Rassenleer: Het Rund Marthe D’haeyere
Het Rund
Domesticatie:
• De wilde voorouder van het Europese rund (Bos taurus) is de Euraziatische
oeros (Bos primigenius).
• De wilde voorouder van de zeboe (Bos indicus) is de Indische oeros (Bos
namadicus).
→onderling fertiel
De domesticatie gebeurde op minstens 2 tijdstippen, onafhankelijk van elkaar in
het nabije- Oosten en het Indische subcontinent, respectievelijk 10 000 en 8000 jaar
geleden.
Andere domesticatiegebeurtenissen van 3 verwante rundersoorten in Azië:
o Bos taurus (Westers of taurine rund)
o Bos indicus (Indisch of bultrund/zeboe)
o 3 soorten Bos in Azië:
- Wilde jak → tamme jak
- Banteng → Javarund
- Gaur → Gayal
Verschil oeros-rund:
➢ Oerossen waren groter
➢ Er was duidelijk seksueel dimorfisme: stieren: zwartbruin (sh 160-180 cm) (1000
kg); koeien: roodbruin (sh 150 cm)
➢ Ze hadden liervormige hoorns
➢ De voorhand was veel zwaarder dan de achterhand
➢ Neusspiegel was lichtbruin
➢ Lichte aalstreep
➢ Altijd gehoornd
➢ Rechtopstaande oren
➢ Kalveren werden roodbruin geboren.
Het rund werd initieel gedomesticeerd als nutsdier voor vlees, daarna voor
trekkracht (ossen = gecastreerde stieren) en melk.
1
,Rassenleer: Het Rund Marthe D’haeyere
Het rund in een notendop:
o NL: rund(vee), stier (os), koe/vaars (nog niet gekalfd), kalf (tot 6 maanden)
o E: cattle, bull (oxen), cow/heifer, calf
o F: betail, taureau (boeuf, bouvillon), vache/génisse, veau
o Gewicht : gemiddeld 650 kg (melkkoe), 1100-1300 kg (vleesveestier)
o Voeding : herbivoor (herkauwer)
o Levensverwachting : 20 jaar
o Melkkoe : afvoer op 5 jaar (na 3de lactatie)
o Vleesvee : geslacht op 16-18 maand tot 24 maand
o Leefwijze : kuddedieren
o Cyclus : 21 dagen
o Bronsttijd : geen echt seizoen bij melkvee, winteranoestrus bij vleesvee
o Vaars laten dekken op 15 maanden (uitgegroeid), kalft op 2 jaar
o Draagtijd : 281 dagen (9 maanden)
o Eén stier voor 25 koeien (vleesvee) of kunstmatige inseminatie (KI - melkvee)
o Aantal kalveren : één, zelden tweeling
o Lactatieduur: 10-13,5 maanden. Meeste tijdens de 4e tot de 6e lactatie.
Identificatie en registratie gebeurt aan de hand van officiële oormerken met de
unieke genetische karakterisering. Dat kadert in het Sanitel-systeem.
Runderen in de wereld: 1,5 miljard
Problemen bij hoogproductief melkvee:
- Gewrichtsproblemen: calciumverlies
- Klauwproblemen: roosters
- Metabole problemen: vet- en glucosemobilisatie
- Mastitis: hygiëne-anatomie
- Stierklaveren hebben weinig tot geen waarde: worden op 6 maanden
geslacht
- Selectie op langleefbaarheid bij melkvee
- Honderdtonners: productie van 100 000 kg melk
• Intensieve veehouderij: dieren leven in stallen en gaan niet buiten
• Extensieve veeteelt: kleine groepen dieren worden gevoed op grote
oppervlakten land, ook op armere gronden. (natuurgrazers)
2
, Rassenleer: Het Rund Marthe D’haeyere
Verschillende vormen van veehouderij:
▪ Melkveehouderij met gespecialiseerd melkvee:
- Schrale bespiering.
- Dag na eerste tekenen bronstig → kunstmatige inseminatie. Als er 2
kalveren zijn van verschillend geslacht = onvruchtbaar (intersekse).
- Gehoornd: zeer jonge leeftijd verwijderd → thermocauter (kiemcellen
afsterven, hoorns niet verder ontwikkelen)
- Niet kweken met hoornloos vleesvee: slechtere kwaliteit melk
▪ Vleesveehouderij met gespecialiseerd vleesvee:
- Lage melkproductie
- Extreme dikbiltypes
- Kleine uier, kalf en stier zitten samen in de wei
▪ Alternatieve rundveehouderij (in Westerse landen): koeien worden ingezet als
natuurgrazers of als hobbydieren
- Geharde dieren, geen krachtvoer nodig, makkelijk kalveren, niet agressief
▪ Dubbeldoelvee: voor zowel melk- als vleesproductie
- Vleestypisch
- Melktypisch
Ruw voer = gras, hooi, stro (40-50 kg): goede bacteriële samenstelling.
→ Plukken gras met tong, niet met tanden
De productiecapaciteit per dier verschilt tussen hoger en lager ontwikkelde landen
en bepaald het aantal aanwezige runderen: hoe hoger het door selectie
opgedreven productiepeil is, hoe relatief minder dieren moeten worden
gehouden.
Melproductieparameters: (melkproductieregistratie MPR)
▪ Kg melk: de hoeveelheid melk die per koe in de eerste 305 dagen van een
lactatie wordt geproduceerd. 60 dagen droogstaand.
▪ De melksamenstelling:
- Vetgehalte: boterproductie (gem. 4,3%)
- Eiwitgehalte: kaasproductie(gem. 3,4 %)
Beide worden uitgedrukt in percentage: aantal gram per 100 gram melk.
▪ Kg melkeiwit per koe in een lactatie (kg melk x % melkeiwit)
▪ Kg melkvet per koe in een lactatie (kg melk x % melkvet)
3