Module kwalitatief onderzoek (T1):
Wat is kwalitatief onderzoek?
1.1 De familiefoto
De participerende observatie is een kwalitatieve techniek waarbij de onderzoeker gedurende langere
tijd ‘participeert’ in de sociale omgeving die hij wil observeren. Hij noteert in veldnota’s wat hij ziet,
hoort en meemaakt. Typisch aan deze methode is het weergeven van citaten waar het basismateriaal
als illustratie gebruikt wordt van de gevonden gedragingen.
Voorbeeld 1: Participerende observatie in de sociologie
Deze methode wordt zeer zelden gebruikt in de sociologie. Toch is er een onderzoek over de leefwereld van
Vlaamse jongeren in het secundair onderwijs die twee onderzoekers enkele weken liet deelnemen aan de lessen.
Op basis daarvan schetst men een beeld over de leefwereld van jongeren, zowel binnen als buiten de school.
Hierbij werd ‘toetsontwijkend gedrag’ ontdekt: het formuleren van een legitieme reden niet aan de test te
participeren (“Ik ben een week ziek geweest, ik kon niet leren”). Een andere strategie is een collectief gebeuren
waarbij kleine groepjes leerlingen proberen samen te werken tijdens het maken van de toets.
Bij diepte-interviews wordt aan respondenten gevraagd om langdurig en diepgaand te vertellen over
hun leven in zoverre dit betrekking heeft op het onderzoeksonderwerp. Het citaat uit voorbeeld twee
worden fragmenten gebruikt uit het basismateriaal, in dit geval de interviews. Merk op dat de taal
(dialect) bewaard blijft. Heel het leven van de respondent staat centraal, ook de natuurlijke taal die
deze spreekt.
Voorbeeld 2: Diepte-interviews in het sociaal werk
Aan de hand van diepte-interviews werd onderzoek gevoerd naar de beleving van beide zijden van de
hulpverleningsrelatie bij armoede. Hierdoor kon men de soms moeilijke relatie tussen armen en hulpverleners
beter begrijpen. Er werden zes verschillende ideaaltypes onderscheden in de beleving en omgang met
afhankelijkheid in de hulpverlening. De cliënttypes worden geplaatst op een continuüm tussen autonomie en
afhankelijkheid. Twee types staan sterk op gun autonomie (plantrekker en tijdelijke hulpvrager). Een
geanonimiseerd citaat met betrekking tot het type ‘plantrekker’: “Ik zijn iets op mijn eigen, ik heb mijn eigen
systeem en mijn eigen principes. Ik zijn verlegen van aan iemand hulp te gaan vragen (Piet,44 jaar, gehuwd en
vader van 2 tieners)”.
Voorbeeld 3: Focusgroepen in de Politicologie
In een onderzoek wou men politieke passiviteit (omgekeerde van participatie) in kaart brengen, focussend op
vrouwen en lagergeschoolden (doelgroep gebaseerd op voorgaand onderzoek). Het onderzoek wordt opgezet
als een explorerend onderzoek (een voorstudie) en maakt gebruik van focusgroepen, waarbij ouderen, vrouwen
en werklozen (apart) werden samengebracht en praatten over politieke participatie.
Kwalitatief onderzoek wordt ook regelmatig gebruikt in eindverhandelingen (synoniem: thesis), zoals
in volgend voorbeeld. Hierbij werd er gebruik gemaakt van een casestudy waarbinnen men gebruik
maakt van een kwantitatieve en kwalitatieve inhoudsanalyse, geïnspireerd door de kritische
discoursanalyse. De combinatie van verschillende onderzoeksmethoden (zowel kwantitatief als
kwalitatief) is ook typerend voor de kwalitatieve onderzoeksmethodologie.
