Deze vragen heb ik zelf gemaakt, hiervan zijn de antwoorden alles wat de prof heeft besproken in de les. Ook de prenten uit de slides zijn aanwezig en zijn uitgelegd en besproken.
Ik heb met deze samenvatting mooie punten gehaald, wel gecombineerd met samenvatting economie en natuurlijk de oefeni...
Epidemiologie en economie van de diergezondheidszorg
Introductie
1. Wat is epidemiologie?
Het bestuderen van het verloop en het effect van ziekten in een populatie
Studie van de noemer
2. Wat is pathologie?
Het bestuderen van het verloop en het effect van ziekten in een dier/individu
3. Wat wordt onderzocht in de epidemiologie?
• Ethiologie: de oorzaken
• Voorkomen
• Determinanten: beslissende factoren
• Manier van verspreiden
• Werking van therapie
• Mogelijkheden van preventie
In de natuurlijke omgeving
4. Waar ligt epidemiologisch onderzoek?
Tussen praktijk en labo-onderzoek, in haar natuurlijke omgeving:
• Het gaat vooral over ziekten hoe ze zich voordoen in het veld, dus niet experimenteel
• Maar het heeft wel een kwantitatieve uitkomst en controlegroep zoals in het labo
Praktijk gerelateerd
Wetenschappelijke bevindingen worden vertaald naar praktische maatregelen
5. Welke dingen worden onderzocht in de epidemiologie?
Zowel zieke (gevallen) als de gezonde (controles) worden onderzocht om na te gaan wat de
verschillen tussen beide groepen zijn
6. Waarnaar kijkt men vooral in de epidemiologie?
• Infectueuze ziekten: viraal, bacterieel en parasieten
• Metabole ziekten
• Zoönosen (ziekten die overdraagbaar zijn van dier op mens)
• Productie karakteristieken: factoren die zorgen dat een dier meer produceert dan het
andere
• Welzijn
7. Waaraan is de epidemiologie gelinkt?
• Preventieve diergeneeskunde
• Veterinaire volksgezondheid:
One health: dieren, mensen en omgeving beïnvloeden elkaar. Wat de
diergeneeskunde aangaat, heeft ook effect op de gezondheid van de mens en het
milieu
• Economie van de diergezondheidszorg
• Evidence based veterinary medicine: diagnose en behandeling moeten gebaseerd zijn
op de best mogelijke beschikbare informatie
, • Beleidsondersteunend
8. Hoe gebruikt de epidemiologie data?
• Verzamelen van data
• Nagaan kwaliteit van data
• Verwerken data
• Vertalen in interventies
• Bouwen van simulatiemodellen
9. Waarop baseert de epidemiologie zijn beslissing?
Hij baseert zijn onderzoek op kansen
10. Hoe is de epidemiologie ontstaan?
18e eeuw • Behandelen van symptomen
• Runderpest in Europa
• 1762: eerste veeartsenijschool
• Besef van hygiëne (door runderpest die uitgeroeid is na verbranden van
dode runderen)
Eind 19e eeuw Opkomst van de microbiologie, door ontdekking van de microscoop
• Louis Pasteur
• Robert Koch
ste
20 eeuw • Verbetering therapieën: bv. antibiotica, vaccins, anti-parasitaire ziekten
Men denkt hier dat alle ziekten afgelopen zijn
• Belang van metabole ziekten: komt veel meer voor door beschikbaarheid
van antibiotica die zorgen dat we niet meer sterven van infectieziekten
• Veel ziekten = multifactorieel
Invloeden van omgeving: niet alles is onder controle door vaccins
etc..
