Inleiding tot het ondernemingsrecht
1. Vennootschappen met volkomen
LES 1: INLEIDING ONDERNEMINGSRECHT rechtspersoonlijkheid
2. Vennootschappen met onvolkomen
ONDERNEMING
= RECHTSOBJECT : GEHEEL V GOEDEREN GEBRUIKT VR ECONOMISCHE ACTIVITEITEN rechtspersoonlijkheid
3. Vennootschappen zonder
Rechtsperso rechtspersoonlijkheid
on VZW = de maatschap
stichting
…
Vennootschapp
en
staat
Natuurlijke
persoon
Zie P14-15 voor concretere uitleg!
o Natuurlijke personen: ( = onderneming)
= Iedere natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit
uitoefent, kan een hoofdberoep of aanvullend beroep zijn
Alles daarbuiten = Natuurlijke personen die geen
onderneming zijn
o Rechtspersonen: ( = onderneming)
=Iedere privaatrechtelijke rechtspersoon, activiteit niet van
belang
= Alle vennootschappen volkomen en onvolkomen
o Maatschap (ook SV en TV -> zie p14)
= samenwerking bij een investering met doel om opbrengst te
verdelen
Niet gebruikt om operationele taken uit te voeren
Voor + nadeel:
Een maatschap is discreet => geen publiciteit
[Maatschap wordt gebruikt om aan erfenisbelastingen te ontwijken =>
bezit over heel veel vermogen]
o VZW ( ≠ onderneming)
Organisatie zonder rechtspersoonlijkheid
Zonder winstoogmerk
(economische activiteiten via subsidies en giften)
Geen uitkeringen aan de leden
(stichting = hetzelfde MAAR zonder leden)
1 inleiding tot ondernemingsrecht
, o VOF = vennootschap onder firma
=> vennootschapsvorm onder gemeenschap naam
= rechtspersoon + volkomen rechtspersoon
Minstens 2 vennoten
=> onbeperkt en hoofdelijk aansprakelijk
De staat en
Iedere n pers
andere
die zelfstandig
publiekrechtelijk
een
beroepsactivit e
eit uitoefent rechtspersonen
die GEEN G&D
Iedere organisatie
Ondernemingen omvat onder meer:
zonder
Mensen die zelfstandig Zelfstandig beroepsactiviteit
1.(mag
elke natuurlijke rechtspersoonlijkheid
persoon die
werk doen naast een
andere beroepzelfstandig
zijn) en een beroepsactiviteit = U heeft een beroep
Daarom en u doet
bv NMBS dat
wel een
heeft
daar genoeg mee onderneming: levert
als zelfstandige DUS niet als diensten
verdienen2.omelke privaatrechtelijke
van te leven Vereniging ambtenaar en niet als werknemer
2 inleiding tot ondernemingsrecht
rechtspersoon
(NV, BV, VZW, stichting, KUL,
maatschappen, …)
, Gevolgen v label onderneming dat u krijgt opgeplakt
U kan het dagvaarden voor de ondernemingsrechtbank (1)
Mag enkel ond in formele zin dagvaarden
VERSCHIL met gewone rechtbank:
U heeft 1 professionele rechter = beroepsmagistraat
+ 2 rechters in ondernemingszaken = RIO MAAR moet geen magistraat
zijn!
U bent consument en koopt iets v onderneming in formele zin => u kan
verkoper dagvaarden voor ond rechtbank MAAR omgekeerd niet
=> ond rechtbank is dan onbevoegd!
Ondernemingsbewijsrecht als O schuldenaar: (2) (kome we later op
terug)
- gewoon bewijsrecht = burgerlijk bewijsrecht
- bijzonder onderwijsrecht = ondernemingsbewijsrecht
=> makkelijker te bewijzen
=> factuur die u ontvangt en niet protesteren heeft een
andere waarde
OOK HIER is tegen wie iets bewezen wil worden = relevant
Als ondern. samen se zijn vr zelfde schuld = hoofdelijkheid regel v
aanvullend recht (3)
=> alle se kunnen worden aangesteld
- Intern:
Voorbeeld: 1: 600
Verhuurder = se v 1200 euro en er zijn 3 schuldenaren 2: 300
- verhuurder verhaalt zich op de 3e 3: 300
=> dan mag 3 zich intern verhalen op 1 en 2 (regres nemen)
- extern elk
400
MAAR stel 2 = insolvabel => enkel nog regres nemen op 1
=> risico v insolvabiliteit verschoven v se mede
schuldenaren
MAAR 1 zegt: niet bedoeling dat ik alles betaal => hij neemt opnieuw
regres:
=> bij 2 zal dat lukken
=> bij 3 zal dat niet lukken
Dus op einde v.d. dag heeft verhuurder zijn 1200
Maar 1 en 2 betalen “te veel”
3 inleiding tot ondernemingsrecht
, CONCLUSIE:
Regel v deelbaarheid krijgt verhuurder 800 (1-> 400 | 2 -> 400 | 3 -> 400
maar zal niet lukken!!)
