Bestuur Beleid & Organisatie Van Het
Werkveld
Partim 1(Begrippen)
LES 1 VZST
Verzorgingsstaat : een staat die gaat tussenkomen in het dagelijkse leven van de mensen, ter
vrijwaringen van de burgerlijke en politieke rechten en gericht op het verminderen van de
marktafhankelijkheid van de mensen.
Etat Gendarme: een staat die met veel geweld tussenkomt.
Etat Protecteur: een staat die de burgers moet beschermen
Overheidszorg: zorg in handen van de overheid.
Zelfzorg: in welke mate iemand voor zichzelf kan zorgen, zonder hulp.
Particuliere zorg: zorg in handen van particuliere zorgaanbieders.
Sociale zekerheid: herverdeling opgespaard geld onder de gerechtigden
Nationaal Pact van Sociale Solidariteit: 3de fase sociale zekerheid. Ontstaan van verplichte sociale
verzekeringen.
Sociale bijstand: herverdeling op basis van behoefte.
Sociale Voorzieningen: goederen en diensten die door de overheid verzekerde hulp kan bieden, voor
iedereen
Mattheus effect: sociale goederen en diensten die in het voordeel zijn van de rijken en niet van de
armen. De rijken worden rijker en de armen armer.
Stigmatisering: Negatief effect van selectiviteit. Schandpaaleffect.
Sociale Rechten: rechten voor de realisatie van een menswaardig bestaan.
Minimalistische benadering op Sociale Rechten: rechten die de huidige regelgeving gewoon
bevestigen.
Maximalistische benadering op Sociale Rechten: rechten die de internationale verdragen radicaal
veranderen.
Sociale Bescherming: bescherming van de heer als voorwaarde tot afhankelijkheid van de horige.
Kerkelijke Liefdadigheid: zielenheil voor diegene die de arme helpt.
Gunstkarakter: de hulpzoekende was afhankelijk van de goodwill van medeburgers.
Instrumentalisering van de zorg: hulpverlening in ruil voor zielenheil.
Lokalistische Structuur: dorpsgemeenschappen
Zorgsysteem op basis van een lokale logica: aanspreken op burgerschap.
Zorgsysteem op basis van rationele logica: aanspreken op tegemoetkoming aan behoeften in een
veranderlijke wereld.
Kapitalisme: Markt staat centraal.
Arbeidsmarktkwalificatie: mensen aanbieden op de arbeidsmarkt, indien er vraag naar is.
Ordehandhaving: kan maar functioneren als er voldoende vraag-aanbod is.
Ontwikkeling Van De staat: ontstaan van etat protecteur, het algemeen belang vertegenwoordigen
Liberale Welvaartstaat: staat is subsidiair tegenover de markt, zwak sociaal beleid, sociale rechten
en keuzemogelijkheden zijn beperkt.
Institutionele verzorgingsstaat: sociale rechten op basis van verdienste, staat is subsidiair tegenover
Pagina 1 van 11
,gezin, middenveld. Basis voor de sociale verzekeringen.
Sociaaldemocratische verzorgingsstaat: Universele zorgvoorzieningen, nadruk op sociale
grondrechten. Individu staat centraal.
Residueel Sociaal Beleid: nadruk op verdienste
Homo Economicus: mens als een rationeel denkend wezen.
Institutioneel Sociaal Beleid: nadruk op sociale grondrechten, correctie marktafhankelijkheid.
Direct Armoedebeleid: gericht op verzachten van armoede. (Leefloon, voedselbedeling)
Indirect Armoedebeleid: gericht op verzachten en voorkomen van armoede. (Basisinkomen, 1 euro
maaltijden)
LES 2 SOCIAAL WERK EN DE ACTIEVE WELVAARTSSTAAT
Ontzuiling: het wegvallen van bestaande structuren ontstaan uit een verschillende
levensbeschouwing.
Civil Society: maatschappelijk middenveld.
Vermarkting: zorg in handen geven van commerciële bedrijven. Zorgt krijgt een commerciële
doelstelling en zo vervaagt het zorgende aspect.
Fordisme: standaardiseren van arbeid, efficiëntere arbeid en sneller.
Structurele Werkloosheid: werkloosheid is het gevolg van structuren in de samenleving.
Bijvoorbeeld de automatiseren van de kenniseconomie, of de opkomst van de technologische sector.
Gedecommodificeerd: lonen die verstrekt worden door het zorgsysteem. Sociale zekerheid.
Gecommodificieerd: Lonen zijn afhankelijk van ons, hetgeen dat we verdienen door te werken.
Lovely Jobs: jobs die niet beïnvloed worden door de automatisering, bv: programmeren van een
machine, computer. Die kunnen niet ingenomen worden door machines.
Lousy Jobs: zijn de jobs die overblijven, met een lage scholingsgraad: bv-vuilnisman.
Bullshit Jobs: jobs gecreëerd op basis van marktwaarde.
Globalisering: werkgebied van lokale bedrijven naar meer internationale, wereldwijde handel.
Glokalisering: globale merken willen zich op een lokale manier uitten. Bv: mcdo is verschillend per
land.
