Gelijkheid van matrices
Dezelfde dimensionaliteit + alle overeenkomstige elementen zijn identiek
Optellen van matrices
Elk element is de som van de twee overeenkomstige elementen van elke matrix.
noodzakelijk: A en B zijn conform (dezelfde dimensionaliteit)
Scalaire vermenigvuldiging
Elk element van de matrix vermenigvuldigen met een gewoon getal/scalair
, Matrixvermenigvuldiging
Kruisproducten van de rijen van A met de kolommen van B en deze kruisproducten sommeren.
AB ≠ BA
Identiteitsmatrix
Alle diagonale elementen zijn 1, alle off-diagonaal elementen zijn 0 (Othogonaal)
Lineaire afhankelijkheid
Lineair afhankelijke wanneer er overbodige en dubbele informatie in de matrix staat
Rang van een matrix
Rang van een (𝑙 𝑥 𝑘) –matrix is gelijk aan het aantal lineair onafhankelijke rijen/kolommen.
Inverse van een matrix
Omgekeerde matrix. Inverse van matrix A, is een andere matrix A-1
Verwachting en variantie-covariantiematrix van een vector van kansvariabelen
Varianties van de n-kansvariabelen en de covarianties tussen elk paar van de kansvariabelen
3. STATISTISCHE MODELLEN
Model: vereenvoudigede voorstelling van een (stukje) werkelijkheid die ons moet toelaten de werkelijkheid
beter te begrijpen
Wiskundig model: model dat is geformuleerd in de taal van de wiskunde
Statistisch model: wiskundig model waarbij rekening gehouden wordt met een stochastische component
stochastische component: feit dat de relaties niet altijd perfect zijn, maar dat er soms random
afwijkingen mogelijk zijn
Onderzoeksvragen & theorieën
Schema
Inductie: van bijzonder besluit tot het algemene (breder)
Deductie: van het meer algemene besluit tot het bijzondere (specifieker)
4. ACTIVITEITEN BINNEN HET ONDERZOEKSPROCES
1. Formuleren van onderzoeksprobleem (+ opstellen hypothesen)
2. Verzamelen data
3. Data-analyse
4. Samenvatten vd resultaten + trekken van conclusies
5. BOUWSTENEN VAN EEN STUDIE
Design
Meten Analyse
3
, 5.1 DESIGN
5 structurele componenten
1. Steekproef
2. Condities
3. Methode van toewijzing aan de groepen
4. Observaties
5. Tijdschema
Variabelen = karakteristieken die variëren
Onafhankelijke variabelen (predictor)
niet gemanipuleerd
Afhankelijke variabelen (responsvariabele)
waarop we het effect van de onafhankelijke variabele wensen te bepalen
- Nuisance variabelen
- Confoudnders
Best mogelijke design
Gebaseerd op theorie
Situationeel
Haalbaar
Flexibel
Efficiënt
5.2 METEN
Variabele: karakteristiek uit de populatie/steekproef die varieert
Constante: varieert niet
Scores: geobserveerde waarden ve variabele bij n eenheden
X = variabele
x = geobserveerde waarde
Doelstellingen
Identificatie en definiëren van variabelen
Operationaliseren van constructen
Bekomen van betrouwbare scores die de input voor de analyse vormen
4
,Meetniveaus
Absoluut Vaste meeteenheid vast nulpunt vast getal tellen
Ratio Keuze meeteenheid vast nulpunt vb. lengte, massa
Interval Keuze keuze vb. tijd, temperatuur
Ordinaal Elementen in volgorde plaatsen vb. likert-schaal
Nominaal Aanduiding tot welke categorie/groep een element behoort vb. geslacht
Categorische variabelen: ordinaal en nominaal niveau
Continue variabelen: ratio en interval niveau
5.3 ANALYSE
Hoofddoelen
Het schatten van de graad van de covariantie tussen de variabelen (= puntschatting)
controleren welke andere relevante, gemeten variabelen ene invloed hebben
De grootte van de steekproeffout (= intervalschatting)
Evalueren van hypothesen
statistische technieken
Rekening houden met een aantal zaken
Beschrijvende statistiek: vat de verzamelde data vd scores in de steekproef samen
Inductieve statistiek laat toe om conclusies te trekken die veralgemeenbaar zijn naar populatie
5.3.1 Beschrijvende technieken (steekproef)
Ordeningstechnieken (1 variabele)
Doel: informatie die in de variabele zit te organiseren
Categorische variabelen
(relatieve) Frequentieverdeling/-tabel
Grafisch: staafdiagram of barchart
Continue variabelen
Gegroepeerde frequentieverdeling
Grafisch: histogram
Reductietechnieken (1 variabele)
Gemiddelde x̅
gevoelig aan outliers
Mediaan 𝑚𝑑𝑥
Modus 𝑚𝑜𝑥
Deviatiescores
5
,Spreidingsmaten (1 variabele)
Variatie of de kwadratensom 𝑆𝑆
Variantie 𝑠𝑥2
gevoelig aan outliers
