Samenvatting van De Samenleving voor het vak Sociologie. De hoofdstukken staan in de volgorde zoals wij deze hebben gekregen tijdens de colleges op de Haagse Hogeschool.
Samenvatting Mens Cultuur en Samenleving (MSC)
Samenvatting Sociologie RSO-10306 Sociology
Sociologie boek en powerpoints ivk - de samenleving
Tout pour ce livre (21)
École, étude et sujet
Haagse Hogeschool (HHS)
Integrale Veiligheidskunde
Sociologie
Tous les documents sur ce sujet (14)
3
revues
Par: mtunali • 4 année de cela
Par: dalalfrimla • 5 année de cela
Par: marlouleibbrand • 5 année de cela
Vendeur
S'abonner
jeroenfennema
Avis reçus
Aperçu du contenu
Sociologie
1.1 Het sociologisch perspectief
Het sociologisch perspectief toont aan hoeveel invloed de samenleving heeft op ons gedrag en op de
keuzes die wij maken.
Deze houdt rekening met twee verschijnselen:
1) Marginaliteit: Hoe meer jij bij een groep hoort, hoe minder jij vanuit de situatie/ samenleving
dingen verklaart. Je schrijft dingen toe aan mensen i.p.v. dat je rekening houdt met hoe dit
tot stand komt. Bijv. als jij dun bent zijn dikke mensen zelf schuldig aan hoe ze eruit zien.
2) Crisis: Als een crisis zich voordoet, haalt dat mensen uit hun normale leven waardoor ze
ineens met een ander perspectief naar de samenleving kijken dan voorheen.
De gemiddelde mens mist het vermogen om zich te plaatsen in de samenleving en daarvanuit dingen
te verklaren (=Sociologisch voorstellingsvermogen)
1.2 Het belang van mondiale visie
Mondiaal perspectief: Onze samenleving en positie in de wereld bekijken/ kijken welke rol wij
innemen in de wereld.
Je kan jezelf pas begrijpen wanneer je verder kijkt dan je eigen samenleving. Wereld beïnvloedt de
samenleving, en de samenleving beïnvloedt de mens.
1.3 Het sociologisch perspectief in de praktijk
Voordelen van sociologie:
- Niet aannemen dat alles is zoals het is.
- Begrijpen dat ook al maak je je eigen keuzes, je wordt gestuurd van bovenaf.
- Betere deelname aan de samenleving door realisering dat je er deel van uitmaakt.
- Positiever worden naar hoe wij naar andersdenkenden kijken.
- Patronen herkennen en daarmee bepaalde problemen kunnen verhelpen.
1.4 Het ontstaan van sociologie
Door de industriële revolutie, trek naar de steden en politieke revoluties ging de mens steeds meer
anonimiteit in en maakte zich los van god. Dit zorgde ervoor dat mensen gebeurtenissen gingen
verklaren door naar zichzelf en de invloed van anderen te kijken.
Sociologie ging door drie fases:
1) Theologische: Samenleving volgt de wil van god.
2) Metafysische: Samenleving wordt bestuurd door de egoïstische wil van de mens.
3) Wetenschappelijke: Samenleving wordt door bepaalde wetenschappelijke wetten
(terugkerende fenomenen) gereguleerd.
1.5 Sociologie en de moderne samenleving
Sociologen proberen veranderingen tussen vroeger en nu te analyseren. Deze veranderingen zijn op
het gebied van ongelijkheid, sociale orde en rationaliteit (handelen op basis van kennis).
,Modernisering: sociale veranderingen die in gang zijn gezet door de industrialisering.
Vier kenmerken van modernisering:
1) Verdwijnen van kleine gemeenschappen
2) Keuzemogelijkheden voor iedereen (je lot ligt niet vast vanaf je geboorte)
3) Grote sociale diversiteit
4) Gericht op de toekomst en bezig met de tijd.
Ferdinand Tonnies: Mensen worden vreemden van elkaar ondanks dat ze samen leven i.p.v. vroeger
waarin iedereen in hechte gemeenschappen woonde waarin iedereen elkaar kende.
Dunkheim: Samenleving wordt niet door overeenkomsten bijelkaar gehouden, maar juist door
verschillen (mensen hebben elkaar nodig).Modernisering leidt tot anomie van de mens. De mens
voelt zich niet langer geroepen zich naar de norm te gedragen en handelt alleen nog maar uit eigen
belang.
Weber: De mens gaat van het denken ‘het is zoals het is’ naar denken door gebeurtenissen proberen
te verklaren en er orde in te brengen.
Marx: Mens kan zich door modernisering ontplooien. Dit gaat alleen ten koste van andere mensen
waardoor er revoluties komen tegen ongelijkheid die het socialisme zullen bewerkstelligen.
Drie hoofdvragen sociologie:
1) Hoe is sociale ongelijkheid mogelijk?