Subnationalisering: kenmerkend voor België. Bevoegdheden naar gewesten en gemeenschappen
Morele Gelijkheid: mens-zijn en mensenrechten
Formele Gelijkheid: burgerschapsrechten die difference blind zijn.
Difference Blind: rechten zijn geen privileges van bepaalde sociale groepen.
Meritocratie: gelijkheid van kansen
Republikeins Burgerschap: burgerschap als deugd, gericht op politieke participatie. Bupo rechten.
Liberaal burgerschap: burgerschap als status
Ideologie: coherent deel van opvattingen van de mens, die de samenleving gaat organiseren op basis
van de levensbeschouwing.
Sociaal Burgerschap: 2de fase evolutie burgerschap, ontstaan van de sociale rechten die worden
opgenomen in het burgerschap.
Actief burgerschap: burger gaat actief deelnemen aan de samenleving.
Het Liberalisme is een meta-ideologie: liberalisme was doorheen de tijd uitgedaagd door het
socialisme en conservatisme.
Conservatisme: belang van individualisering in de maatschappij. Negatief mensbeeld, kan niet om
met vrijheid. Sterke overheidsinmenging. (Formele gelijkheid)
Fraternité: broederschap, kameraden: gemeenschap heeft de capaciteit om gemeenschappelijke
doelen te stellen en acties te ondernemen(kameraden). Dit hoort bij het socialisme.
Pagina 2 van 11
, Overheidspaternalisme: sterk corrigerende overheid
Socialisme: samenleven en samenwerking staat centraal. Kracht van de gemeenschap, gelijkheid in
uitkomst. Positieve vrijheid. Privébezit is slecht.
Minimal State: amper overheidsbemoeienis, hoge vrijheid van de burgers.
Nanny State: een overheid waarbij de overheid zich te veel moeit, te veel wetten maakt hoe de
burgers moeten eten, leven en een gezond leven moet leiden.
Sociaaldemocratische liberalisme: resultaat van het klassieke liberalisme, nadat het uitgedaagd werd
door het conservatisme en socialisme.
Klassiek Liberalisme: nadruk op het individu., geen overheidsinmenging
Veil of Ignorance: iedereen bevindt zich in een positie waar we niet weten wat of wie we zijn. (Om
het eigenbelang uit te sluiten) vanuit deze onwetende positie en vanuit de overtuiging dat we
rationele wezens zijn, kan rawls een antwoord geven wat rechtvaardigheid is. De mensen die vanuit
hun originele positie nadenken over rechtvaardigheid. Hoe zouden we de maatschappij inrichten van
uit deze onwetende positie? Rationeel wil zeggen dat mensen handelen vanuit een maximin
strategie (wat als ik in de slechts denkbare positie terechtkom) en efficiëntie (indien ik in de slechtst
denkbare positie ben, dan schaadt deze ongelijkheid mij niet). Ongelijkheid mag, maar in het
voordeel van de armen.
Absolutisme: Macht bij 1 persoon
Individualisme: belang van mens zijn, creatie van een samenleving waarbij elk individu in de
mogelijkheid gesteld wordt zich te ontplooien volgens het eigen potentieel
Vrijheid: natuurlijk recht. Recht om het eigen leven vorm te geven.
Positieve Vrijheid: vrij zijn om. De mogelijkheid om jezelf te ontwikkelen. (Modern liberalisme).
Staatsinterventie: actief ingrijpen
I.Berlin(2 Concepts Of Freedom): beschreef 2 concepten van vrijheid
Negatieve Vrijheid: vrij zijn van. Afwezigheid van belemmeringen, mogelijkheid tot vrije keuze.
(Klassiek liberalisme) staatsinterventie: vrijheden beschermen.
Rede: de rationele keuzes die we maken bij onze keuzevrijheid.
Rechtvaardigheid: gelijkheid. Morele gelijkheid/formele gelijkheid.
Tolerantie: acceptatie van morele, culturele en politieke diversiteit (= pluralisme
Contractualisering: Voor wat hoort wat, bv : iets doen voor toegang te krijgen tot een recht.
Actieve welvaarstaat:
snel -werk-val: werk op korte termijn is geen antwoord op armoede.
Mini Jobs: Ongunstige jobs
W2: werk en welzijnstraject op maat.
Restrictieve Activering: hier wordt vertrokken van uit tekorten en de cliënt moet zelf zijn tekorten
wegwerken zodat hij aan de arbeidsmarktvereisten voldoet. (Voor wat hoort wat) Activering is hier
afdwingbaar.
Reflexieve Activering: vanuit de krachten van de mens. De mensen wordt benaderd als een context
gebonden wezen. Onderhandeling en interpretatie staat hier centraal.
Maatschappelijke Activering: activering vanuit de overheid. Door scw.
Empowerment-strategie: richt zich op het versterken van het individu. Meer dan vaardigheden, ook
bewustwording afhankelijkheidsstructuren.
Engagement-strategie: heeft te maken met het weten te betrekken van personen bij wat als goed,
waardevol, belangrijk en/of nastrevenswaardig geacht wordt.
De sociale veranderingsstrategie (Social Change): is gericht op sociale verandering vanuit een kader
van duurzaamheid.
Pagina 3 van 11