Voorbeeld 4: Casestudies in de Communicatiewetenschappen
Dit voorbeeld geeft een goed beeld van de combinatie van verschillende methoden in één enkele casestudy. Aan
de hand van de casestudy benadering onderzocht men hoe het debat over de hoofddoek in 2004 werd gevoerd
in de media. Men maakt gebruik van interviews (met citaten in het verslag), analyse van de discussie in het
journaal,…
,1.2 Gemeenschappelijke genen in de famili e
Wat is kwantitatief onderzoek? Denzin en Lincoln definiëren het als volgt:
“Kwalitatief onderzoek is een gesitueerde activiteit die de observator in de wereld lokaliseert. Het bevat een set
van interpretatieve, materiele praktijken die de wereld zichtbaar maken. Deze praktijken zetten de wereld om in
een serie van representaties met onder meer fieldnotes, interview, conversaties, foto’s, opnames en memo’s. Op
dit niveau houdt kwalitatief onderzoek een interpretatieve, naturalistische benadering van de wereld in. Dit
betekent dat kwalitatieve onderzoekers zaken bestuderen in hun natuurlijke omgeving, in een poging tot het
begrijpen of interpreteren van fenomenen in termen van de betekenis die mensen eraan geven. ”
Centraal in deze definitie staat de onderzoeker die op een interpretatieve wijze naar de wereld kijkt
en een veelheid aan methoden gebruikt om aan onderzoek te doen. De natuurlijke, dagdagelijkse
omgeving staat centraal en de onderzoeker gaat op zoek naar processen van betekenisgeving. Later
werd een nieuwe, uitgebreidere definitie gemaakt die een volledig andere invalshoek benadrukt:
“Kwalitatief onderzoek is een interdisciplinair veld dat tegelijkertijd een set van theoretische en interpretatieve
praktijken vormt en de studie van deze prakijken zoals ze sommige sets van realiteiten en beleefde ervaringen
representeren, interpreteren en vormen. Als onderzoeksveld doorkruist het de menselijkheid, de sociale en fysieke
wetenschappen. Het heeft een multiparadigmatische focus, het omvat vele theoretische ‘lenzen’ die trachten
focus, betekenis en sensitiviteit te geven aan de multi-methode benadering. Ze zijn toegewijd aan het
naturalistische perspectief en het interpreterend begrijpen van de menselijke ervaring. Tegelijkertijd wordt het
veld gevormd door meerdere ethische en politieke posities en filosofische overtuigingen.
Kwalitatieve onderzoek omvat twee spanningen. Enerzijds is het aangetrokken tot een brede, interpretatieve,
post-experimentele, postmoderne, feministische en kritische gevoeligheid. Anderzijds heeft het een meer specifiek
positivistische, post-positivistische, menselijke en naturalistische concepten van de menselijke ervaringen en hun
analyses. Verder kunnen deze spanningen gecombineerd worden in hetzelfde project, wat zowel postmodern als
naturalistisch, kritisch en humanistische perspectieven samenbrengt .“
Nu wordt niet de onderzoeker maar het hele kwalitatieve veld centraal geplaatst, niet de onderzoeker
maar zijn plaats in de sociale realiteit die hij bestudeert én ook zelf vorm geeft. De tweekoppige aard
van het kwalitatief onderzoek is duidelijk: enerzijds het kwalitatief onderzoek dat zich als veld gesetteld
heeft en vaste onderzoekslijnen en methodologieën uitzet en anderzijds zich heel sterk bewust is van
de eigen rol die een onderzoeker speelt, de eigen waarden en inzichten die hij meedraagt en zijn
invloed op de bestudeerde omgeving.
Een duidelijke en stabiele definitie is dus moeilijk
te geven. Samenvattend kunnen we stellen dat
de eigen aard van het kwalitatief onderzoek te
vinden is op het domein van de vraagstelling, het
gehanteerde onderzoeksdesign, de gebruikte
dataverzamelingsmethode, de manier van
analyseren en de output die het onderzoek
uiteindelijk oplevert. De kenmerken in volgende
tabel zijn in grote mate slechts indicatief, alleen
al het terugkeren van de term ‘flexibiliteit’ wijst
op het relatieve karakter van dergelijke
opsommingen. Tegelijk vormt kwalitatief
onderzoek ook een tent of paraplu waaronder
veel benaderingen schuil kunnen gaan.
