Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Samenavatting fysiologie en pathofysiologie 1 deel 1 €6,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Samenavatting fysiologie en pathofysiologie 1 deel 1

 17 vues  0 fois vendu

Dit is mijn samenvatting fysiologie en pathofysiologie 1 uit 2de bachelor en bestaat uit 3 delen. Het is een meer dan volledige samenvatting (meer cursus) waar alles in staat dat in de les werd besproken. Alle voorbeelden en oefeningen staan er in uitgewerkt. Ik heb gebruik gemaakt van veel kleur e...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 73  pages

  • 2 novembre 2023
  • 73
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (3)
avatar-seller
dhaeyeremarthe
Fysiologie en pathofysiologie 1 2de Bachelor



Enkele basisbegrippen uit chemie & fysica
1. Diffusie
• Transport van hoge concentratie naar lage concentratie in vloeistof of gasmengsel
• Bepaald door grootte molecule: hoe groter, hoe trager
• Diffusie gaat enkel over korte afstand werken, is het een lange
afstand: via bloedbaan
• Belang bij transportmechanisme op korte afstanden
- Massatransport stoffen bloedbaan: via diffusie naar
interstitium & weefsels
- Transport afvalstoffen uit weefsels naar bloedbaan
- Intracellulair transport
• Gevolg van willekeurige bewegingen van moleculen - atomen – ionen
• Op basis van thermodynamische bewegingen! (Kinetische energie, hoe hoger temp, hoe sneller
ze gaan bewegen)
• Impactfactoren:
- Diffusiecoëfficiënt: karakteristiek voor bepaalde substantie (temp, grootte, oplosmiddel, ...)
- Oppervlakte waardoor diffusie mogelijk is (microvilli)
- Verschillende concentraties van de substantie die over bepaalde afstand van elkaar
gescheiden zijn
➢ Hoe groter concentratiegradiënt, hoe sneller diffusie (uitgesproken concentratieverschil)
➢ Hoe kleiner de afstand tussen het concentratieverschil, hoe sneller de diffusie zal lopen
• Aanwezig tot 100 µm (grootte cel), maar echter zeer efficiënt van nm tot 10-30µm
• Bv: neurotransmitters t.h.v neuronen, glucose-opname t.h.v capillairen, intracellulair
(darmepitheel)


2. Osmose en filtratie
• Semipermeabele membranen, toelaatbaar voor water en niet voor suiker
• Aantal vrije watermoleculen aan beide kanten gelijk
• Om concentratie-verschil op te heffen
- Enkel bij hydrostatische druk wordt water actief uit gebied geduwd: filtratie
- Bij hoge hydrostatische druk in bloedvat: water wordt naar weefsel gestuwd
• Osmotische druk = druk die nodig is om vloeistoftransport te beletten, die nodig is om ervoor te
zorgen dat aan beide kanten evenveel watermoleculen zijn:
- Iso-osmotisch (evenveel watermoleculen aan beide kanten)
- Hyper-osmotisch (bv. capillair vocht) (meer water aangetrokken)
- Hypo-osmotisch (bv. interstitieel vocht) (minder watermoleculen
aangetrokken)
• Celmembranen:
- Effectieve barrière
- Flexibel
• Ter hoogte van de capillairen:
- Hydrostatische druk capillairen hoger dan hydrostatische druk interstitium
=> diffusie uit de capillairen naar interstitium
- In de bloedbaan: groter aantal moleculen in oplossing

MARTHE D'HAEYERE 1

,Fysiologie en pathofysiologie 1 2de Bachelor


=> osmotische druk capillairen hoger dan osmotische druk interstitium
=> interstitieel vocht aangetrokken naar de bloedbaan

3. Water
• 70% van lichaamsgewicht, 99% van alle moleculen in lichaam
• Interessante eigenschappen:
- Dipool => aanwezigheid H-bruggen; beperkt individuele beweging
- Kan grote hoeveelheden warmte opnemen vooraleer de vaste structuur gaat loslaten
- Hoog kook- en smeltpunt
- Kan in alle aggregatietoestanden voorkomen op aarde (vast, vloeistof, gas)
- Geladen, dus kan veel verschillende moleculen oplossen (hydrofiel)


Transport door membranen
Celmembraan: fosfolipide dubbellaag → hydrofiel kopje naar buiten, hydrofobe staart naar binnen.
Wateroplosbare stoffen: binden buiten op receptor t.h.v hydrofiel kopje
Vet oplosbare stoffen: heel makkelijk doorheen celmembraan
Water kan wel door (klein molecule) fosfolipide dubbellaag: membraan is met losse verbinding
verbonden, is enorm flexibel.

1. Passief transport (vraagt geen energie)
Soorten:
• Diffusie of osmose
- Vet oplosbare substanties & kleine moleculen
- Gaat met concentratiegradiënt mee (richting)
- Vb.: steroïden(hormonen), vetzuren, O2, CO2
• Ionkanalen (“lek-kanalen”): transmembranaire eiwitten
- Zijn met H2O gevulde tunnels dwars door membraan
➢ Voor vervoer kleine hydrofiele substanties (maat specifiek voor enkele ionen, vb. Na wel,
K niet)
- Op basis van elektrische lading & concentratiegradiënt
➢ Elektrochemische gradiënt
➢ Natrium wordt naar binnenkant cel getrokken, maar eigenlijk wil cel het natrium niet
- Selectief transport
• Gefaciliteerde diffusie
➢ Specifiek transport
➢ Verzadigbaar: als alle transporteiwitten de bindingsplaats bezet is, gaat er geen vb.
glucose meer vervoerd worden
➢ Competitieve inhibitie (inhibitor kan enzym remmen...): veel glucosemoleculen aanwezig
en maar beperkt aantal bindingsplaatsen → transport belemmeren (drummen op 1
bindingsplaats)
- Vindt conformatieverandering plaats i.t.t. ionkanalen
Als een groot eiwit wordt opgenomen: intracellulair zal het aantal osmotisch actieve partikels gaan
toenemen en water zal volgen tot in de cel: zwellen.


