per preparaat is er een tekstje uitgewerkt van wat er allemaal te zien is. Foto's van de preparaten staan per tekstjes gerangschikt, ook de preparaat nummer staat erbij. Super handig om te leren voor het practicum examen.
De voetzool bestaat uit 3 lagen: de epidermis, de dermis en de hypodermis. De dermis bestaat uit
vooral BW. Dermis en epidermis vormen samen de cutis, hieronder vind je de subcutis = hypodermis.
Op grens dermis- hypodermis vinden we zweetklieren terug, deze zijn gewonden tubulair en de
afvoergang verloopt doorheen de dermis tot aan het oppervlak. De afvoergangen hebben een
typisch 2-lagig kubisch epitheel.
Epitheellaag van de epidermis bestaat uit een meerlagig verhorend plaveicel epitheel. De epidermis
bestaat uit verschillende lagen: Het stratum basale steunt op het basale membraan en vormt het
onderscheid tussen de dermis en de epidermis. Op het stratum basale steunt het stratum spinosum
met de ladderstructuur. Nadien heb je bij het verder opschuiven het stratum granulosum, bestaat uit
cellen met keratohyaliene korrels en ook een type van korrels die we de odland bodies noemen, deze
bevatten een vetachtige substantie waardoor voedingstoffen deze laag niet gaan kunnen
doordringen. De bovenliggen de lagen van het stratum corneum zullen dode cellen bevatten, deze
bevatten geen kern en celorganellen. Het cytoplasma van het epitheel wordt als maar donkerder
door de opstapeling van keratine filamenten die de typische horenlaag vormen. het stratum corneum
gaat verder in een laag met een aantal schilferingen, dit is het stratum disjunctivum.
Je hebt de epidermis kammen en de dermpapillen die elkaar afwisselen, deze afwisseling gaat er
voor zorgen dat de opperhuid, epidermis stevig vast is aan de dermis. Bij een blaar is er vocht tussen
de dermis en de epidermis. De dermpapillen bevatten bloedvaten en lichaampjes van Meissner. De
lichaampjes zijn tastlichamen en zijn opgebouwd uit op elkaar gestapelde cellen. Ze liggen thv het
stratum papillare. Ze worden omgeven door een BW kapsel en liggen aan een afferente zenuwvezel.
In het lichaampje kunnen we kernen van cellen van Schwann terug vinden.
,De dermis wordt afgelijnd door eenlagige epidermiskammen en bijhorende dermpapillen. In de
dermis zijn zweetkliertjes terug te vinden met een afvoergang. De zweetklieren zijn enkelvoudig
tubulair gewonden en bevatten een sereus secreet. In de klieren kunnen we myo-epitheel cellen
terug vinden (gelegen op basale membraan) → zorgen voor samentrekking waardoor secreet naar
buiten gaat → onder controle van zenuwstelsel. Naast de tubulaire klieren vinden we bloedvaten en
zenuwbundels terug. Het BW is een dicht onregelmatig collageen.
De hypodermis is een verzameling van allemaal vetcellen, gekenmerkd door een grote vetvacuole en
een wandstandig cytoplasma waarin de kern terug te vinden is. We vinden hier lichaampjes van vater
paccini terug. Het zijn concentrisch gerangschikte gliacellen die ook een zenuwvezel bevatten, deze
zullen info naar centraal sturen.
CUTIS = ONBEHAARDE HUID
Dit preparaat bespreekt de cutis of onbehaarde huid. De cutis bestaat uit meerdere lagen die we
grofweg in twee grote lagen kunnen onderverdelen: de epidermis (= lamina epithelialis) met een
verhoornd meerlagig plaveisel epitheel en de dermis (= laag van collageen bindweefsel). De dermis
en epidermis vormen samen de cutis = de echte huid. De epidermis valt op te delen in
- een stratum disjunctivum (= plaats waar losse stukjes verhoorning terug te vinden zijn
- een stratum corneum (= de eigenlijke hoornlaag met afgeplatte plaveiselcellen)
- een dun stratum lucidum
- gevolgd door een stratum granulosum een bredere stratum spinosum
- met ten slotte een stratum basale(= kubische cellen) en een basaal membraan.
De dermis wordt afgelijnd door eenlagige epidermiskammen en bijhorende dermpapillen. In de
dermis zijn zweetkliertjes terug te vinden met een afvoergang. De dermis kunnen we opdelen in
twee lagen: het stratum papillare (= bindweefsel papillen) en het stratum reticulare(= terug vinden
van zweetkliertjes).
