Begrippen & Jurisprudentie
Module 1 Aanmerkelijk belang en de TBS regeling
Lesdag 1 – Aanmerkelijk Belang
Box 2 sinds 2001 Introductie box 2:
- AB houder vergelijken met winstgenieter
- TBS regeling vergroot parallel met ondernemer
- Taxcredit voor box 2 verlies bij einde AB resulteert in een box 1 korting
- Bij een AB houder, DGA, is economisch belang doorslaggevend
DGA Directeur Groot Aandeelhouder oefent arbeid uit en heeft een economisch belang.
Economisch belang Uitspraak van HR over wie heeft er een economisch belang als onderdeel van wie
heeft AB; HR zegt breder spectrum dan art. 4.6 en zegt kijken naar economisch belang.
Bij gehuwde sprake van economisch belang wanneer de aandelen in de gemeenschap
vallen.
Opbouw inkomen box 2 Belastbaar inkomen art. 4.1 jo art. 2.3 en 2.4.
Regulieren voordelen €
Af: kosten € -/-
art. 4.12-a
Vervreemdingsvoordelen € art. 4.12-b
Af: persoonsgebonden aftrek € art. 6.2
Inkomen uit AB €
Te verrekenen verliezen AB € -/-
Belastbaar inkomen uit AB € art. 4.1
Wanneer AB? ‘De belastingplichtige heeft een AB indien hij, al dan niet tezamen met zijn partner,
direct of indirect voor tenminste van 5% aan aandelen heeft in een vennootschap
waarvan het kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld’ art. 4.6.
Gelijkstellingen Onder aandelen worden genotsrechten, koopopties, participaties in open fondsen
voor gemene rekening (zie ook art. 2-2 Wet VPB) en lidmaatschapsrecht bij een
coöperatie gelijkgesteld art. 4.3, 4.4, 4.5 en 4.6.
Volgorde bepalen AB Primair belang is om te weten welk huwelijksgoederenregime van kracht is en
secundair is dan wat en hoeveel de gehuwde bezitten.
Huwelijksgoederenregime HR 2006: wanneer aandelen in de gemeenschap vallen dat is het belang van de
echtgenoten ieders de helft. Beide zijn AB houders ongeacht algehele / beperkte
gemeenschap of wie bestuur bevoegd is. Bij huwelijkse voorwaarden hebben partners
hun eigen vermogen en heeft een verrekenbeding geen gevolgen voor de AB heffing.
Voorbeeld: A en partner zijn in gvg gehuwd en A heeft 4% aandelen en partner heeft
4% aandelen dan zijn zij o.g.v. hun huwelijk beide AB houder voor ieders de helft.
Vergoedingsrechten Vergoedingsrechten ontstaan wanneer er sprake is van waardeontwikkeling van het
Vanaf 1-1-2012 onderliggende goed wat door een van de echtgenoten is gefinancierd of dat de schuld
door een van de echtgenoten (gedeeltelijk) is afgelost art. 1:87 BW.
, Art. 5-e AWR zegt er ontstaat geen fiscaal relevant belang, ook al krijgt de partner
welke de aankoop financiert een economisch belang bij de ,waardestijging, aankoop er
ontstaat geen AB voor deze partner.
Soorten aandelen Aandelen welke verschillen op economische onderwerpen zoals winstrechten,
reserves en zeggenschap zijn verschillende soorten aandelen art. 4.7. Het criterium
wordt ook wel niet door een leverbaar genoemd. De genoemde verschillen in lid 2
worden gezien als één soort en niet als verschillende soorten. Uitbreiding van de HR:
zegt verschillende soorten wanneer er een verschil is tot bijzondere gerechtigheid
bestaat tot een vermogensbestanddeel of reserve maar ook m.b.t. uitkeren van winst
of vermogen.
Meesleepregeling Wanneer een belastingplichtige een AB heeft, behoren ook zijn overige aandelen van
die vennootschap tot het AB art. 4.9. Dit is ook van toepassing wanneer een fictief AB
houder met bijv 2% nieuwe aandelen koopt bijv 1% maar nog steeds onder de 5%
blijft, dan een fictief AB van 3%.
Meetrekregeling Wanneer de belastingplichtige minder dan 5% aandelen heeft en de partner of bloed-
of aanverwant in de rechte lijn heeft wel een AB, dan behoren die aandelen tot het AB
art. 4.10. De meegetrokken AB houder kan geen TBS regeling treffen. Volgens de HR
25 september 2009 kan iemand geen gebruik maken van de meetrekregeling als de
bloed of aanverwant een fictief AB heeft.
Meetrekkende persoon Bloedverwanten in de rechte lijn zijn: kleinkinderen, kinderen, ouders, groot ouders
ook pleegkinderen die worden gelijk gesteld met kinderen art. 1.4 IB.
Aanverwanten: zijn de fiscale partners van de bloedverwanten.
LET OP! Echtscheiding: als twee mensen scheiden dan betekent dat op grond van art. 4.2 dat
Specifieke situaties het aanverwantschap ook wordt beëindigd. Het kan dus zijn dat bijv. de vader van de
m.b.t. meetrekregeling ex-partner niet langer wordt meegetrokken en daardoor geen AB meer heeft. Dit
resulteert in een (fictieve) vervreemding cf art. 4.16-1-g. De vader zou wel gebruik
kunnen maken van art. 4.11 waardoor de aandelen nog in box 2 blijven en hij nog niet
hoeft af te rekenen.
Duurzaam gescheiden leven: bij het duurzaam gescheiden leven kwalificeert de
partner niet meetrekkende persoon voor de meetrekregeling. Het fiscale partnerschap
wijzigt wanneer er is een verzoek tot echtscheiding is ingediend bij de rechter en de
echtgenoten staan niet meer op hetzelfde adres ingeschreven in de Gemeentelijke
Basisadministratie Persoonsgegevens (GBA).
Geen aandelen bezitten: In art. 4.10 wordt gesproken van 'tot het vermogen van de
belastingplichtige behorende aandelen in of winstbewijzen van een vennootschap'.
Deze zegt dat indien een van de partners helemaal geen aandelen, winstbewijzen of
koopopties heeft, hij dan ook niet door de meetrekregeling als AB houder kan worden
aangemerkt.
Direct of indirect belang: Meetrekken is alleen mogelijk met betrekking tot
rechtstreeks gehouden aandelen, niet met indirect gehouden aandelen. De artikelen
4.6 en 4.7 kennen de term indirect wel maar artikel 4.10 niet. In de wettekst staat dat
de aandelen tot het vermogen van de belastingplichtige moeten behoren. Dezelfde
strekking heeft art. 4.9: ook daar ontbreken de woorden 'direct of indirect'.
De beoordeling vindt telkens plaats vanuit de aandeelhouder die niet voldoet aan het
5%-criterium. Voor deze persoon wordt alleen gekeken naar de aandelen die tot zijn
vermogen (bezit)behoren; aandelen die tot het vermogen van een vennootschap zoals
holding behoren waarin de holding weer een belang houdt in een werkmaatschappij
tellen niet mee. Rechtstreeks bezit is een vereiste.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur steffieloeters. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,57. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.