Regel v hoofdelijkheid krijgt verhuurder 1200
venijnige regel want staat niet in contract
Het is moeilijk om dingen te zien die niet in contract staan maar wel regel
v aanvullend recht is want contract wijkt daar niet v af => regels v
aanvullend recht kennen!
1e regel = het wijkt hier niet v af
Insolventieprocedure Boek XX v toepassing
= faillissement en gerechtelijke reorganisatie zijn v toepassing op ondern
in formeel zin
ALS u ondern bent => faillissement
Geen onderneming bent => schuldeisers kunnen beslag leggen
MAAR niet de klap v faillissement aan u uitdelen
Inschrijvingsplicht KBO, boekhoudplicht,…
= kwalificatie als onderneming in formele zin is bepalend
= kwalificatie als onderneming in formele zin is bepalend met uitsluitingen
= aparte kwalificaties die dezelfde bouwstenen hanteren als onderneming in
formele zin
De kwalificatie als ond in formele zin en als ond in functionele zin sluiten elkaar niet uit
ONDERNEMING IN FUNCTIONELE ZIN
= elke natuurlijk/ rechtspersoon die op duurzame wijze een economisch doel
nastreeft
o Mededingingsrecht
= voorkomt monopolies, kartelvormingen,…
o Marktpraktijken
= regels die reguleren hoe u bv eerlijke reclame mag doen en geen
bedrieglijke
o B2C: consumentenrecht
= bescherming v consument als er verhouding is tussen een
onderneming in functionele zin en een consument Voorbeeld:
onrechtmatige bedingen
ze sluiten elkaar niet uit
o B2B = tussenondernemingen
Voorbeeld: onrechtmatige bedingen => in meeste gevallen is het beide
maar voor bv O rechtbank kijken we
naar onderneming in formele zin en
voor bv mededingingsbeleid valt
inleiding tot ondernemingsrecht een O onder functionele zin
4
, Ondern in functionele zin verwijst niet naar VZW of andere
privaatrechtelijke begrippen
WEL naar ondernemingsvereniging uit het mededingingsrecht
Qoud plerumque fit = hetgeen dat het meeste voorkomt
[huis, tuin, keuken gevallen]
Vooral VZW’s en stichtingen zonder
economische activiteit
Freak cases = de staat + bepaalde
andere publiekrechtelijke entiteiten
met economische activiteiten
= opvolger v handelaar Handelsrecht in wetboek =
AFGESCHAFT
o Handelaar = begrip dat volgt uit het recht
=> elke organisatie zonder rechtspersoon
Wat behoort niet tot het begrip organisatie:
Staat, gewesten, gemeenschappen, ...
=> NOOIT ondernemingen
Alle rechtspersonen die geen goederen/ diensten aanbieden
(geen ond in formele zin)
Organisaties zonder rechtspersoonlijkheid die niet gericht zijn op
uiten v winst
= feitelijke vereniging ≠ VZW
[met winstoogkenmerk = ondern in formele zin, zonder winstoogkenmerk geen
ondern in formele zin]
o In functionele zin:
Zelfstandig
Economisch doel nastreven
Duurzaam
Winstoogmerk ≠ relevant!!
Onderneming in formele zin onderneming in functionele zin
Vallen nooit onder
insolventierecht
5 inleiding tot ondernemingsrecht
‘Hard core’ -> voorbeeld:
, In de praktijk:
Je gaat samen met 2 andere een appartement huren => huurprijs = 1200 (400 pp)
Wat als de huur niet betaald is?
Kijken naar wat de afspraak was
=> niets afgesproken: regels v aanvullend recht
Aansprakelijk vr gelijke delen => ieders aansprakelijk vr 400
STEL a, b en c zijn ondern in formele zin die kantoorruimte samen huren
=> verhuurder kan ze alle 3 aanspreken vr volledige 1200
Het maakt leven eenvoudiger => je moet maar 1 iemand dagvaarden: bv a
=> a vraagt regres aan b en c => resultaat = hetzelfde
MAAR a heeft niets (= insolvabel) => b en c betalen nu elks 600
Conclusie: schuldeiser krijgt in beide situaties het volledige bedrag
VOORBEELDVRAAG 1:
Formeel: VZW = altijd formeel => rechtbank is bevoegd
ze zijn beide publieke rechtspersonen => Ze verkopen goederen en diensten met een
economisch doel
=> ondern in functionele zin => regels van oneerlijke marktpraktijken
ANTWOORD: A
VOORBEELDVRAAG 2:
Het is een onderneming in formele zin => ondernemingsbewijsrecht
Het verkoopt geen goederen of diensten => geen onderneming in functionele zin
6 inleiding tot ondernemingsrecht
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur livvandyck. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.