Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
SAMENVATTING VAN DE SAMENVATTING ontwikkelingspsychologie (Leren & Ontwikkelen) €6,04   Ajouter au panier

Resume

SAMENVATTING VAN DE SAMENVATTING ontwikkelingspsychologie (Leren & Ontwikkelen)

 10 vues  1 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Zoals de titel luidt een samenvatting van de samenvatting van het vak leren en ontwikkelen (ontwikkelingspsychologie). Mega compacte en duidelijke samenvatting waardoor jij een duidelijk overzicht hebt van alle stof. Succes!!!

Aperçu 3 sur 27  pages

  • 1 novembre 2023
  • 27
  • 2022/2023
  • Resume
  • Inconnu
avatar-seller
Ontwikkelingspsychologie: De wetenschappelijke studie naar groei, verandering, stabiliteit bij mensen, Van
conceptie tot ouderdom, maar met een accent op de jaren tot volwassenheid.

1. Het Gedrag wordt gemotiveerd door - Psychoseksuele ontwikkeling
psychodynamische innerlijke krachten, herinneringen en (Freud): genot en bevrediging
perspectief (Freud) conflicten waarvan een persoon zich ieder x gericht op een andere
nauwelijks bewust is. = het onbewust biologische functie.
proces. - Psychosociale ontwikkeling
(Erikson): het gedrag van
anderen en tegen onszelf als
leden van de maatschappij. In
iedere fase is er sprake van
een crisis of conflict. Centraal
staat groei & verandering.

2. Behavioristisch Kijken naar waarneembaar gedrag en - Sociale cognitieve leertheorie:
perspectief externe stimuli in de omgeving om de leren door het gedrag van
ontwikkeling van het individu te kunnen anderen te observeren:
begrijpen. 1. Aandacht - 2. retentie
(waarneming moet worden
opgeslagen voordat het
geproduceerd kan worden),
3. reproductie (opgeslagen
herinnering in gedrag uit te
kunnen voeren) 4. Motivatie
(het model heeft status, kijk je
tegenop)
- Gedragsmodificatie: techniek
om de frequentie van gewenst
gedrag te verhogen en
ongewenst gedrag te
verlagen.
- Klassieke & operante
conditionering.

3. Cognitief perspectief Richt zich op processen die mensen in - Adaptie
(Piaget) staat stelt de wereld te begrijpen, - Assimilatie (toevoegen)
kennen en overdenken.  - Accommodatie (aanpassen,
hersenprocessen nieuw schema aanmaken)
- Informatieverwerkingstheorie.

4. Evolutionair Gedrag is het resultaat van genetische
perspectief erfenis van onze voorouders. Centraal
staat het kijken naar de biologische
kenmerken van gedrag.
5. Humanistisch Gaat uit van het positieve idee dat - Zelfdeterminatietheorie
perspectief mensen een aangeboren drang hebben (ZDT):3 basisbehoefte die het
tot zelfactualisatie. functioneren, het
welbevinden en de groei van
mensen beïnvloed:
autonomie, verbondenheid en
competentie.
 intrinsieke & extrinsieke
motivatie.
6. Systemisch perspectief Kijkt naar de relatie tussen individuen,  is echt de brede visie binnen de
hun fysieke, cognitieve, persoonlijke en ontwikkelingspsychologie.
sociale wereld.


.

, Normatieve gebeurtenissen: gebeurtenissen die voor de meeste individuen binnen de groep op
dezelfde manier voltrekken. Bijvoorbeeld puberteit.
 historische gebeurtenissen: Biologische en omgevingsinvloeden die zijn verbonden aan een
historisch moment. Bijvoorbeeld 9/11 of een oorlog.
 Leeftijdsgebonden gebeurtenissen: biologische en omgevingsinvloeden die gelijk zijn voor
mensen in een bepaalde leeftijdsgroep, ongeacht wanneer ze opgroeien. Bijvoorbeeld het
bereiken van de puberteit.
 Sociaal-culturele invloeden: ethische afkomst, sociale klasse, lidmaatschap en dergelijke.
 Niet-normatieve gebeurtenissen: dit zijn specifieke gebeurtenissen die plaatsvinden in het leven
van een bepaald persoon, terwijl de meeste andere mensen hier niet mee te maken hebben.
Bijvoorbeeld iets winnen.
 Continue verandering: geleidelijke kwantitatieve ontwikkeling, waarbij prestaties op een bepaald
niveau voortvloeien uit die op de vorige niveaus. Bijvoorbeeld de cognitieve ontwikkeling of
lengte van kinderen.
 Discontinue verandering: ontwikkeling die in aparte stappen of stadia plaatsvindt, en waarbij elk
stadium gedrag oplevert dat kwalitatief anders is dan gedrag in eerdere stadia. Bijvoorbeeld als
een kind niet meer in zijn/haar broek plast.