D2-11
,D2-2
D4/2 ZWOERD = LICHT BEHAARDE HUID
Wanneer je kijkt naar de verhouding van de epidermis en de dermis dan is deze hier vrij beperkt.
Onder de dermis heb je de hypodermis en is hier talrijk aanwezig.
De epidermis: epitheel bestaat uit verschillende lagen, meerlagig verhorend plaveicel epitheel met
het stratum basale en het stratum spinosum. De grana van het stratum granulosum zijn beperkt door
de afwezigheid van de keratohyalien korrels. Door vrijstelling van de vetten uit de odland bodies heb
je verhoorning. Uitgebreid stratum disjunctivum. De dermpapillen en dermiskammen zijn hier vlakker
waardoor je een minder goede aanhechting hebt.
, Bij de dermis heb je een onregelmatig dicht bindweefsel. Je vind er ook doorsnedes van haartjes. In
het bindweefsel zie je ook bloedvaten en zenuwbundels. Naast het haartje hier vind je ook grote
structuren terug, het zijn de zweetklieren, apocrien en komen voor bij de huisdieren, bevatten een
zeer groot open lumen en er rond heb je het epitheel
BEHAARDE HUID
D 3/1, 2,7
Ook hier zijn epidermis, dermis en hypodermis aanwezig. De hypodermis bestaat voornamelijk uit
vetweefsel, de dermis voornamelijk uit bindweefsel. Haar is een epidermaal derivaat, het epitheel is
een verhorend meerlagig plaveicel epitheel. Het stratum granulosum is hier zeer dun maar dankzij de
odtland bodies ga je verhoorning hebben door de lipidenlaag dat ze afzetten.
De buitenste wortelschede wordt gevormd door het naar binnen plooien van het stratum basale tot
het stratum spinosum. Hierdoor bevat deze laag levende cellen. De buitenste wortelschede rust op
de basale membraan, dat is hier de blauwe lijn die we dan het glasmembraan gaan noemen (dit is
een verdikte basale membraan) , deze grenst aan de bindweefselschede die ook mee het haartje gaat
omringen. De buitenste wortelschede licht tegen de binnenste wortelschede, deze is hier verhorend,
centraal in het rood.
Bij de verhoorning zie je dat deze binnenste wortelschede eerst oorspronkelijk levend is. De
binnenste wortelschede heeft een dakpansgewijze structuur die we de cuticula noemen, deze zal
ervoor zorgen dat het haarpijltje in de haarschacht blijft. de binnenste wortelschede ontstaat uit de
bulbusstructuur. In het begin heb je een niet verhorende binnenste wortelschede, vervolgens
ontstaat er een laagje dat egaal oranje gekleurd is en is verhorend, deze twee samen zijn de
binnenste wortel schede. De levende laag is het laagje van huxly en de verhorende is de laag van
henle. Het laagje van huxly gaat met de tijd ook verhoornen en dan ga je een volledige verhorende
binnenste wortel schede hebben. Naar mate je meer naar het oppervlakte gaat zal de binnenste
wortelschede verdwijnen om een smeerlaagje te vormen zodat je haartje beter naar buiten glijdt.
De haarwortel bestaat uit een structuur met bindweefsel en bloedvaten = bindweefselpapil → deze
zorgt voor de aanvoer van voedingstoffen. Rondom de BW papil krijgen we een verdikt gedeelte =
bulbus dat bestaat uit ongedifferentieerde keratinocyten.
We vinden ook delende cellen terug → melanocyten en gaan melanine aanmaken die aan onze
haartjes de kleur zullen geven.
We zullen ook talgklieren vinden. Deze zullen als smeermiddel functioneren, je vind ze meer in het
oppervlakkige deel van de haartjes. Het zijn holocriene klieren, ze zullen het secreet laten opstapelen
en de volledige cel met het secreet zal worden uitgestort in de afvoergang.
Ook zullen er apocriene zweetklieren nabij haarfollikels gevonden worden. Ze hebben een gewonden
tubulaire structuur en liggen in het dicht onregelmatig collageen BW.
M. arrector pilli = een spiertje langs de ene kant verbonden met de bindweefselschede van de
haartjes en aan de andere kant het basale membraan van het epitheel, het is glad spierweefsel. Je
kan deze in de dermis terug vinden en is te herkennen aan het gele cytoplasma en de lang gerekte
spoelvormige structuren. Zullen de haartjes omhoog zetten.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur juliesutherland. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.