt een positieve rol bij het op gang komen v/d AH.
Hypothermie is gevaarlijk omdat deze tot een verhoogde O2-behoefte en anaerobe stofwisseling leidt, waardoor
melkzuurproductie en metabole acidose ontstaan.
Ideale T tussen de 36.5° en 37.5°
Belangrijk dat VPK de maatregelen om warmteverlies te voorkomen zal toepassen:
- De pasgeborene moet zo snel mogelijk worden afgedroogd
- Geen koude omgeving warme onderlaag, warme deken, snel aankleden
- Geen ventilatoren in directe omgeving
- Warmtebron boven verzorgingstafel
- Altijd muts aan om warmteverlies via hoofd te beperken
- Huid op huid contact met ouder
VRIJMAKEN V/D LUCHTWEGEN
Vrije luchtweg bij pasgeborene wordt gekenmerkt door huilen, meestal na enkele sec tot halve min na geboorte. Indien dit niet
direct het geval is, kan men dit stimuleren door hem goed droog te wrijven.
Zodra een baby geboren wordt, huilt het kind. Hiermee ontplooien de longen zich en wordt het vruchtwater wat nog in de
longen zit, naar buiten geprest. Als dit te lang duur om vruchtwater kwijt te raken en uw kind daar last van heeft = wet lung
Vroeger bij elke pasgeborene standaard aspiratie uitgevoerd v/d mond-keelholte. Nu enkel indien AH belemmerd wordt door
aanwezige slijm, dan aspireren.
1
,DE NAVELSTRENG
Kort na geboorte wordt deze afgebonden met klem of navelveter. Dit bestaat uit:
- 2 arteriën
- 1 vene
De gelei van warton heeft een glazig gele kleur (kan groen gekleurd worden door meconium houdend vruchtwater).
BEOORDELING V/D TOESTAND V/D PASGEBORENE
Dit wordt gedaan a.d.h.v de apgascore. Deze wordt op 1, 5 en 10min na de geboorte bepaald. 5 aspecten beoordeeld:
1. AH
2. Pols-/hartslag
3. Spierspanning/ -tonus
4. Aspect/ kleur
5. Reactie op prikkels
score 7 na 1 en 5 min is nog normaal. Score tussen 4 en 6 is verontrustend! Score van 3 of minder is actieve reanimatie nodig.
De evolutie v/d score is zeer belangrijk. De prognose bij een lage score na 1min gevolgd door een goede score na 5min is beter
dan bij een matige score na 1 en 5 min. Samen met de waarde v/d navelstreng-Ph geeft de apgarscore en indicatie v/d ernst v/d
problemen v/d pasgeborene.
Bij bevalling met verhoogd risico op foetale nood of prematuriteit wordt direct na de geboorte gestart met O2- saturatiemeting
om de info met betrekking tot oxygenatie en HS snel en accuraat te verkrijgen.
ADAPTATIE AAN HET EXTRA-UTERIENE LEVEN
VERANDERING IN DE CIRCULATIE
DE FOETALE CIRCULATIE
belangrijkste kenmerken hiervan:
- Aanwezigheid van een placentacirculatie (gaswisseling vindt plaats in de placenta)
- Longcirculatie is minimaal
- Er zijn openingen tussen de long- en lichaamscirculatie
o Open foramen ovale
o De open ductus botalli
Voor de geboorte vindt de gasuitwisseling plaats in de placenta in plaats van in de longen. Het relatief O2-rijk bloed bereikt via
de vena ombilicalis en de ductus venosus naar de vena cava inferior. Samen met het O2-arm bloed uit het lichaam stroomt het
O2-rijke bloed naar het R-atrium. In plaats van te menge, gaat het O2-rijke bloed via het foramen ovale naar de L-ventrikel. Het
O2-arme bloed uit de vena ava inferior en superior stroomt via de R-ventrikel naar de arteria pulmonalis. Door de hoge
vaatweerstand in de longen stroomt het grootste deel v/h bloed nog voor de longen via de ductus arteriosus naar de aorta waar
het zich ment met het O2-rijke bloed dat uit de L-ventrikel komt. Via de arteriae umbilicales stroomt een deel van dit bloed
terug naar de placenta. Belangrijk om weten is dat de hersenen enkel relatief O-rijke bloed krijgen, aangezien arteriae carotes
ontspingen in de aorta voor de inmoding v/d ductus arteriosus.
Verschil tussen foetale en neonatale/volwassen circulatie is dat de venen O2-arm en de arteriën O2-rijke bloed bevatten bij de
pasgeborene/ volwassen. Bij de foetus bevatten de vena umbilicalis O2-rijke en de arteriae umbilicales O2-arm bloed.
2
,VERANDERING IN DE CIRCULATIE NA DE GEBOORTE
binnen enkele sec/min na de geboorte nemen de longen de gasuiwisseling v/d placenta over en treden er belangrijke
veranderingen in de circulatie op:
- O2 bereikt de longen en de alveoli ontplooien zich
- Weerstand in de longvaten daalt en de longcirculatie neemt toe
- Druk in het R-atrium neemt af t.g.v. toegenomen bloedstroom naar de longen
- Druk in het L-atrium neemt toe t.g.v. toegenomen bloedstroom vanuit de longen
- De ductus arteriusus sluit zich langzaam onder invloed van O2
- Wanneer de druk in de L-harthelft hoger wordt dan die in de R, sluit het foramen ovale
- Navelvaten trekken zich samen
HET HART
tijdens perioden van diepe slaap kan HF tot 100 of minder slagen/min bedragen, terwijl ze tot wel 200 slagen/min kan oplopen
tijdens het huilen.
