SAMENVATTING MANAGEMENT ACCOUNTING EN CONTROLE: COST ACCOUNTING
Hoofdstuk 1: Inleiding
Financial accounting
(zagen we tijdens het vak accountancy)
Informatieverstrekking aan externen m.b.t. de financiële toestand van een bedrijf om de juiste beslissing te
nemen
Wie? Aandeelhouders, verstrekkers van leningen, werknemers
Informatie zit vervat in de jaarrekening en wordt openbaar gemaakt
Management accounting en management controle
Inzicht verwerven in het kostengedrag en de kostprijs van goederen, diensten, klanten of markten
De gegevens verwerken buiten de boekhouding om
Informatieverstrekking aan het management (de informatie wordt intern gebruikt, niet gepubliceerd) om
hen toe te laten de juiste beslissingen te nemen zodanig dat zij het bedrijf succesvol kunnen leiden
Strategische planning en beslissingen op lange en korte termijn budgetten maken
Evaluatie van de prestaties van de onderneming en haar afdelingen
Hier is geen wetgeving rond! ( bij financial accounting is heel veel wetgeving)
Bestaat uit verschillende deelgebieden: cost accounting is daar één van
Productiekostprijs: wanneer we enkel de productiekosten toewijzen aan een kostobject (product of dienst,
afdeling van de onderneming, klant van de onderneming…)
o Wordt vaak gebruikt voor voorraadwaardering, …
Totale kostprijs: wanneer we naast de productiekosten ook de andere kosten toewijzen aan het kostobject
o Wordt gebruikt bij het maken van beslissingen en analyse van winstgevendheid van goederen
Relatie tussen financial accounting en management accounting
Ze maken gebruik van dezelfde ‘dataset’ aan informatie de boekhouding
De kostprijs die berekend wordt door het management wordt voor financial accounting gebruikt om de
voorraden te waarderen
1
, SAMENVATTING MANAGEMENT ACCOUNTING EN CONTROLE: COST ACCOUNTING
Hoofdstuk 2: Kostenbegrippen en kostprijscomponenten
Kosten en kostprijs
Om de kostprijs van een product of dienst te berekenen, moeten we gegevens verzamelen. Die gegevens
moeten beschikbaar en meetbaar zijn en moeten we kunnen uitdrukken in een munteenheid.
We zullen nooit de exacte kostprijs perfect kunnen berekenen, maar we streven naar een kostprijs die de
werkelijke kostprijs het best benadert
Enige regel binnen management accounting: je moet je voorraad waarderen tegen de kostprijs (niet tegen
de verkoopprijs!!)
Drie elementen in de definitie van een kostprijs:
- Verwijst naar een kostenobject: van welk product willen we de kostprijs berekenen?
o Vb. als je de kostprijs wil berekenen van een passagier die van Brussel naar Madrid vliegt om 7u
‘s ochtends kostobject is de passagier
o Je kan ook de kost berekenen van de gehele vlucht: cost object is de vlucht en niet meer de
passagier
- Om de kostprijs te verbruiken, verbruik je middelen: hout, zeilen, verf…
- Die middelen worden/werden doelmatig ingezet
Je kan de kostprijs berekenen nadat het product is gerealiseerd (actuele of historische kostprijs: berekend op
basis van historische gegevens), of je berekent de kostprijs op voorhand (gebudgetteerde kostprijs of standaard
kostprijs: berekend op basis van een raming van de kosten een inschatting van de middelen die je verwacht te
gebruiken tijdens de productie van het product)
Als je de kostprijs nadien berekent is dat vaak goedkoper dan op voorhand, want op voorhand houdt de
aannemer rekening met bepaalde risico’s die zich kunnen voordoen
Drie soorten productie:
- Stukproductie: één goed produceren naar de wensen van de individuele klant vb. een jacht of een
woning (ook wanneer we 50* dezelfde sociale woning bouwen want ze is nog steeds ‘op maat’ gemaakt)
- Serieproductie: 100 standaard zeilboten produceren
- Massaproductie: eenzelfde product doorloopt eenzelfde productieproces duizendenkeren
Afhankelijk van het productietype, zullen we een andere kostprijsberekeningstechniek gebruiken
Kostindeling
Indeling op basis van bestemming
Directe kosten
- Kan je direct toewijzen aan het kostenobject vb. hout, arbeidsuren
- Hoe groter het deel van de kosten directe kosten zijn, hoe nauwkeuriger we de kostprijs kunnen
berekenen. Het is door het toewijzen van de indirecte kosten aan kostobjecten dat we afwijken van de
werkelijke kostprijs want het is heel moeilijk om dat correct te doen met de verdeelsleutels
- Voorbeeld: wat zijn de directe kosten bij de productie van standaard- en luxe zeilboten?