MARTHE D'HAEYERE 2

,Fysiologie en pathofysiologie 1 2de Bachelor


Factoren voor grootte cel
• Het volume van de cel hangt af van:
- Vormen van transport
- Aantal osmotisch actieve partikels in de cel: metabolisme van de cel
o Afbraak in de cel: meer waterbindingsplaatsen → water
aangetrokken in de cel: cel zwellen
o Macromoleculen in cel gevormd: minder waterbindingsplaatsen →
water uit de cel: cel krimpen
- Veranderingen in extracellulaire osmotische druk (normaal is er een iso-
osmose): gaat effect hebben bij cellen die niet echt metabool actief zijn (niet
veel gaan afbreken en aanmaken) → bv.: rode bloedcellen (gaan
uitgesproken reageren op wat er in hun directe omgeving gebeurd)
• Bij toedienen van vocht:
- Isotoon: 9g zoutoplossing/L (‘fysiologische toedienen’)
- Hypotoon: zuiver water (cel opzwellen, hemolyse) (doen we niet)
→ beschermingsmechanisme: K, taurine, Cl worden vrijgesteld uit cel en
water gaat naar buiten volgen
- Hypertoon: te veel zout (cel krimpen)(doen we wel): watermoleculen aangetrokken naar
de bloedbaan: als er een bloedtekort is (bij ernstige bloeding)

2. Actief transport
• Ook m.b.v. transporteiwitten, maar transport tegen een bepaalde gradiënt in
• Vergt energie! Hydrolyse van ATP.

Soorten
• Primair actief transport: onmiddellijk ATP gehydrolyseerd
- Pompen natriumion van binnen cel weer terug naar
buiten
• Secundair actief transport: komt veel meer voor
- Transport ander ionen koppelen aan het naar buiten
pompen van Na
- Vb. natrium-kaliumpomp
➢ 3 Na-ionen naar buiten, maar 2 K-ionen naar
binnen. Daarom is lading intracellulair negatief
aan celmembraan!
➢ Er komt potentiële energie vrij, kost energie
➢ Na+ gaat graag van buiten naar binnen komen (via lekkanalen (passief))
- Het levert potentiële energie, doordat natrium tegen zijn gradiënt naar
extracellulair duwt
➢ Denk aan elastiek, aantrekken kost kracht, loskomen levert weer
energie

Bv: schildklier: Joodconcentratie veel hoger dan in bloed, toch gaat er een hogere
Joodconcentratie in de schilklier zijn




MARTHE D'HAEYERE 3

, Fysiologie en pathofysiologie 1 2de Bachelor


Classificatie transportEW
• Uniporter: gaat maar 1 stof opnemen (primair)
• Co-transporter (secundair), uitwisseling
- Symporter: Na opgenomen en in dezelfde richting een AZ
- Antiporter: stof uitgewisseld voor een andere stof

Exo- en endocytose
• Transport in kleine membraanvesikels — zonder direct
contact met celmembraan
• Vb. gebeurt in cel: van het Golgi-apparaat naar
celmembraan
• Soorten exocytose:
- Constitutieve exocytose: inhoud wordt uitgestort in celmembraan en niet extracellulair:
bouwstenen die geleverd worden aan celmembraan
- Gereguleerde exocytose: er moet een prikkel plaatsvinden om exocytose te doen laten
doorgaan: vaak is die prikkel een intracellulaire Ca influx, of oxytocine
➢ Vb. hormonen
• Soorten endocytose:
- Pinocytose: opname vocht & opgeloste grote moleculen van
extra- naar intracellulair
➢ Hierbij wordt moleculen verplaatst van ene plaats naar
andere plaats in weefsel/cel
- Receptor-gemedieerde endocytose: wateroplosbaar hormoon
binden op receptor → complex
Hormoonreceptorcomplex gaat migreren langs celmembraan tot die
op een plaats komt waar clathrine aanwezig is → endocytose
doorgaan (vesikel gevormd worden)
• Transcytose: combinatie exo- en endocytose. Is tijdelijk transportmiddel doorheen de cel.
(Darmepitheelcellen)


Chemische communicatie tussen cellen
Inleiding
• 2 systemen voor overdracht van informatie:
- Endocrien systeem (vb. hormonen); levert effect op lange termijn
- Zenuwstelsel; levert effect op korte termijn (vb. iets is heel heet), als iets snel moet
gebeuren→ Neurotransmittoren (NT)
• Overdracht via signaalmoleculen: (kunnen hormonen en NT zijn)
➢ Effect na binding op receptoren => specifiek (doelwitweefsel: juiste receptor)

1. Receptoren
• Inleiding
- Dynamische structuren => REGULATIE
➢ Down-regulation (op moment van overvloed signaalmoleculen, zal aantal receptoren
dalen, lichaam beschermen tegen te grote biologische respons, receptoren naar binnen
geklapt)

MARTHE D'HAEYERE 4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur dhaeyeremarthe. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

79373 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,49
  • (0)
  Ajouter