INLEIDING TOT DE WIJSBEGEERTE
Karin De Boer
2012-2013
notities
PLATO
ACHTERGROND
Vormen van denken voor Socrates/Plato
1. Mythe
= verhaal waarmee een gemeenschap het ontstaan van het heelal wil aanduiden en menselijke
eigenschappen concreet wil voorstellen
Oorsprong: 9de EVC, 8ste en 7de EVC op schrift gesteld
Begin van rationalisering en modernisering
Griekse mythologie: eerst lokaal, later algemener door uitwisseling tussen gemeenschappen
Nadenken over oorsprong universum en het wezenlijke van de menselijke samenleving
2. Natuurfilosofie
= presocraten = leven voor Socrates
Thales, Heraclitus, Empericles
Nemen afstand van mythes, willen iets vertellen op een niet-beeldende manier
Element opvatten als oorsprong van alle dingen: water, vuur…
Parmenides: het enige waar het echt om draait, is het onveranderlijke (onderscheid!!)
3. Tragedies
5de EVC: Aeschylus, Sophocles, Euripides
Denken na over wat wezenlijk is voor het menselijk handelen
Bv. Antigone: conflict tussen twee opvattingen over rechtvaardigheid
Cf. Plato denkt na over wat wezenlijk is voor menselijke samenleving
4. Sofisten
Betekenis democratische bestuursvorm
Bepalend voor Atheense cultuur -> prominenten moeten groot publiek overtuigen
Goede argumentatie, gepresenteerd op logische wijze
Behoefte aan retorische scholing -> sofisten
Rondreizende leraren tegen betaling om jongeren retoriek te leren
Plato </3
Truukjes om beslissingen erdoor te krijgen versus is deze beslissing in het belang van de
gemeenschap? -> eigen belang boven algemeen belang!
Democratie nodigt hiertoe uit!
MAAR belangrijke rol binnen filosofie: bevrijding van de redeneerkunst tov inhoud)
Cf. Socrates: onderricht in argumenteren (in dienst van waarheid + gratis)
4de EVC: Athene: lang de machtigste, toen verwikkeld in Peloponnesische oorlog <-> Sparta
Verlies -> ttv Plato: in de schaduw van Sparta -> reflectie over betekenis Gr cultuur
Denkt na over rol democratie: kritisch!
Socrates (leermeester): eigenzinnig, grote invloed op Atheense jongeren
, Geen teksten nagelaten, maar leerlingen hebben hem geportretteerd (dialogen!)
!! ter dood veroordeeld binnen democratisch regime < opruiing van de jeugd!!
Gaat in gesprek en wil duidelijk maken dat hun stellingen niet kloppen
Onbevredigende antwoord v gesprekspartners -> afscheid van vorige stelling
Eerste toepasser van nieuwe reflectiewijze op aspecten van de samenleving
POLITEIA
Wat is een rechtvaardige samenleving?
Democratie HEEFT voordelen, maar had later tot verzwakking geleid
Algemeen belang ten nadele van persoonlijke drijfveren
Meerderheid dicteert wat juist is?! Plato = antidemocraat
Schetst alternatief! ~ Sparta
Geeft negatieve kritiek op huidige situatie
Filosofen aan het hoofd van de samenleving < inzicht in wat rechtvaardig is
Vraag: wat betekent het om inzicht te hebben in wat rechtvaardigheid is?
ALLEGORIE VAN DE GROT
Uitleg ideeënleer
Nieuw deel onderscheid: idee versus verschijning
Eerste domein: wiskunde (driehoek)
= niet gebonden aan een getekende driehoek
Uitspraken onafhankelijk van die driehoek
Driehoek = idee met veel illustratievormen!
Tweede domein: schrijnwerkerij
Idee over hoe tafel er uit moet zien = onafhankelijk van hoe tafel eruit gaat zien
Plat vlak, aantal poten… wezen van een tafel!
Filosoof: probeert van alle dingen de wezenlijke kenmerken bevatten
Set-up: gekluisterde mensen, muurtje met mensen op die voorwerp tonen, groot vuur
Gebeurtenis: mens wordt uit de grot gesleurd, what happens?
Gevangene is verblind < zonlicht, maar zal in staat zijn om dingen te onderscheiden
Realisatie: wat ik beschouwde als een boom, is geen echte boom: help help!!
Interpretatie: mens kan zich losmaken van gerichtheid op de empirische objecten en kan
doordringen tot het wezen van de dingen, tot het IDEE van de boom
Doel van de filosofie: doordringen tot het wezen van de dingen?
Filosoof moet vrijwillig besluiten om terug te keren in de “grot” en in gesprek gaan met de
anderen
Wordt niet goed ontvangen, vanuit standpunt van gewone mensen: “zot!”
Zie ook Socrates: moest dit bekopen met zijn leven!
Waarom zo belangrijk?
Filosofen moeten politieke verantwoordelijkheid krijgen
< alleen filosofen hebben inzicht verworven in het wezen van rechtvaardigheid
Inzicht verworven? Concreet realiseren en uitwerken!