In volgende subtitels worden de verschillen tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek besproken.
,1.2.1 De vraagstelling
Niet de onderzoeker, de alwetende wetenschapper staat centraal maar wel de onderzochte en zijn
dagelijkse leefomgeving. In de antropologie wordt een onderscheid gemaakt tussen etic en emic
perspectief in onderzoek. Etic perspectief gaat uit van een onderzoeker die door literatuurstudie en
voorgaande resultaten met een vooraf bepaald schema (bv een gesloten vragenlijst) zijn studieobject
tegemoet trekt. De emic benadering zoekt deze schema’s bij de onderzochten zelf. In plaats van te
kijken naar hoe iets voorkomt, wil de onderzoeker begrijpen hoe sociale betekenisgeving tot stand
komt, hoe sociale processen verlopen.
1.2.2 Het onderzoeksdesign
We rekenen ons tot de transcendentale realisten: we gaan ervan uit dat sociale fenomenen bestaan
(niet alleen in ons brein maar ook daarbuiten) en dat een wetenschapper in staat is om wetmatige en
redelijk stabiele relaties in die objectieve wereld te ontdekken. Die wetmatige en stabiele grondslagen
van het sociale leven maken het mogelijk om concepten te ontwikkelen en theorieën te maken die
inzicht geven in onderliggende processen in de sociale werkelijkheid.
Deze zienswijze is uitermate geschikt vanuit een kwantitatief perspectief. Als kwalitatief onderzoeker
wil je ook kijken naar wetmatigheden, met als doel theorievorming, alleen ligt hier die focus heel dicht
bij de betrokkenen zelf. Je bekijkt sociale processen en betekenisgeving vanuit de leefwereld van de
betrokkenen, je neemt de rijke context waarin mensen leven mee in je onderzoek en dit is niet
voorgevormd zoals in kwantitatief onderzoek. Daar zijn vraagstellingen gelijk voor iedereen en wordt
de context, nl datgene wat niet in de standaardvragenlijst bevraagd wordt, als constant verondersteld.
In kwalitatief onderzoek is er een voortdurende interactie tussen je onderzoek en de context, waarbij
de context soms onderzoek wordt en onderzoek soms context.
Het is noodzakelijk een onderzoeksdesign te hanteren dat zo open mogelijk is, om zo voldoende inzicht
te krijgen in de betekenisgeving van mensen. Een onderzoeksdesign is de manier waarop een
onderzoeker vooraf een onderzoek uitdenkt en organiseert. Zo’n werkplan moet in staat zijn het
onderzoeksonderwerp op een systematische, alomvattende en geïntegreerde manier te benaderen.
Onderzoekers nemen de literatuur door om een idee te krijgen van hun domein maar leggen niet te
veel zaken op voorhand vast.
1.2.3 De dataverzamelingsmethode
Overschakelen van methode in de loop van een onderzoek omdat de setting in het onderzoek dit nu
eenmaal vereist of het gewoonweg gebruiken van meerdere methodes, is vaak voorkomend. In
kwantitatief onderzoek voer je ofwel een experiment uit ofwel neem je een gestructureerde vragenlijst
af. Bij kwalitatief onderzoek zal je zowel statistieken verzamelen, als observaties verrichten en
interviews afnemen. Vaak is één methode dominant aanwezig, waarbij de onderzoeker concentreert
op het participeren of het voornamelijk afnemen van diepte-interviews.
Een kenmerk dat vele kwalitatieve methoden typeert, is langdurig en tevens diepgaand contact met
het onderzoekveld. Het kan dagen, weken of zelfs jaren duren om een diepgaand inzicht te verwerven,
zeker bij observatie- en participatietechnieken.
1.2.4 De analyse
Het ontbreken van statistiek is een gemeenschappelijk kenmerk aan zowat alle kwalitatieve varianten.
