Psychologie
Sociale psychologie
Wat is het?
Sociale psychologie = alle vormen van gedrag en mentale processen die beïnvloed worden door
anderen.
Het is ook de manier waarop we worden beïnvloed door anderen op gebied van gedachten,
gevoelens, percepties, gedragingen, motieven. Dit zowel op individueel gedrag als sociale interacties.
Gedrag begrijpen in de sociale context:
Aanwezigheid van anderen (werkelijk of fantasie)
Activiteiten met anderen
Verwachtingen/ sociale normen
Verschil met sociologie: beiden bestuderen groepen maar sociale psychologie focust zichop het
individu in de groep.
Pioniers:
Triples (in een groep fietst men sneller dan alleen)
Ringelmanneffect: individuen werken minder hard als de inspanningen worden
gecombineerd. (= sociaal gemakszucht)
Verschillende soorten groeperingen:
Sociale categoriën, collectiviteiten, groepen
Deze verschillen in:
Grote
Mate van interactie
Aanwezigheid en afwezigheid van gemeenschappelijke doelen waarden en normen
Waarden:
Wat men belangrijk vindt, nastreef
Abstract, algemeen
Worden vaak niet geïnpliceerd
Normen:
Welk gedrag er verwacht wordt. (Wat kan en wat kan niet)
Deze kunnen van groep tot groep enorm verschillen
Dit zijn de concrete regels om de waarden te realiseren
Soms zeer expliciet soms minder expliciet
Doelen:
Deze maken de waarden concreet
Groepstructuur: netwerk van relaties tussen leden.
1
,De groep: = begrensd
Een groep is een begrensde sociale eenheid waarvan de leden geregeld met elkaar omgaan. De leden
van de groep hebben gemeenschappelijke kenmerken. De groep wordt ook gekenmerkt door
gemeenschappelijke waarden en normen met op basis daarvan gevoelens van samenhorigheid.
Directe interactie:
Een face to face karakter: je krijgt feedback en reageert daar terug op.
Directe wisselwerking: men is direct op elkaar betrokken.
Gezamelijke waarden, normen en doelen:
Er zijn een aantal gezamelijke waarden, zaken die men belangrijk vind, de moeite waard om
na te streven. (niet expliciet uitgesproken)
Er zijn gezamelijke doelen waarbij de waarden concreet worden gemaakt tot de doelen van
een groep.
Bij de normen gaat het om de beoordeling in termen van wat kan en wat kan er niet. Deze
normen verschillen telkens van groep tot groep.
Groepsstructuur:
mensen kunnen een bepaalde plaats aannemen binnen een groep
Primaire en secundaire groepen
Primaire groep: bepalend voor de basiswaarden en de meest essentiële attributen,
emotionele betrokkenheid is groot er is een persoonlijke binding, er is vaak een
‘wijgevoel’(bijvoorbeeld: gezin)
Secundaire groep: minder sterke persoonlijke binding, er is meer afstand tot de groep
(bijvoorbeeld: klas)
De collectiviteit
Het zijn grote tot zeer grote groeperingen waarvan de leden gemeenschappelijke kenmerken hebben.
Op basis van gemeenschappelijke waarden, normen en belangen kennen ze een zekere
samenhorigheid. De leden hebben echter geen directe interactie met de meeste leden.
De leden komen zelden of nooit met elkaar in contact, door een te grote groep.
Er is meer dan toevallig gezamenlijk kenmerk aanwezig
Een zekere verwantschap in waarden en opvattingen, ze zijn gericht op dezelfde doelen.
In vergelijking met een groep is er minder direct contact met de andere leden.
Er is geen face-to-facerelatie
Binnen deze collectiviteit zijn er groepen te onderscheiden.
Sociale categorieën
We zijn er ons zelf niet van bewust dat we tot bepaalde van deze categoriën behoren.
(bijvoorbeeld: brildragers)
Gekenmerkt door:
1 bepaald kenmerk.
Geen directe communicatie
Vaak grote verschillen in waarden, normen en doelen.
2
,Mensen die deel uitmaken van een sociale categorie hebben slechts een bepaalt gemeenschappelijk
kenmerk zoals de leefijd, beroep, politieke voorkeur of hobby’s. Het verschil met een groep: je kent
de anderen niet. En er is dus geen interactie tussen de leden. De leden hebben vaak verschillende
waarden, normen en doelen.
Samenvattend:
Kenmerk Gemeenschappelij Doelen, samenhorigheid Directe omgang
/groep k kenmerk waarden en met elkaar,
normen interactie
Groep X X X X
Collectief X X X
Sociale X
categorie
Toghterness-situatie
Is een situatie waarbij een aantal mensen tijdelijk bij elkaar, de mensen zien elkaar wel en er zijn wel
interacties mogelijk maar groepsvorming doet zich niet voor.