2) Hoe is sociale orde/wanorde mogelijk?
3) Hoe werkt het proces van rationalisering van de wereld?
2.1 Sociologische theorie
Theorie is een verzameling van uitspraken die met elkaar samenhangen. Deze uitspraken verklaren
verschijnselen waarmee je voorspellingen kan maken die je kan onderzoeken.
Sociologen willen met theorie gedrag verklaren.
Een theoretische benadering dient als fundamenteel richtsnoer van de samenleving voor latere
theorieën en onderzoek. Er zijn vier soorten theoretische benaderingen in gebruik:
1) Structureel functionalisme: In het kader van een complexe samenleving waarin alles met
elkaar in verbinden staat en op elkaar is afgestemd. Het structurele zit hem in stabiele sociale
gedragspatronen. Ook spelen sociale functies een grote rol, dit zijn handelingen die invloed
hebben op de gehele samenleving.
Er wordt onderscheidt gemaakt in twee soorten sociale functies:
- Manifeste functies: de erkende en bedoelde gevolgen van een sociaal patroon
- Latente functies: De niet-erkende en niet bedoelde gevolgen van een sociaal patroon.
Niet iedereen volgt dezelfde lijn in de samenleving: Sociale Disfunctie.
Er is hier alleen weinig oog voor ongelijkheid in de samenleving. Het richt zich alleen tot hoe
de samenleving werkt zoals hij bestaat.
2) Conflictsociologie: De samenleving is een plek van ongelijkheid, wat conflicten veroorzaakt.
Richt zich vooral op dat conflicten voor de ene partij positieve gevolgen heeft en voor de
ander negatieve. Via conflictanalyses willen ze problemen aankaarten en mogelijk
veranderingen aanbrengen.
Bekende conflictanalyses:
- Rassenconflict
- Genderconflict
, Nadeel hiervan is dat er meestal een te zware druk van emotie op komt te liggen waardoor
de analyse niet meer zo objectief wordt, maar politieke doelen gaat nastreven. Ook wordt er
geen rekening gehouden dat de twee partijen elkaar nodig hebben en dat verschil dus niet
slecht hoeft te zijn.
3) Symbolisch interactionisme: richt zich op de interacties tussen individuen i.p.v. het geheel of
groepen. Let vooral op welke definitie wij aan bepaalde handelingen, zoals een knipoog,
geven. Deze definities zijn het resultaat van de eerder genoemde interacties.
Er wordt hier alleen het feit dat cultuur en de samenleving invloed op onze interacties
hebben over het hoofd gezien. Het ontkent alleen niet dat er structuren over de hele
samenleving liggen.
4) Rationelekeuzebenadering: ook hier ligt de focus op het individu, maar dan dat het individu
uit eigen belang handelt. Hij maakt een kosten-baten analyse voordat hij keuzes maakt en
maakt zo rationele keuzes.
Kanttekeningen zijn dat dit vooral in geld uit te drukken is en niet in gevoelens, je zowel het
onderwerp, als het bewijs eigenlijk aan het analyseren bent en dat ze niet verklaren waarom
we zo handelen, alleen dat we dit doen.
2.2 Sociologen gaan op drie verschillende wijzen te werk
Sociologen verrichten onderzoek op drie manieren:
1) Positivistische methode: Onderzoek doen uit systematische observaties: Empirisch onderzoek.
Deze methode haalt algemene incorrecte aannemingen in de samenleving.
Waarnemersperspectief
2) Interpretatieve methode: Interpretatie is het belangrijkst; wat is de reden voor het gedrag dat
je geobserveerd hebt. Deelnemersperspectief
3) Kritische methode: De samenleving is geen onveranderlijk natuurlijk systeem. Deze methode
wil verandering teweegbrengen in de samenleving.
Zie tabel 2.1 voor combinaties met de sociologische theorieën.
2.3 Gender en onderzoek
Er zijn 5 manieren waarop onderzoek wordt beïnvloedt door gender:
1) Androcentrisme: Onderzoeken vanuit het mannelijke perspectief. Vrouwelijke geslacht wordt
eigenlijk genegeerd. Vice versa is Gynocentrisme.
2) Overgeneralisatie: Een paar mensen ondervragen en daar de conclusie voor een heel bedrijf
uittrekken.
3) Genderblindheid: Geen rekening houden met het verschil tussen mannen en vrouwen.
4) Meten met twee maten: Man en vrouw niet als gelijk benaderen.
5) Interferentie: het onderzoek wordt verstoort door het geslacht van de onderzoeker: Vrouwen
worden bijvoorbeeld niet serieus genomen bij het afnemen van vragen.
2.6 Onderzoeksmethoden
Kijk in het boek voor meer uitleg over: (zie ook: Tabel 2.2)
- Enquete
- Interview
- Experiment
- Participerende observatie
- Bestaande bronnen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jeroenfennema. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.