Natuurkunde H4, H5, H7, H9 & H10
HOOFDSTUK 4
Paragraaf 1
Trilling = periodieke beweging
Evenwichtsstand: midden van de periodieke beweging
Uitwijking: afstand van het voorwerp tot de evenwichtsstand
u ¿ ¿
Amplitude: maximale uitwijking (altijd positief)
Trillingstijd/periode: tijdsduur van 1 trilling (hoe meer, hoe nauwkeuriger)
Frequentie: aantal trillingen per seconde (Hz)
Fase: hoeveel trillingen er op een bepaald moment zijn uitgevoerd
Δt
φ ¿
T
In fase = gelijk, in tegenfase = ½ fase ertussen
Gereduceerde fase = fase – gehele getal(len)
Snelheid: de snelheid van de trilling op elk tijdstip d.m.v. een raaklijn
2π ∙ A
v max ¿
T
Paragraaf 2
Cardiogram: diagram met de spanning als functie van de tijd
(u,t)-diagram: diagram waarin de uitwijking van een aantal tijdstippen van
een trillend voorwerp wordt weergegeven
Paragraaf 3
Terugdrijvende kracht: de resulterende kracht die steeds terug naar de
evenwichtsstand beweegt
Alle harmonische trillingen worden veroorzaakt door een resulterende,
terugdrijvende kracht waarbij de resulterende kracht F res en de uitwijking recht
evenredig met elkaar zijn
F res ¿ −C ∙u
De evenredigheidsconstante/krachtconstante = C
Fres en u zijn tegengesteld, het zijn beide vectorgrootheden
Paragraaf 4
Eigentrilling: trilling die een voorwerp van nature uitvoert, heeft ook een
eigenfrequentie
Resonantie: het meetrillen van een voorwerp met een andere trilling
(dempers kunnen het verhelpen)
Trillingstijd bij een massa-veersysteem: T
¿ 2π ∙
√ m
C
Hoe groter de veerconstante, hoe stugger de veer en hoe kleiner de
trillingstijd
Je kan een wortelverband omzetten naar een lineair verband, moet je op 1 van
de assen de grootheid onder de wortel zetten
, HOOFDSTUK 5
Paragraaf 1
Elektromagnetische straling: radiogolven, microgolven, infrarood,
zichtbaar licht, ultraviolet, röntgenstraling & gammastraling
Fotonen: energiepakketjes waarin straling wordt overgedragen
Als de energiepakketjes veel energie bevatten kunnen ze door je
lichaam heen
Als de energie te hoog is kunnen ze ongewenste veranderingen in je
lichaamscellen veroorzaken
Ioniseren: wanneer straling zorgt dat het atoom 1 of meer elektronen verliest
Radioactief: stoffen die van nature ioniserende straling uitzenden
Soorten straling:
1. -straling (heeft deeltjes met massa, licht geladen, fotonen beetje
energie)
2. -straling (heeft deeltjes met massa, zwaarder geladen, fotonen
beetje energie)
3. Gammastraling (heeft niet deeltjes met massa, ongeladen, fotonen
veel energie, komt uit kernen uit atomen van radioactief materiaal)
Gm-teller: apparaat om straling mee te meten
Eigenschappen van straling:
Hoe groter de afstand tot de bron, hoe zwakker (omgekeerd
kwadratisch)
Hoe vaker het ioniseert, hoe zwakker de straling
Hoe groter de afstand door een stof, hoe zwakker de straling
Doordringend vermogen: hoe diep de ioniserende straling door kan
dringen in een stof
Ioniserend vermogen: hoe goed de straling in staat is atomen te
ioniseren
Bronnen van ioniserende straling
Natuurlijke bronnen: zenden straling uit die altijd in onze omgeving
aanwezig is
Kunstmatige bronnen: door mensen gemaakt
Achtergrondstraling: een permanente hoeveelheid straling die in je
omgeving aanwezig is
Bestraling: blootgesteld worden aan een externe stralingsbron
Besmetting: blootgesteld worden aan een interne stralingsbron (op/in je
lichaam)
Veel gevaarlijker dan bestraling, je draagt de bron bij je
Paragraaf 2
Kern van atoom bestaat uit protonen en neutronen, met daar omheen een
elektronenwolk
Atoomnummer: aantal protonen in kern (Z)
Massagetal: aantal kerndeeltjes, protonen + neutronen (A)
a
A = N + Z -> z X
Isotopen: hetzelfde element met andere aantal neutronen
Veel isotopen zijn instabiel
Halveringstijd: tijd waarop de helft van het aantal radioactieve kernen
vervalt (t1/2)
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Faevisser. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.