Epidemiologie zoekt factoren die invloed hebben op voorkomen,
verspreiding, preventie, …
11. Wat zijn de postulaten van Koch?
Deze zeggen wanneer een ziekte infectueus is:
• Agens aanwezig bij alle dieren die de ziekte hebben
• Agens komt niet voor bij dieren met een andere ziekte of dieren die niet ziek zijn
• Wanneer het uit een ziek dier wordt gehaald en ingespoten wordt in een gezond dier,
moet het dier dezelfde ziektesymptomen ontwikkelen
• Agens kan in reincultuur geïsoleerd worden uit zieke dieren
Deze postulaten zijn nu helemaal achterhaald en kloppen dus niet
12. Wat kan meespelen in het krijgen van ziekten?
• Bacteriën, virussen, parasieten
• Genetica
• Omgeving huisvesting, klimaat, …
• Voeding
13. Wat zijn de postulaten van Evans?
Zijn veel meer genuanceerd en houden meer rekening met de factoren van buitenaf:
• Proportie van dieren met ziekte in groep met risicofactor (RF) is groter dan groep niet
blootgesteld aan RF
• Groep van dieren met ziekte zijn meer blootgesteld aan RF dan dieren zonder ziekte
• Aantal nieuwe ziekte gevallen in de blootgesteld groep is groter dan de niet
blootgestelde groep
• Ziekte volgt op blootstelling, rekening houdend met de incubatieperiode
• Een spectrum aan gastheerreacties variërend van mild tot uitgebreid moet volgen op de
blootstelling aan de risicofactor
• Een meetbare gastheerreactie moet regelmatig voorkomen bij blootgestelde dieren,
dat niet mag voorkomen bij niet-blootgestelde dieren
• Onder experimentele omstandigheden moet de ziekte frequenter voorkomen bij dieren
blootgesteld aan de risicofactor dan bij dieren die niet blootgesteld zijn
• Het wegnemen van de risicofactor moet het aantal nieuwe gevallen doen dalen
• Het versterken van de reactie van de gastheer op blootstelling aan de RF moet de
frequentie van voorkomen van de ziekte doen dalen
• Alle verbanden tussen de ziekte en de risicofactor moeten biologisch verklaarbaar zijn
Deze houden rekening met de multifactoriële oorzaken van ziekten
14. Welke manieren zijn er om de risicofactoren in te delen?
• Epidemiologische driehoek
• Intrinsieke en extrinsieke natuur van de risicofactoren
• Noodzakelijk of bijdragende karakter van de risicofactoren
15. Wat is de epidemiologische driehoek?
Het aanwezig zijn van ziekte is een combinatie van genen, omgeving en immuunsysteem
16. Wat zijn de intrinsieke factoren?
Fysische en fysiologische eigenschappen van de kiem en/of gastheer
17. Wat zijn extrinsieke factoren?
Alle omgevingsfactoren die een invloed uitoefenen op zowel kiem als de gastheer
, 18. Hoe ontstaan ziekten kijkend naar deze 2 factoren?
Ziekte ontstaat op het moment dat er een onevenwicht ontstaat tussen al die factoren
19. Wat wordt bedoeld met het noodzakelijke of bijdragende karakter van de risicofactoren?
• Noodzakelijke factoren: factoren die aanwezig moeten zijn om ziekte te veroorzaken.
Het dier zal niet steeds ziek worden bij aanwezigheid
• Bijdragende factoren: factoren die bijdragen aan de kans op het voorkomen van de
ziekte. De risicofactor is noch voldoende noch noodzakelijk om ziekte te veroorzaken,
maar draagt bij aan de kans op het ontwikkelen van de ziekte
Bv. een drastische voederomschakeling als risicofactor voor ontstaan van koliek
• Voldoende factoren: deze aanwezigheid resulteert steeds in ziekte. Ze kunnen bestaan
uit één specifieke factor of kunnen samengesteld zijn uit een combinatie van factoren.
Wanneer deze combinatie voorkomt, resulteert dit steeds in ziekte
Bv. mond- en klauwzeervirus bij runderen
20. Wat is de OIE?
= Office International des Epizooties, oude benaming voor nu World Organisation for Animal
Health
21. Wat is de FAO?
Food en Agriculture Organization
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur leandraheirbrant. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
