Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting literatuur Penologie voor niet-juristen €4,98   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting literatuur Penologie voor niet-juristen

3 revues
 234 vues  7 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Samenvatting van alle artikelen uit de reader voor het vak Penologie voor niet-juristen van de minor Misdaad en Straf Inhoud: Week 1 Jonkers, W.H.A. - De strafrechtelijke straf: inhoud, grondslag, doeleinden, in: Jonkers, W.H.A., Penitentiair recht. Ruller, S. van – Sancties, In: Tegen de rege...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 42  pages

  • 9 janvier 2018
  • 42
  • 2017/2018
  • Resume

3  revues

review-writer-avatar

Par: elineadema • 5 année de cela

review-writer-avatar

Par: martekleefman • 6 année de cela

review-writer-avatar

Par: Liekeee_d • 6 année de cela

avatar-seller
Literatuur Penologie voor niet-
juristen
Week 1
Jonkers, W.H.A. - De strafrechtelijke straf: inhoud, grondslag,
doeleinden, in: Jonkers, W.H.A., Penitentiair recht.
Strafrechtelijke straffen
- Het materiele strafbegrip
- Het formele strafbegrip (plus de strafgrond)
- De strafdoeleinden

Het materiele strafbegrip
- De vraag naar de meest algemene inhoud van de straf.
o Malum passionis; objectief kwaad dat normaliter ook als subjectief leed kan worden ervaren.
o De straf is een sanctie van subsidiaire aard; zij komt pas aan de orde als en in zoverre andere
sancties ontoereikend zijn.
o Iedere straf is een ‘malum passionis’, maar niet iedere ‘malum passionis’ is een straf.
(Voorbeeld: tandarts, overleden echtgenoot, intentioneel leed door een sadist etc.)
Er moet nog iets bijkomen waardoor ‘malum passionis’ tot straf gespecificeerd kan worden; het formele
strafbegrip

De strafgrond
- Het leed veroorzakende kwaad (malum passionis) gaat het karakter van straf aannemen, als het in
verband staat met een foutief doen of laten. (een handelwijze welke men achterwege had moeten
laten)
o Noodzakelijk: een fundamenteel en intrinsiek verband. (poena est malum passionis, quod
infligitur propter malum actionis)
o Vergelding van schuld: door de innerlijke samenhang van het strafkwaad en verwijtbaar
wangedrag (schuld) ligt de straf in de sfeer van ‘het verdiend hebben’
 Een beloning wordt ook verdiend; maar dan op grond van positief gedrag.
Vergelding
- Slaat niet terug op de absolute vergeldingstheorie van Kant en Hegel. (Vergelding als onontwijkbaar
postulaat ter gerechtigheidsrealisering; alleen door volledig vergelding kan de schuld afgelost worden)
- Slaat ook niet terug op ‘iemand iets betaald zetten’ of ‘zich op iemand wreken’. ( het gaat namelijk niet
om subjectieve genoegdoening, voor het slachtoffer)
Het kwaad van de straf als ‘straf’ enkel en alleen begrepen kan worden uit een daaraan voorafgaand in vrijheid
begaan delict. (> straf verdiend). De straffer onderstreept enkel de afkeurenswaardige van het betreffende
wangedrag.

Enkele conclusies hieruit:
- Wanneer straf een vergelding van schuld is kan men niet zeggen dat vergelding een doel van de straffer
is.
- Zonder schuld is straf niet mogelijk. (= contradictio in terminis). Echter sommige soorten schuld
hoeven/mogen niet vergolden te worden.
- Schuld is de grondslag/legitimerende fundament van straf.
- Voorwaarden van schuld:
o objectief wederrechtelijk gedrag. (conditio sine qua non; vooraf strafbaar gesteld in de wet)
o Subjectief verwijtbaar (en vermijdbaar). Deze kan ontbreken in gevallen als
‘verontschuldigbare dwaling’ etc.
o Zie samenvatting van dit alles pag. 3.

Strafdoeleinden.

