Psychologie examen
Hoofdstuk 1
Wat is psychologie?
Psyche : ziel, levensadem
logos: woord, wetenschap
Definitie:
Psychologie is een wetenschappelijke benadering van het menselijk gedrag en de verschillende
factoren die het gedrag bepalen
Wetenschappelijke benadering: psychologie onderscheidt zich van andere kennis over menselijk
gedrag omdat we op een puur wetenschappelijke manier gaan werken
Gedrag : de wijze waarop mensen reageren op allerlei prikkels.
Wat iemand zegt of doet ( waarneembaar voor buitenwereld ) en wat iemand denkt of voelt ( niet
waarneembaar voor buitenwereld )
Verschillende factoren: hoe komt dit gedrag tot stand en wat zijn de verschillende factoren in hun
onderlinge verhouding
Wetenschappelijke psychologie steunt op empirische evidentie, op feiten. Deze feiten noemt de
psycholoog data
Psychologie gaat over het menselijk gedrag en heeft uiteindelijk 4 doelstellingen:
Beschrijven: data, observaties, testresultaten,…
Verklaren: begrijpen van het gedrag, men gaat op zoek naar een verklaring
Voorspellen: door oorzaken te kennen, kan bij een volgend geval sneller worden gehandeld
Beïnvloeden: oorzaken van het gedrag beïnvloeden of veranderen
Benamingen
- psycholoog: 5-jarige studie, geestelijke volkgezondheid, uitgebreid op de hoogte van
diagnose en therapie voor allerlei psychische stoornissen. Mag geen medicijnen
voorschrijven of lichamelijke ingrepen uitvoeren
- Psychiater: gespecialiseerde arts, werkt volgens medisch model, zoekt organische oorzaken
voor psychische disfunctie, mag wel medicijnen voorschrijven of lichamelijke ingrepen zoals
chirurgie uitvoeren
- (psycho)therapeut: heeft basisopleiding als psycholoog, pedagoog, socioloog, arts,…
moet bijkomende opleidingen volgen om therapie te mogen geven
,Wetenschappelijke kennis en dagelijkse, intuïtieve kennis
Iedereen heeft mensenkennis, deze halen we uit:
- zelf opgedaan
- via cultuur, opvoeding, sprookjes, spreekwoorden,…
De parallellen tussen intuïtieve kennis en wetenschappelijke kennis
Doelstelling: observeren, beschrijven, voorspellen
werkwijze : vertrekken vanuit zintuiglijke ervaring (vaststelling)
De verschillen tussen intuïtieve kennis en wetenschappelijke kennis
op 2 vlakken
1) Soort vaststelling waarop men zich baseert
Intuïtieve kennis: toevallige en subjectieve indrukken uit gewone levenssituaties
wetenschappelijke kennis: baseren op zo veel mogelijk objectieve observaties, op een
systematische wijze verzameld
Subjectieve versus objectieve vaststelling
moet door iedere willekeurige onderzoeker gecontroleerd kunnen worden, er mag
geen ‘kleuring’ zijn door de verzamelaar, gebruik van ‘instrumenten’
Toevallige versus systematische observaties
Ongecontroleerde versus gecontroleerde situaties
Vermijden van storende factoren, observaties steeds onder dezelfde omstandigheden
-> laboratoria
2) wijze van conclusies trekken
zoeken naar samenhang tussen de verschijnselen
niet enkel meten en beschrijven van de dingen, maar ook ontdekken van bepaalde
patronen, in de wetenschap moeten samenhangen aan bepaalde voorwaarden
voldoen
methodische zoeken naar samenhang
statistische technieken
inkaderen in een bredere theorie of model
einddoel: omvattende theorie waarin alle afzonderlijke wetmatigheden een eigen
plaats kunnen vinden
voorbeeld:
als je zegt dat alle zwanen wit zijn, zoek dan naar een zwarte zwaan.
, De methodes van de wetenschappelijke psychologie
Onafhankelijke variabele OV : datgene waarvan men vermoedt dat het invloed uitoefent op het te
bestuderen verschijnsel
Afhankelijke variabele AV: datgene wat men wilt onderzoeken of het beïnvloed wordt door de OV
voorbeeld 1: invloed van alcohol op het rijgedrag
alcohol is de OV, het rijgedrag is de AV
voorbeeld 2: water kookt op 100°
temperatuur(100°) is de OV, water de AV
stappen binnen het wetenschappelijk onderzoek
1) OV en AV duidelijk beschrijven
2) Welke relatie hebben deze twee
3) Toetsing -> testen of het elke keer opnieuw gebeurt
4) Verklaring of theorie
5) Nog niet onderzochte relaties voorspellen
In de psychologie
1) Een OV is niet moeilijk te vinden, maar de AV wel
voorbeeld 1: hebben kinderen van ouders van hetzelfde geslacht een goede ontwikkeling?
OV: kinderen van ouders van hetzelfde geslacht
AV: een goede ontwikkeling Wat is een goede ontwikkeling? Wanneer is deze goed en
waarop is deze gebaseerd, schoolpunten? Aantal vrienden? …..?
voorbeeld 2: heeft studiekeuze invloed op hoe gelukkig je bent?
OV: studiekeuze
AV: gelukkig Wat is gelukkig?
2) Zoeken naar samenhangen
Het experiment ( beste methode )
hier is alles onder controle
voorbeeld:
Er zijn 2 identieke groepen, 10mensen tussen 20en30j, evenveel
mannen als vrouwen, dezelfde achtergrond,...(op elk gebied)
mensen studeren beter in het donker.
de ene groep zet je dan in het licht, en de andere in het donker
je voegt dus een variabele toe, dit is het enige wat invloed zou kunnen
hebben.
groep A en A+ -> je voegt de + bewust toe