minstens intervalniveau
Standaarddeviatie of standaardafwijking 𝑠𝑥
minstens intervalniveau
Interkwartiele afstand (𝑃75 − 𝑃25
minstens intervalniveau
Variatiebreedte of range
gevoelig aan outliers
minstens intervalniveau
Steekproevenverdeling
Schatter o.b.v. steekproef van grootte n hoofdletter
populatieparameter schatten
Schatting Waarde ve schatter in 1 steekproef kleine letter
Verdeling ve schatter Steekproevenverdeling griekse letter
Kansvariabele Onvoorspelbare waarde in toevalsproces
Toetsen van Hypothesen
1. Hypothese formuleren
Nulhypothese 𝐻0 =
Alternatieve hypothese 𝐻𝑎
< (linkszijdig), > (rechtszijdig)
≠ (tweezijdig)
2. Toetsingsgrootheid G
Beslissingsbomen
3. Betrouwbaarheid en significantie 𝛼
4. Beslissing
Kritieke waarden
Als 𝐻0 niet in kritieke gebied bevindt: VERWERPEN
Als 𝐻0 wel: AANVAARDEN
Overschrijdingskans
Als p-waarde < 𝛼 : 𝐻0 VERWERPEN
Als p-waarde > 𝛼 : 𝐻0 AANVAARDEN
Betrouwbaarheidsinterval
Als 𝐻0 niet in interval bevindt: VERWERPEN
Als 𝐻0 wel: AANVAARDEN
Type fouten
𝐻0 is juist 𝐻0 is fout
𝐻0 verwerpen Foute beslissing Juiste beslissing
Type I fout 1−𝛽
𝛼 power of onderscheidingsvermogen
significantieniveau
𝐻0 aanvaarden Juiste beslissing Foute beslissing
1−𝛼 Type II fout
betrouwbaarheid 𝛽
3 voorwaarden
Covariantie tussen de variabelen
Temporele sequentie (oorzaak moet voor gevolg komen)
Elimineren andere mogelijke oorzaken
Bij observationele studies mogelijke confounders opsporen
Makkelijke bij experimenteel onderzoek o.b.v. manipulatie
Begrippen
Directe manipulatie: rechtstreeks manipuleren van OV
Randomisatie: willekeurig toewijzen aan verschillende condities
Eliminatie of inclusie van EV:
Eliminatie: herleiden van EV tot constante
Inclusie: meten van EV en toevoegen als factor/OV
Statistische controle
Logistische redenering
Analyseren van betrouwbare scores:
5.4.2 Constructvaliditeit
Bedreigingen
Onbetrouwbare scores
Slechte definitie van het construct
Construct confounding (p. 8)
Vertekening
- doordat alle uitkomstvariabelen afhangen van dezelfde methode of informatiebron
- door een enkelvoudige operationalisatie van OV of AV
Angst voor meting en evaluatie
Reactieve zelf-gerapporteerde veranderingen
Verwachtingen van de onderzoeker
8
, 5.4.3 Validiteit van conclusies
Bedreigingen
Onbetrouwbare scores
Onbetrouwbaarheid van de behandelingsimplementatie
Lukrake irrelevanties in de setting van de studie
Random binnen-groep heterogeniteit
Beperkte variatie in de scores
Inaccurate schatting van de effectgrootte
Te grote afhankelijkheid van statistische toetsen
Niet voldaan aan assumpties
Lage power
Vissen naar ‘significante’ resultaten en niet corrigeren voor het aantal toetsen dat uitgevoerd wordt
5.4.4 Externe validiteit
= mate waarin onderzoeksresultaten veralgemeend kunnen worden naar andere populaties, condities en
omstandigheden
Populatievaliditeit
Ecologische validiteit
9
, 3. STEEKPROEFTREKKING
1. INLEIDING
2. ALGEMENE PRINCIPES EN CONCEPTEN
2.1 ASELECTE EN NIET-ASELECTE STEEKPROEVEN
De wijze waarop de selectie van de eenheden moet gebeuren
Type onderzoek en doel
Verkennend onderzoek
Laboratoriumexperimenten
Andere onderzoektypes
Aselecte steekproeven of toevalsteekproeven
De kans voor elke eenheid om in een steekproef opgenomen te worden = berekenbaar
Random selectie: at random selecteren van deelnemers uit populatie
≠ randomiseren: at random toekennen van deelnemers aan verschillende condities
Niet-aselecte steekproeven
Gemakssteekproeven: eenheden worden geselecteerd omdat ze beschikbaar zijn
Doelgerichte steekproeven: eenheden uit bepaalde groepen worden doelbewust geselecteerd
restrictief
Keuze van de eenheden wordt bepaald door de onderzoeksvraag
natuurlijke of theoretisch samengestelde steekproeven: representativiteit is op grond van theoretisch
relevante criteria, met oog op een theoretisch veralgemening (niet statistische veralg.)
hoe groter de steekproef, hoe kleiner de fout
Door werken met aselecte steekproeven vermijdt men systematische steekproeffouten
Ook nadelen
redenen kiezen niet-aselecte steekproeven
10
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur elisedeclercq. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.