, - Wanneer en in hoeverre mag schuld vergolden worden en wanneer en in hoeverre mag dat niet en
moet schuld dus onvergolden blijven?
o Er moet sprake zijn van een legitiem strafdoel.
o De straf dient een geschikt middel te zijn om dat doel te effectueren.
 Cruciaal probleem: een straf kan averechts werken voor verschillende doelen. Dit
leidt tot een afweging van prioriteit.
 Interim rapport.
o Gedrag volgens rechtsregels laten verlopen
o Conflictoplossing (wegnemen van onrust/onvrede in de
samenleving)
 In het strafrecht prevaleren normhandhaving doelen boven het herstel van
meteriele of immateriële schade. ( i.t.t. Hulsman)
 Drie niveaus van strafdoeleinden:
1. De strafbedreiger (wetgever)
2. De straftoepasser (de rechtelijke macht)
3. Strafuitvoerder (uitvoerende macht)
 Lagere niveaus moeten doeleinden van hogere niveaus in acht nemen.
Strafdoeleinden op legislatief niveau.
- De wetgever stelt bepaalde feiten strafbaar.
o Hij kent bepaalde uitvoerende/rechtelijke organen bevoegdheid toe.
o Hij waarschuwt justitiabelen; als je je zus of zo gedraagt loop je kans op deze of die
strafsanctie.
 Alleen gedragingen die objectief onbehoorlijk zijn, mogen strafbaar gesteld worden.
(morele onbehoorlijkheid)
 Geen straf zwaarder dan de schuld beginsel!
o Hij mag alleen de normovertredingen strafbaar stellen welke ook inderdaad afkeurenswaardig
zijn. (grote afkeurenswaardigheid/ontsteltenis leidt tot zwaardere straffen)
o Het streven dat de eventueel op te leggen straf zo zinvol mogelijk kan worden ondergaan en
hem zo min mogelijk zal schaden. (leidt tot speciale doeleinden; minderjarigen/alternatieve
strafrechtelijke sancties)
- Onderscheid in strafdoeleinden
o Generaal- preventieve doeleinden
o Speciaal- preventieve doeleinden
Onderscheid in doeladressaat; ten aanzien van wie wordt iets beoogd?
o Doeleinden moeten liggen in de generale sfeer.
- De algemene doelstelling is de bekrachtiging van de norm
Heeft de wetgever het voorkomen van eigen richting op het oog?
o Lijkt niet zozeer een doel van strafbaarstelling, wel een reden ervoor. (en natuurlijk wel een
strafdoel). In feite een concretisering van de algemene doelstelling; normbekrachtiging.

Strafdoeleinden op applicatief niveau
1. burgers door middel van het strafdreigement ervan weerhouden het strafrechtelijke gesanctioneerde
normbestel te overtreden. (normhandhaving)
o Effectiviteit van wettelijke strafbedreiging is alleen blijvend, wanneer dit dreigement ook
wordt waargemaakt.
 De werking van strafbedreiging is meer afhankelijk van de mate van
waarschijnlijkheid dat tegen een delict strafrechtelijk gereageerd zal worden dan van
de scherpte van de reactie.
2. de ontdaanheid die een delict in de rechtsgemeenschap kan teweeg brengen. Wanneer een delict
grote onrust verwekt dient de strafrechtstoepasser in beweging te komen om deze te bedaren. (deels
al vervuld door het strafproces zelf)
De vermelde doeleinden hebben niet rechtstreeks betrekking op de veroordeelde zelf en daarom liggen ze in
de generaal- preventieve sfeer

Speciaal- preventieve doeleinden
1. Afschrikking: men bedenkt zich wel twee keer voor hij/zij weer een overtreding begaat.

, - Middelen:
a. Geldboete
b. Voorwaardelijke vrijheidsstraf.
c. Kortdurende vrijheidsstraf. Hier moet wel een vrij grote zekerheid zijn dat deze zal ‘helpen’, anders
kan deze meer schade toebrengen.
 Werkt slecht als afschrikmiddel na de eerste keer (alles went)
2. Onschadelijkmaking (beveiliging): wanneer de dader een reëel gevaar oplevert voor de samenleving.
(het fysiek onmogelijk maken van herhaling) Echter:
- De beveiliging duurt maar zo lang als de vrijheidsbeneming zelf
- Je kan je afvragen of de dader de gevangenis minder gevaarlijk verlaat…
3. Wederaanpassing: het sociaal functioneringsvermogen van de dader positief beïnvloeden, oftewel
resocialisatie.
- In hoeverre mag de straftoepasser deze resocialisatie als strafdoel stellen?
o Het is dubieus of het wederaanpassingsproces binnen een penitentiaire inrichting behoorlijk
op gang kan komen/ de gewenste resultaten zal voeren.
 Het is daarom niet gerechtvaardigd om enkel met het oog op resocialisatie een
vrijheidsstraf op te leggen. ( wanneer een vrijheidsstraf onvermijdelijk is, mag het
natuurlijk wel zoveel mogelijk worden uitgevoerd ten goede van resocialisatie. Dit is
meer het terrein van de strafuitvoerder, dan die van de straftoepasser).
- Binnen deze vijf doeleinden is er een rangorde:
o Normhandhaving (het kalmeringsdoel hangt hier min of meer mee samen.. wel is het mogelijk
dat het kalmeringsdoel een zwaardere straf vereist dan wanneer het delict in et geheel geen
deining ontstaan zou zijn)
o De speciaal preventieve doeleinden zijn vaak bijkomende doeleinden voor de generaal-
preventieve doeleinden. Deze doelen zijn vaak ‘mooi meegenomen’.
 Er zijn wel gevallen bij het beveiligingsdoel waarvoor de straftoepasser een
langere/zwaardere straf toepast dan strikt noodzakelijk zou zijn voor
normhandhaving. Dit komt door de generale strekking van het beveiligingsdoel: de
samenleving behoeden voor ernstige strafbare feiten.
 Het resocialisatie doel mag alleen in beeld komen wanneer een bepaalde straf
gerechtvaardigd is op grond van het generaal- preventieve en beveiligingsdoelen. In
dat gevoel moet de straf zoveel mogelijk worden toegespitst op resocialisatie.
Strafdoeleinden op executief niveau
- De uitvoerende macht heeft niet alleen de bevoegdheid om het strafvonnis uit te voeren, ook de
plicht!!
- De tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf kan op vele manieren geschieden; art. 26.
o De resocialisatie opdracht is lastig de realiseren
 De gevangenispopulatie is vaak de negatieve selectie v.d. totale bevolking
 Een vrijheidsbeneming is niet de beste manier om iemand voor te bereiden op
vrijheid
 Grote onkunde inzake mogelijkheden en technieken van persoonlijkheid
beïnvloeding. (te weinig gekwalificeerd personeel etc.)
 Resocialisatie hangt grotendeels af van omstandigheden na detentie.

Subsidiariteit van de straf
- Straf mag slechts subsidiair gehanteerd worden
o Op legislatief en applicatief niveau.
o Subsidiair: de straf wordt alleen feitelijk toegepast wanneer en inzover zonder haar de
relevante strafdoelen niet te realiseren zijn. (ultimum remedium)

Ruller, S. van – Sancties, In: Tegen de regels IV.

- Het strafrecht heeft tot doel het gedrag van leden van de samenleving te beïnvloeden.
o Bij regels horen sancties die motiveren tot gehoorzaamheid.
 Formele sancties: wettelijk vastgelegd (sanctiepakket)
 Informele sancties: spelen een rol in alledaagse omgang. (afkeurende blik bv)

,  Positieve sancties: beloning voor goed gedrag.
o Strafrecht wordt gezien als ‘ultimum remedium’, strafrecht zou pas in werking moeten treden
waar niet- strafrechtelijke sociale controle tekort heeft geschoten.
 Wordt niet altijd nageleefd.

Geschiedenis van strafrecht
- 19de eeuwse rechtspraak
o Legalisme
 Ruime interpretatie was niet toegestaan
 Daad X moest bestraft worden met sanctie Y.
 Geen rekening houden met bijzondere omstandigheden.
 Het opleggen van sancties mechanische/machinale trekken.
 Straffeloosheid een groot kwaad (alle misdaad moet gestraft worden)
 Spiegelstraffen. (symboliek van openbare straffen)
Weinig interesse/middelen voor empirisch onderzoek naar de effecten van strafoplegging.
Afschrikkende werking, maar ‘sturing’ van de maatschappij was geen aandacht voor.
o Afschrikking en vergelding d.m.v. groot/publiek vertoon.
- Hedendaagse rechtspraak
o Kern van strafrechtspleging is onveranderd
 machinerie van leedtoevoeging aan schuldig verklaarde in werking na afweging
belangen.
 Het openbare karakter wordt tegenwoordig verwezenlijkt door
rechtbankverslaggeving en massamedia.
o Er is ook veel veranderd.
 Het daadstrafrecht in zijn extreme vorm bestaat niet meer; er is meer ruimte voor
straftoemeting/differentiatie (max & min straf)
 Uiterlijk vertoon is soberder geworden.
 Het sanctiepakket is veranderd, o.a. door mentaliteitsveranderingen.
 De zwaarste straffen verdwenen en de nieuwe sancties zijn een stuk lichter.
 De ‘definitieve uitschakeling’ straffen verdwenen, op die van de levenslange
gevangenisstraf na.
 In de sanctiepraktijk verdween de aanwezigheid van publiek bij de
voltrekking.

Door de gangbare sanctievorm schemert het karakter van het politieke regiem.
- Absolutisme (bij Gods gratie): wie een misdaad pleegde had het eigenlijk opgenomen tegen hèm en
diende (ten dele) vernietigd te worden.
- 19de eeuw: de wetsovertreder als rationeel calculerende verbreker van het sociaal contract. Bij het
plegen van zware misdaden, was hij geen contractpartner meer > eliminatie
- 20ste eeuw: de staat bekommert zich om zijn onderdanen. Een deel van de wetsovertreders konden
gezien worden als verminderd toerekeningsvatbaar.

De sancties van nu.
A. Processuele sancties: transacties, voorwaardelijke sepot en voorlopige hechtenis.
1. (voorwaardelijke) sepot: het OM ziet af van verdere vervolging, omdat bv. het feit naar verwachting
niet bewezen zal kunnen worden of omdat vervolging niet raadzaam lijkt. Aan een sepot kunnen
voorwaarden worden verbonden.
 Politiesepot. (lichtere wetsovertredingen afgehandeld door politite)
2. De transactie: de overtreder kan met het aangaan van een transactie een strafvervolging voorkomen.
Meestal zitten hier voorwaarden aan.
 Stroomschema
3. Voorlopige hechtenis: de persoon is nog niet schuldig verklaard door de rechter. Hieraan zitten vaak
voorwaarden als; kans op herhaling misdrijf, geschokte rechtsorde etc.
 Onmiskenbaar sanctiekarakter. (voorschot op latere gevangenisstraf)
Geleidelijk is een deel van de ‘rechtelijke’ bevoegdheid in handen van politie/OM gekomen

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur k2908. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,98. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80796 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,98  7x  vendu
  • (3)
  Ajouter