Toch is het louter definiëren van kwalitatief onderzoek als een methode die resultaten produceert
zonder statistische procedure of enige kwantificering, niet volledig correct. Er komt veel meer bij kijken
dan enkel dit kenmerk (zie tabel 1).
, Soms gebruikt men wél cijfermateriaal om bijvoorbeeld een bepaald probleem te schetsen en aan te
geven waar de onderzoeker mee bezig is. Ook bij de analyse van kwalitatieve materiaal kan
kwantitatieve randinformatie nuttig zijn. Desondanks is het geanalyseerde basismateriaal
hoofdzakelijk tekstueel. Interviews worden uitgetypt en geanalyseerd, observaties of participaties
hebben veldnota’s. In mindere mate komt ook visueel materiaal aan bod, waarbij data wordt gelezen,
gecodeerd en geïnterpreteerd. Ze gaan doorgaans inductief te werk, ze maken concepten en
construeren op basis daarvan theorieën, zonder vooraf opgestelde hypotheses te testen.
Flexibiliteit bij analyse van kwalitatieve gegevens is noodzakelijk om de betekenisgeving van mensen
te achterhalen en inzicht te verwerven in sociale processen. Statistische procedures hebben als groot
voordeel dat ze eenduidig zijn en via toegankelijke software snel uitgevoerd kunnen worden. Bij
kwalitatief onderzoek is er flexibiliteit en ruimte om analyses uit te voeren zoals de onderzoeker dat
wil of zoals zijn gegevens hem leiden. Er zijn geen voorgeprogrammeerde routines met onmiddellijke
output.
1.2.5 De rapportage
Tot slot verschilt ook de rapportage bij kwalitatief onderzoek. Het doel is niet om alle resultaten zo
compact mogelijk te presenteren maar juist om een rijke, uitgebreide contextschets te geven van wat
je gevonden hebt.
Daarnaast is het zo dat respondenten die tijdens de dataverzameling het primair materiaal
aanleverden, betrokken kunnen worden bij de rapportering. Er wordt rechtstreeks aan de betrokkenen
feedback gevraagd over de resultaten, zo wordt er nagegaan of de analyses van de onderzoeker
stroken met wat de respondenten zelf aanvoelen.
1.3 Kwantitatief onderzoek: verre familie of aangetrouwd?
Kwantitatief onderzoekers vinden kwalitatief onderzoek onwetenschappelijk, zelfs journalistiek, soft
en onbetrouwbaar terwijl omgekeerd wordt kwantitatief onderzoek bekritiseert omwille van zijn
positivisme. Deze methodestrijd is al aan de gang bij het ontstaan van de sociale wetenschappen,
waarbij gediscussieerd wordt over het bestaansrecht van een meer kwantitatieve of meer kwalitatieve
bestudering van de sociale werkelijkheid.
Volgende paragrafen zijn klassieke aanvallen van kwantitatieve onderzoekers over de kwalitatieve
methodologie.
Is kwalitatief onderzoek wel wetenschappelijk?
Dit is afhankelijk van de definiëring van ‘wetenschappelijk’. Het doel van kwalitatief onderzoek is
immers niet om studieresultaten te repliceren of representatief te zijn voor een grote populatie. Men
probeert te begrijpen en diep door te dringen in de leefwereld van mensen. Deze benadering wordt
ook grondig uitgevoerd en kan de wetenschappelijke kennis op een domein verrijken.
Kwalitatieve onderzoeksresultaten zijn niet meer dan de persoonlijke opinies van de onderzoeker of zijn
respondent
De kern van kwalitatief onderzoek is nu net de opinies van de onderzochte centraal staan. Het neemt
niet simpelweg de persoonlijke interpretaties van mensen over maar zal als actief wezen zelf
interpreteren en beïnvloeden. Bij goed onderzoek dient de onderzoeker controles in te bouwen om
onderzoekereffecten zo veel mogelijk uit te schakelen. Bij nauwkeurig werk zijn de steekproeftrekking,
databewerking, codeerwerken, analyse en resultaten net zo betrouwbaar als bij kwantitatief
onderzoek.