Afsluitende opmerkingen
1. Verhouding tussen vuur en zon
Dankzij de fysieke zon is de materie voor ons zichtbaar
Zon = “beeld” voor iets anders = het idee van het goede
Zorgt ervoor dat alle ideeën zichtbaar en begrijpelijk zijn
Plato probeert op gemeenschappelijk bron van alle ideeën te wijzen
Ideeën drukken volmaaktheid uit: Liefde > menselijke liefde…
,PLATO’S VISIE OP KUNST EN LITERATUUR
Ideeën over de staat mogen niet afkomstig zijn van een toevallige meerderheid!
Criteria gebaseerd op inzicht in het wezen van rechtvaardigheid
op inzicht in wat goed en rationeel is
Socrates: “Geen ruimte in de ideale staat voor nabootsende poëzie.”
Geen plaats voor Homerus!
Argument: nabootsing van een nabootsing
Voorbeeld: bed
Alle Ideeën zijn gemaakt door “goddelijke” schepper, ook het Idee bed
Materieel bed wordt gemaakt door beddenmaker
Vooraf, in zijn hoofd: aan wat moet een bed voldoen om bed te zijn?
Versie van het Idee in een bepaald materiaal
= feitelijke weergave van een Idee = mimesis/nabootsing
Kunstenaar maakt een nabootsing van het materiële bed -> wrm negatief?
Schilder heeft geen besef van het wezen van het bed
Voorbeeld: dichter
Dichter schildert daden, deugden en ondeugden van individuele mensen
WEL empirische aspecten weergeven van menselijk gedrag
daden, deugden… worden NIET opgevat als uitdrukking van daden als zodanig
Grote schrijvers: niet alleen geïnteresseerd in particuliere daden, maar proberen essentiële aspecten
van het menselijk leven in hun beschrijvingen uit te drukken
Zegt Kunst iets over de wezenlijke aspecten van het menselijk handelen
Plato gooit Literatuur en huis-, tuin- en keukenstuff op een hoop
Waarom is Plato zo kritisch?
Richt zich tegen tweederangsdichters van de eigen tijd (Groten = dood)
Voelt zich belaagd door die 2derangsdichters, duldt geen kunstenaars naast zich
Enige kunstenaar die niet ten prooi valt aan karakteristieken nabootsende kunst en in
de richting wijst van wezenlijke ideeën, is Plato zelf!
, ARISTOTELES
INLEIDING: leven en visie
4de EVC, Aristoteles = lid van Plato’s Academie leerling van Plato
- Als jongen enerzijds zeer onder de indruk van Ideeënleer
- Later kritiek: Ideeënleer = té abstract
Voldoet niet om concrete aspecten van de werkelijkheid te verklaren
Na dood Plato -> Aristoteles verlaat de Academie en reist naar Macedonië
Wordt leermeester van Alexander de Grote -> drukt stempel op belangrijke periode
Keert terug naar Athene stichting Lyceum
Veel zakelijker en wetenschappelijker dan Plato
o Houdt zich met alle disciplines bezig
o Geen beeldende verhalen à la Allegorie
o Grote invloed, maakt als eerste onderscheid tussen wetenschappelijke disciplines
Gaat hierbij uit van de vraag: “Wat is nu de aard van het object waarover een bepaalde
wetenschap gaat?” = classificatiecriterium
o We hebben zintuiglijk waarneembare dingen die vergankelijk zijn -> fysica en biologie
o We hebben zintuiglijk waarneembare dingen die onvergankelijk zijn -> astronomie
o We hebben immateriële en onvergankelijke “dingen” -> wiskunde en filosofie
Bv. driehoeken, getallen…
Filosofie € laatste groep -> Wat is het eigen object van de filosofie?
Filosofie onderscheidt zich van andere disciplines omdat ze geïnteresseerd is in het geheel
het leven, de planeten, het getal…
= zoeken naar principes die grondslag vormen van AL onze wetenschappelijke kennis
Specifieke vorm van filosofie die op die principes ingaan = eerste filosofie
Tweede filosofie: reflecteert op principes van één deeldomein
Later: eerste filosofie wordt ‘metafysica’ genoemd (naam afkomstig van archivaris
die Aristoteles wilde bundelen, zie verder)
VRAGEN:
- Wat verstaat Aristoteles onder metafysica?
- Hoe onderscheidt Aristoteles zich van Plato?
KRITIEK OP PLATO: say what?
Iedereen ontwikkelt nieuwe theorieën uit onvrede met diegenen die reeds bestaan!
MAAR: enerzijds toch iets gemeenschappelijks met Plato!
Natuurfilosofen zochten naar de oorsprong van alle dingen (Archè en aition bv. water,
vuur, iets anders…)
Plato en Aristoteles nemen afstand
Plato: uiteindelijk is alles gefundeerd in de Idee van het Goede
Idee Bed is grond waardoor wij kennis kunnen verwerven van
bedden
Weg van het materiële, hup naar het geestelijke!
Aristoteles: goed begrip van de principes die aan onze kennis ten grondslag liggen
is nuttiger!! Op zoek naar een soort ‘beginidee’ dus, net als Plato