Het bio-ecologisch systeem van (bronfenbrenner): de nadruk ligt in dit model op het belang van
algemene culturele factoren, die invloed van het behoren tot een culturele en subculturele groepen
op het gedrag.  samenhang tussen verschillende invloeden op de ontwikkeling. Zo heeft het enne
systeem invloed op het andere systeem.


 Microsysteem: de dagelijkse,
directe omgeving waarin kinderen
leven. inner- cirkel  thuis, ouder,
vrienden en hun leraren)
 Meso-systeem: zorgt voor
connecties tussen de verschillende
onderdelen van het microsysteem.
Kinderen aan ouders, leerlingen aan
leraren.  directe en indirecte
invloeden
 Exo-systeem: algemene invloeden.
Het omvat sociale instituties, zoals
gemeenten, gemeenschappen,
scholen, gebedshuizen en
plaatselijke media.  beïnvloedt
het functioneren van het micro- en
meso-systeem en kunnen impact
hebben op persoonlijke
ontwikkeling. (indirect)
 Macrosysteem: vertegenwoordigt
de overkoepelende culturele
invloeden waarin een individu
blootstaat.  maatschappij, religie,
overheden.
 Chronosysteem: ten slotte ligt ten
grondslag aan alle andere
systemen. Het omvat de invloed van het verstrijken van de tijd op de ontwikkeling van kinderen.
Inclusief historische gebeurtenissen en geleidelijke historische veranderingen.

,  cohort-effecten, niet-normatieve & normatieve gebeurtenissen

De klassieke conditionering: Een vorm van leren waarbij een organisme op een bepaalde manier leert
reageren op een neutrale stimulus die dat type respons normaal uitgesproken niet uitlokt. Door altijd 2
prikkels aan te bieden, hierdoor gaat het individu die twee prikkels met elkaar associëren en er op
dezelfde manier reageren. Leren door puur en alleen associatie

Extinctie: aangeleerd gedrag kan worden afgeleerd  spontaan herstel.

Stimulusgeneralisatie: voor alle spinnen dezelfde reactie.

 Stimulus: (horen, ruiken, voelen)  respons (gedrag; hartslag angst)

- Een ongeconditioneerde stimulus = stimulus voor de eerste keer
- Een geconditioneerde stimulus = een stimulus welke al vaker is voorgekomen.

Verwervingsfase: het eerste leerstadium in de klassieke conditionering, waarin de geconditioneerde
stimulus vaker de geconditioneerde respons oproept.  bel met voedsel.

Contiguïteit: het samen, of vlak na elkaar, aanbieden van de NS (Neutrale stimulus) en de UCS
(Ongeconditioneerde stimulus)

Operante conditionering: een vorm van leren waarbij een VRIJWILLIGE respons versterkt of verzwakt
wordt, afhankelijk van de associatie met positieve of negatieve consequenties. Benadrukt het STRAFFEN of
BELONEN. Door stimuli vanuit de omgeving.

Belangrijke begrippen rondom operante conditionering:

- Trial-and-error: door middel van het uitproberen en leren van fouten een oplossing vinden voor
een probleem.  het leren van nieuw gedrag (behavioristen)
- Wet van effect: het idee dat leren plaatsvindt op basis van reacties die gewenste resultaten
opleveren, of meer algemeen dat leren wordt geleid door het effect dat bepaald gedrag heeft. 
verdwijnen van foute reacties.
- Shaping: een operante techniek of procedure om nieuw gedrag stapsgewijs aan te leren via
positieve bekrachtiging van gedrag dat het vooropgestelde doelgedrag steeds dichter benadert.
 trainen van dieren
- Wet van frequentie/Continue bekrachtiging: bekrachtigingschema waarbij alle correcte responsen
bekrachtigd wordt.  snoepje geven aan een hond nadat hij een trucje heeft gedaan. (snelste
leren)
- Intermitterende bekrachtiging: bekrachtigingschema waarbij enkele, maar niet alle goede
responsen worden bekrachtigd; ook wel partiële bekrachtiging genoemd. (langste in stand)
- Extinctie: proces waarbij een aangeleerde respons verdwijnt door de afwezigheid of afname van
bekrachtiging.

Ratioschema: programma waarin bekrachtiging wordt aangeboden na een bepaald aantal goede
responsen.

 Vast ratioschema (FR): programma waarin bekrachtiging wordt aangeboden na een vast aantal
responsen.  per geplukt fruit
 Variabel ratioschema (VR): programma waarin het aantal responsen dat nodig is voor een
bekrachtiging elke keer anders is.  gokkers en telefonische verkopers

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur FloorHoex. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,04. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

79373 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!

Récemment vu par vous


€6,04  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter