VOCABULARIO CONTEXTO :
SPAANS 1
INFORMATIE OVER PERSONEN
PERSOONLIJKE GEGEVENS: BASIS
De volwassene El adulto, la adulta
De lengte La altura
De achternaam El apellido
De baby El bébé
Getrouwd Casado, casada
De jongen, het meisje El chico, la chica
Het adres La dirección
De leeftijd La edad
De geboortedatum La fecha de nacimiento
Vrouwelijk Femenino, femenina
De man El hombre
De identiteit La identidad
Jong Joven
De jongere El, la joven
Mannelijk Masculino, masculina
Meten, Lang zijn Medir
De jongen, het meisje El muchacho, la muchacha
De vrouw La mujer
Het kind, de jongen, het meisje El niño, la niña
De naam El nombre
De afkomst, de oorsprong El origen
De persoon La persona
1
, Het gewicht El peso
De meneer, de heer El señor
De mevrouw, de dame La señora
Het geslacht, de seks El sexo
Alleenstaand, vrijgezel Soltero, soltera
Oud Viejo, vieja
NATIONALITEITEN: BASIS + VERVOLG
Duits alemán, alemana
Duitsland Alemania
Amerikaans americano, americana
Arabisch árabe
Argentinië La Argentina
Argentijns argentino, argentina
Oostenrijk Austria
Oostenrijks austríaco, austríaca
Belgisch belga
België Bélgica
Brits británico, británica
Castiliaans, Spaans castellano, castellana
Chili El Chile
Chileens chileno, chilena
Cuba La Cuba
Spanje España
Spaans español, española
De Verenigde Staten Los Estados Unidos
Europa Europa
Europees europeo, europea
2