, Samenvatting
Alles is contingent, maar daarom niet arbitrair.
Alles:
Opvattingen, gewoonten en handelingswijzen, instellingen, …
Contingent:
Het hoeft niet overal zo te zijn, het is niet noodzakelijk, het had ook anders kunnen zijn dan het nu is,
het is vaak ook anders geweest (tijd) of anders elders ter wereld (plaats)
Niet-arbitrair:
Niet willekeurig, er zijn goede redenen voor de vorm die iets bij ons - of in een bepaalde tijd / op een
bepaalde plaats - heeft aangenomen
Stel jezelf de vraag “Waarom hebben bepaalde individuen afwijkend gedrag? Waarom zijn sommige
gedragingen in bepaalde samenlevingen afwijkend en in andere niet?”.
,Hoe is sociale orde mogelijk? Sociale orde gaat niet over het volgen van de wetten. Het gaat er wel
om dat bepaalde reacties en gedragingen meer gewenst zijn door de groep, hoe komt het dat we
regels naleven? Mensen gaan niet zomaar wetten naleven, de gewoontes en opvattingen van mensen
moeten veranderd worden voordat mensen dit gaan naleven. Terrorisme en opwarming van de aarde
zijn voorbeelden waarbij de mening van de mensen veranderd moet worden voordat ze actie gaan
ondernemen.
Wetten zijn contingent. Het naleven hiervan is daardoor moeilijker. Zodra wetten van bovenaf
opgelegd zijn gaan mensen deze sneller opvolgen. Vroeger geloofde mensen dat wetten en normen
opgelegd waren door een God of ander opperwezen en afwijkend gedrag werd geproduceerd door de
samenleving! Maar nu weet iedereen dat sociale orde van buitenaf wordt opgelegd, de staat maakt
bijvoorbeeld campagnes over drinken en rijden.
Voorbeelden
Coca-Cola wordt niet in alle landen verkocht. Dit is niet-arbitrair, het komt bijvoorbeeld door een
dictatuur die dit verbiedt (Noord-Korea) of een handelsembargo (Cuba).
De Jupilerreclame voor het WK verschilt in Vlaanderen en Nederland. Voor Vlaanderen wordt de
slogan ‘Vanavond gaan we er weer vollenbak tegenaan’ gebruikt, maar in Nederland gebruikt men
deze uitdrukking niet! Dit culturele verschil is dus niet-arbitrair.
In reclame voor parfum wordt bij ons vaak modellen gebruikt die schaars gekleed zijn. In Arabische
landen gebruikt men dezelfde foto, maar wordt het model zo gefotoshopt dat dit bloot bedekt wordt.
Dit is nu eenmaal zo in hun cultuur.
Besef van contingentie
Mensen beseffen dat alles anders had kunnen zijn, de mens heeft uiteindelijk al de wetten zelf
gemaakt! Men gelooft niet meer in wetten en normen die zijn opgelegd door een God.
Het besef van contingentie is langs de andere kant ook niet eenvoudig. Hoe komt het dat mensen de
regels naleven, terwijl ze ook beseffen dat ze zelf die regels hebben gemaakt? Zijn mensen
beheersbaar en maakbaar?
Ook etnocentrisme speelt een rol, we hebben de neiging om neer te kijken op dingen die niet
contingent zijn met ons. We hebben de indruk dat ze niet zo ver geëvolueerd zijn als ons, wij staan
boven hen. De eigen cultuur staat centraal en is de enige goede.
Voorbeelden
Etnocentrisme:
Vroeger spaarden de mensen zilverpapier voor de ‘arme negerkes’. Deze mensen werden beschouwd
als achterlijk en zouden geholpen worden door zilverpapier. Uiteindelijk bleek dat het niks opleverde.
Ook stond er soms een beeldje van een negertje op de toog bij winkels, mensen legden hier geld in
voor de arme kindjes die niks hebben te helpen.
Sociale oorsprong van normen en waarden:
, Homohuwelijk: Hier is dit al geaccepteerd (door de meeste mensen, het is ook wettelijk geregeld in
België) maar in andere landen kan dit niet zo zijn! In Frankrijk is het bijvoorbeeld pas 2 jaar geleden
wettelijk geregeld en er waren toen wel grote rellen rond. Ook veel vluchtelingen zijn gevlucht omdat
dit in hun land niet toegestaan is.
Gebruik van cannabis: In Nederland is dit legaal, terwijl dit bij ons minder is. Je mag wel een plantje
hebben voor eigen gebruik. In andere landen is dat dan weer helemaal niet toegestaan en zijn ze hier
heel streng op.
Taart eten op zondag: Het gaat om het samen rond de tafel zitten, het is bij ons bijna onbeleefd om te
zeggen dat je geen honger hebt. In Ierland bijvoorbeeld is er niet de gewoonte om taart te eten op
zondag, dus zij zullen niet spontaan erbij komen zitten als ze geen honger hebben.
Verlichting
In de 18e eeuw kwam Rousseau met het idee dat er een civiele religie nodig was, aangezien mensen
begonnen te beseffen dat regels door de mens werden opgelegd. Dit moest dan zorgen voor sociale
orde. In de 19e eeuw waren er twee partijen, de Verlichting en de Tegen-Verlichting.
De Verlichting staat voor het niet meer volgen van goddelijke voorschriften, wel het volgen van eigen
reden en eigen redeneervermogen. Door het logisch denken zal er wetenschappelijk en redelijk
gehandeld worden, waardoor er vooruitgang, rust en geluk gecreëerd wordt. Tradities en religie zitten
niet in onze natuur. Sociale orde zal vanzelf komen als iedereen redelijk gaat denken en handelen.
De Tegen-verlichting zegt dat het redelijk handelen leidt tot egoïsme, sociale ontreddering en
vervreemding. Als de regels niet meer van buitenaf komen, zullen mensen elkaar niet meer
respecteren. Godsdienst en gezag zijn nodig om de samenleving te regelen.
Deze twee groepen stonden scherp tegenover elkaar. Maar toen kwam August Comte met de term
sociologie, de religie van de mensheid om de Verlichting en Tegen-Verlichting te verzoenen.
Volgens hem moet sociologie gesteund zijn op logica. Hij pleitte voor een sterk zakelijke, strakke
wetenschappelijke observatie, het positivisme! Het individu herleiden tot enkel ratio is ook niet juist,
er is wel nood aan emotie, gevoelens en impulsen.
In zijn boek “Cours de philosophie positive” benoemt August de positieve en negatieve benadering
van de sociale werkelijkheid. Hij staat aan de kant van de Verlichting. Hij onderscheidt 3 stadia in de
menselijke ontwikkeling: het religieuze, het metafysische en het wetenschappelijke denken.
Sociologie nu: Habermans vs. Luhmann
Habermans Luhmann
Wetenschap biedt een methode om open te Pessimistische visie, in praktijk lukt theorie van
communiceren Habermans niet
Eerlijke en redelijke mensen worden het eens Mensen zullen het nooit eens worden
Arbitraire uit regels en instellingen verdwijnt We moeten leren leven met het arbitraire en
omdat iedereen akkoord is het contingente
Verlichting is onvoltooid, maar wel goed
Rechtvaardige wetten zorgen voor sociale orde Wetten moeten door een meerderheid gemaakt