Aanwezigheid van hartgeruis of ‘souffle’ is de 1ste dagen na de geboorte meestal het gevolg van een (nog) niet gesloten ductus
arteriosus. Souffles die samenhangen met aangeboren hartafwijking worden de 1 ste dagen meestal nog niet waargenomen.
Normaal:
- 100 – 180/’ na de geboorte - 120 – 150/’ na 1 minuut
- < 100 bij diepe slaap - > 200 bij huilen
Het is van belang erop te letten of de hartpulsaties op de thorax zichtbaar zijn. Bij pre- en dysmaturen is dit niet abnormaal. Bij
de aterme pasgeborene kan dit wijzen op een cardiale problematiek.
- Harttonen rechts hoorbaar rechts gelegen of verplaatst hart
- Pulsaties a. femoralis niet voelbaar coarctatio aorta
VERANDERING IN DE AH
Foetus: longen gevuld met vocht. Vocht wordt uitgeperst / geresorbeerd tijdens een vaginale bevalling in hoofdligging. Wordt de
pasgeborene via een sectio of in stuitligging geboren, dan blijft meer longvocht achter en kan dit leiden tot tijdelijke respiratroie
insufficiëntie met tachypneu. = transiënte tachypneu of ‘wet-lung-beeld’
Na passage geboortekanaal veert elastische thoraxwand terug en wordt lucht naar binnen gezogen.
prikkels na de geboorte die leiden tot begin v/d AH:
- Stijging stresshormonen
- Hypercapnie
- Hypoxie
- + koude stress !!!
Na geboorte stijgt snel de arteriële pO2 tot 60-75mmHg en daalt de pCO2 tot 37.5- 52.5mmHg. dit helpt om tijdens de geboorte
ontstane respiratoire acidose te normaliseren.
Tijdens de geboorte: respiratoire acidose (pH 7,15) na enkele uren: 7,35 – 7,45
ADEMHALING
- Pasgeborene: 30 – 60/ min vrij snel
- AH is Onregelmatig, hierdoor minstens 1 volle min geteld worden
- > 60 (tachypnoe): kan op respiratoire en cardiale insufficiëntie wijzen
- Passagère tachypneu = wet lung syndroom, bij vertraagde resorptie foetaal longvocht
- Apneu > 30 ‘’ vindt men vaak bij prematuren en wijst op onrijpheid centraal ZS. (kan optreden in diepe rust en duurt
meestal enkele sec)
o Aantal symptomen: neusvleugelen, kreunen, gebruik hulp-AH-spieren met intrekking
3
, Dyspneu is het gevolg van een respiratoire of circulaire pathologie
Neusvleugelen wil zeggen dat ze hun hulpAH-spieren moeten gebruiken om te kunnen ademen
VITAMINE K TOEDIENEN
Dit is noodzakelijk voor een goede bloedstolling.
tekort: kan bloedingsverschijnselen veroorzaken
2 methodes voor toediening
- IM- toedienen van 1 mg vit. K: dit in geval van preterm geboren, bij gebruik van bepaalde GM (anti-epileptica en
tuberculostatica door moeder tijdens ZWS. Hierna hoeft 1M geen toegediend te worden.
- PO-toedienen 2mg: in geval van borstvoeding, of sprake is van malabsorptie/cholestase, dient 1 week na geboorte
gestart te worden met vit-K-profylaxe. Verdient de voorkeur om wekelijks 1-2mg oraal te geven tot leeftijd van 3M. Bij
kunstvoeding, en indien geen sprake van malabsorptie/cholestase, dient geen verdere profylaxe gegeven te worden.
HOOFDSTUK 2: VPK OBSERVATIES
HET GEWICHT
Gemiddeld weegt een pasgeborene 3500G. Tijdens 1 ste 3 tot 4 levensdagen is het normaal dat baby afvalt in gewicht, dit verlies
mag max 10% v/h geboortegewicht bedragen en wordt veroorzaakt door:
- Verlies van vocht via urine - ontlasting
- Verdamping via de huid - AH
- Calorieverlies voor lichamelijke functies
Na 8 a 10 levensdagen moet het geboortegewicht terug bereikt zijn. Het geboortegewicht van een gezonde voldragen baby is
afhankelijk van verschillende factoren:
- Leefgewoonten v/d moeder - gezondheidstoestand v/d moeder
- Erfelijkheid - pariteit (meestal in stijgende lijn)
- Geslacht v/d baby
Om evolutie v/d groei bij een pasgeborene op te volgen, moeten de gemeten waarden uitgezet worden op een percentiecurve.
DE LENGTE
Gezonde pasgeborene meet gemiddeld 50cm (47-54cm). Wordt niet altijd direct na geboorte gemeten. Het meten is niet
schadelijk, maar kan oncomfortabel zijn voor de pasgeborene omdat deze lange tijd in foetushouding heeft gelegen. Wel
belangrijk om ledematen en rest v/h lichaam te bekijken, omdat wanverhoudingen kunnen wijzen op congenitale afwijkingen.
DE CIRCULATIE
Om hartslag en AH te controleren een cardiorespiratoire monitor gebruiken. Dit bevat 3 kinderelektroden. Deze zijn voorzien
van een gelkussen. Elektroden zijn: rood, geel en zwart of groen.
- Rood: rechts kleven ter hoogte v/d tepellijn
- Geel: links kleven ter hoogte v/d tepellijn
- Zwart/groen: registreren de AH dus op onderbuik kleven
Deze blijven gemiddeld 3 dagen ter plaatse voor ze vervangen worden.
om de circulatie v/d baby te beoordelen, zijn: hartritme, RR, capillaire refill en de kleur belangrijk!
HARTRITME
- Normaalwaarde hartritme aterme baby
o 100- 180/min direct na geboorte
o 120-150/min na max enkele minuten
o Hoe meer prematuur de baby, hoe hoger de hartslag
4