o Gelinkt aan de productie: materiaalkosten zoals hout, zeilen en verf en arbeidskosten
o Gelinkt aan de verkoop: commissiekosten (percentage van de verkoopprijs dat je afgeeft aan de
verkoper per verkocht product)
Indirecte kosten
- Kan je niet meteen toewijzen aan het kostenobject, deze kosten zal je indirect moeten toewijzen aan de
hand van een verdeelsleutel vb. elektriciteitskost, huurkost magazijn
- Voorbeeld: wat zijn de indirecte kosten bij de productie van standaard- en luxe zeilboten?
Afschrijvingskosten van de machines die voor beide producten gebruikt worden, elektriciteits-,
verwarmings- en verzekeringskosten van het magazijn waar beide producten in gemaakt worden en de
administratie- en verkoopkosten
2
, SAMENVATTING MANAGEMENT ACCOUNTING EN CONTROLE: COST ACCOUNTING
Indeling op basis van gedrag
Variabele kosten
- Variëren met de activiteit, niet per eenheid
- De variabele kost per product blijft constant, maar zal wel anders zijn voor andere soort producten
- Voorbeeld: wat zijn de variabele kosten bij de productie van standaard- en luxe zeilboten?
Materiaalkosten, arbeidskosten, elektriciteitskosten van de machines en commissiekosten
Vaste kosten
- Variëren niet met de activiteit, variëren wel per eenheid
- Neemt af per eenheid naarmate je meer produceert, want de kost blijft altijd gelijk en als je meer
produceert dan kan je de kost verdelen over meer producten dus de kost per product daalt
- Voorbeeld: wat zijn de vaste kosten bij de productie van standaard- en luxe zeilboten?
Afschrijvingskosten van de machines, verlichtingskosten van de productiehal, verwarming- en
verzekeringskosten van de productiehal en administratie- en verkoopkosten
Semi-variabele kosten
- Een deel van de kost is vast en een ander deel van de kost is variabel
- Voorbeeld: de kost van een machine: de afschrijvingskost is een vaste
kost, de elektriciteit die de machine gebruikt is een variabele kost
Semi-vaste kost
- Binnen bepaalde grenzen van de productie is de kost vast, overschrijdt je
die grens, dan hebben we vb. een 2de machine nodig en verhoogt de kost
- Is ook zo met obers in een restaurant: tot zoveel tafels heb je met 2 obers
genoeg, vanaf dat je die grens overschrijdt heb je een extra personeelslid
nodig of je nu 1 of 5 tafels boven die grens zit
Productiekosten en periodekosten
Productiekosten
Kosten die je verbruikt in het kader van de productie
Voorbeeld: directe materiaalkosten, directe arbeidskosten, energiekosten van de machines,
afschrijvingskosten van de machines
Periodekosten (niet-productiekosten)
Hebben niets te maken met de productie zelf
Voorbeeld: commissiekosten, marketingkosten, administratiekosten, verkoopkosten
Zijn kosten die je verbruikt binnen die periode, maar niets te maken hebben met de productie zelf
Regel: “Je mag uw voorraad enkel waarderen op basis van de productiekosten, daarbij dient geen rekening
gehouden te worden met niet-productiekosten”
De directe productiekosten kunnen we direct toewijzen aan de kostenobjecten
De indirecte productiekosten gaan we toewijzen op basis van één of meerdere verdeelsleutels vb. machine-
uren voor de elektriciteitskosten van de machines
Integrale productiekostprijs
Techniek 1
We gaan de indirecte productiekosten verdelen op basis van een
verdeelsleutel
60 000 kosten aan elektriciteit van de machines gaan we verdelen
op basis van de machine-uren
76 000 andere indirecte productiekosten gaan we verdelen op
basis van de arbeidsuren
3