Formele of informele groep
Wanneer je in een nieuwe groep komt dan ben je de eerste dagen nogal onwenning. Je moet niet
alleen de nieuwe mensen leren kennen maar ook de structuur binnen die wel bepaalde groep. Welke
waarden en normen er heersen, en welke rol je moet innemen.
Pas na een tijdje krijg je het gevoel jezelf te kennen binnen deze groep.
Er is een onderscheid tussen 2 soorten redenen:
Een formele groep Een informele groep
In deze groep kom je terecht omdat het moet, In deze groepen kun je terechtkomen voor de
omdat het van je verwacht wordt. gezelligheid, omdat je je er goed invoelt. Deze
De belangrijkste zaken zijn expliciet en formeel groepen ontstaan spontaan.
vastgelegd. De zaken zijn vaak niet formeel geregeld.
Er is een duidelijk doel voor ogen en de Er zijn wisselende posities en rollen.
onderlinge structuur is formeel vast gelegd. ze ontstaan door gemeenschappelijke intresses
Bv: een klasgroep en spontane interacties.
Bv: je vriendengroep
! binnen een formele groep kunnen er informele groepen ontstaan.!!
Taakgerichte en relatiegerichte groepen
Taakgerichte groep Relatiegerichte groepen
De groep heef een duidelijke taak. Deze groep heef geen specifieke taak te
vervullen. Centraal staan de sociaal emotionele
behoefen en banden van de groepsleden. De
gezeligheid kan een motief zijn binnen een
vriendenkring.
Structuur, positie, rol, status en aanzien
Groepsstructuur
Het is een bepaald patroon waarbij mensen in bepaalde positie staan met elkaar.
De groepsstructuur is een netwerk van relaties tussen mensen binnen een groepering.
3
, Sociale positie
Mensen nemen in een hiërarchisch gestructureerd systeem van sociale relaties een bepaalde sociale
positie in. Deze plaats is vaak verworven of toegewezen maar ook vaak toegewezen door de sociale
klassen.
De sociale positie is de plaats die iemand inneemt in een veld van sociale interacties.
Sociale rollen
In een groep hebben de leden vaak verschillende rollen. Er is een leider, assistent-leider,…
Vaak zijn er ook clowns deze personen zijn vaak de aandachtstrekkers.
Onder sociale rol verstaan we het gedrag dat we van leden van een groepering verwachten.
Afhankelijk aan de rol die men heef zullen mensen zich volgens verschillende normen gaan
gedragen.
Status
Opmerkelijk is dat de maatschappij bepaalt aan welke positie meer belang wordt gegeven. Het heef
te maken met de dominate waarden van de maatschappij in een bepaalde tijd.
Niet elke positie wordt gelijk gewaardeerd. Er wordt altijd een waarde gegeven aan de posities =
status van een bepaalde positie.
De waardering wordt gekoppeld aan positie niet aan de persoon zelf. Het is cultureel bepaald.
De waardering die men aan een bepaalde positie geef is de sociale status.
Via statussymbolen kunnen mensen hun positie in de groep, maar ook de maatschappelijke status tot
uiting brengen. (Bv: een luxe auto, een groot huis,…)
Aanzien
Als het gaat over de waardering voor de manier waarop een bepaalde persoon een positie vervult,
dan spreekt men van sociaal aanzien.
Sociaal aanzien is de mate van waardering die men heef voor de wijze waarop iemand een gegeven
positie als persoon bekleedt.
Over rollen en rolconflicten
Tegenover de leden van de groep waartoe we behoren, hebben we een aantal verwachtingen, we
hebben een tol tegenover elkaar. We bekleden een bepaalde positie tegenover elkaar. De groep is
een interactiekader voor ons.
Rollen zijn verwachtingen die mensen hebben over gedrag dat iemand in een bepaalde positie moet
vertonen. Als je gedrag laat zien dat past bij je rol vertoon je rolgedrag.
Rolgrenzen
Aan elke rol zijn er grenzen verbonden. Wanneer je die rolgrenzen overtreedt, voelen de anderen dat
je je niet gedraagt volgens de verwachtingen die zij hebben over je rol.
Natuurlijk is er ook ruimte om je rol in te vullen op een persoonlijke manier. Maar je zal dan telkens
moeten rekening houden met de verwachtingen van je gedrag door anderen en dus je rolgrenzen die
je hebt in een groep. Sommige zijn makkelijke op maat. Er is dus veel variatie.
4