Bijna de gehele toetsmatrijs is ingevuld er zijn 3 vragen die ik niet heb beantwoord.
Toetsmatrijs BS7
1. Kan het proces van gaswisseling in de longen (pulmones) en in de weefsels uitleggen en
kan het capillair uitwisselingsproces beschrijven
Onze cellen in ons lichaam gebruiken continu zuurstof met dit verbruik produceren ze
kooldioxide. Met ademhalen zorgen we ervoor dat we de koolstofdioxide uitblazen en weer
nieuwe zuurstof inademen, dit zorgt ervoor dat we onszelf niet vergiftigen. Tijdens deze
circulatie wordt er lucht in en uit de alveoli verplaatst, in de longblaasjes geplaatst. Dit heeft
een belangrijke bijdrage aan de uitwisseling van zuurstof aan het bloed. Om een longblaasje
zitten allemaal bloedvaatjes waardoor dit makkelijk verloopt. De verplaatsing van zuurstof
en kooldioxide gebeurt via diffusie (verplaatsing van moleculen van een hoge concentratie
naar een lage concentratie). Dit gaat via het respiratorisch membraan, dit membraan
bestaat uit een heel dun laagje van alveolair epitheel cellen en een heel dun laagje van het
endotheel cellen. Doordat dit dunne laagjes zijn kan diffusie hier gemakkelijk optreden.
Dus omdat de druk van de PCO2 en de CO2 in de alveoli en in de bloedvaten altijd op een
bepaald niveau moet zijn stroomt CO2 van de alveoli naar de bloedvaten en PCO2 van de
bloedvaten naar de longen.
2. Kan het principe van zuur-base-evenwicht uitleggen en de rol van de longen hierin
herkennen:
pH = zuurgraad, de pH zit tussen de 0 en 14 hoe dichter bij 0 hoe zuurder.
De pH-waarde van een mens moet tussen de 7,35 en 7,45 zijn.
Als de pH lager dan 7,35 is heet dat acidose, dit betekent dat de zuurgraat van het bloed
stijgt, in ernstige gevallen kunnen er hartfalen, verlaagde bloeddruk en zelfs coma
voortkomen als gevolg van acidose. Problemen met acidose komen vaker voor dan alkalose.
Als de pH hoger is dan 7,45 heet dit alkalose dit betekent dat de zuurgraat van het bloed
daalt. Een te hoge of te lage pH kan de stabiliteit van celmembranen verstoren, ook eiwitten
en enzymen kunnen worden beïnvloed waardoor een levensbedreigende situatie kan
optreden.
Bij pH lager dan 6,8 of hoger dan 7,7 overlijdt een mens.
Cellen laten CO2 heel makkelijk door de celwand, daarom kunnen de longen bijdragen aan
de zuurgraad door bepaalde stoffen vanuit de cellen mee te sturen met de CO2 en
vervolgens uit te ademen.
3. Kan beschrijven hoe de ademhaling wordt bewaakt, welke parameters hierbij van
belang zijn en afwijkingen hierin interpreteren:
,-Chemoreceptoren bevinden zich in de ateria carotis (linker en rechter halsslagader), aorta
en de medulla oblongata. Prikkeling van deze receptoren heeft effect op de ademhaling.
Deze receptoren zijn vooral gevoelig voor PCO2 en als er daarvan dus teveel is zal het
lichaam hierop reageren, door de diepte en snelheid van de ademhaling te laten toenemen
en hierdoor gaat het ademvolume omhoog en komt er dus meer zuurstof in de longen, dit is
aan de volgende dingen te merken:
- Versnelde ademhaling
- Neusvleugelen
- De persoon wordt vaak steeds rustiger en stiller omdat hij zich meer op zijn ademhaling
focust.
- Hulpademhalingsspieren in de nek en borst worden gebruikt.
- De ademfrequentie neemt toe.
Normale ademfrequentie:
12-16 ademhalingen per minuut.
Voor kinderen is dit vaak hoger.
Normale ademhaling: normpneu
Te snelle ademhaling >20x = tachypneu
Te langzame ademhaling <8x = badypneu
Apneu = afwezigheid van ademhaling
Zuurstofsaturatie is normaal tussen de 95 en 99%
4. Kan de definitie, risicofactoren, symptomen, onderzoeken, complicaties, preventie en
behandeling van astma, COPD, acute bronchitis, pneumonie en pneumothorax uitleggen
Astma:
Definitie: een chronische ontsteking van de luchtwegen, die samen gaat met een
vernauwing en een verhoogde prikkelbaarheid van de luchtwegen.
Risicofactoren: risicofactoren om meer last te krijgen van astma kunnen voorkomen door
blootstelling aan specifieke allergene zoals pollen, huisdieren, huisstofmijt en rook, maar
het kan ook gebeuren door actief bewegen, stress, kou of mist, en roken heeft een slechte
invloed op astma.
Symptomen: benauwdheid, piepende ademhaling, periodes van veel hoesten en slijm,
vermoeidheid, ademen kost veel moeite, minder fit, minder lang kunnen sporten.
Onderzoeken: een longfunctietest, tijdens dit onderzoek wordt er gemeten hoeveel lucht
iemand maximaal kan uitademen na rustige diep inademen dit geeft informatie over de
inhoud van de longen. Hoeveel lucht iemand in 1 seconde kan uitblazen, dit geeft informatie
over hoe nauw de longbuisjes worden. En er wordt gekeken of de longen beter werken als
iemand luchtwegverwijders gebruikt, al deze onderzoeken worden uitgevoerd met behulp
van een spirometer.
Complicaties: als de ontstekingen niet behandeld/onderhouden wordt kunnen er blijvende
,vernauwingen van de luchtwegen optreden en dus ook COPD.
Preventie: astma kan niet voorkomen worden wel kan een patiënt dingen doen om het te
verminderen en om aanvallen te voorkomen zoals niet rokken, allergische prikkels
voorkomen, genoeg bewegen en als iemand te zwaar is afvallen.
Behandeling: stoppen met roken, iedere dag minstens een half uur matig intensief
bewegen, in geval van overgewicht afvallen, kortwerkende luchtwegverwijderaars die
tijdens een aanval gebruikt kunnen worden, onderhoudsbehandeling met
inhalatiecorticosteroïden.
COPD:
Definitie: Chronic obstructive pulmonary disease, er zijn chronische vernauwingen van de
luchtwegen als gevolg ban ontstekingen en de longen kunnen ook beschadigd zijn. De ziekte
in ongeneselijk.
Risicofactoren: roken is de belangrijkste oorzaak ongeveer 80% van de mensen met COPD
heeft in het verleden gerookt of rookt nogsteeds.
Symptomen: hoesten en ook slijm ophoesten, piepend of brommend geluid bij ademen,
snel benauwd bij inspanning, afvallen, verslappen van spieren.
Onderzoeken: longfunctietest op een spirometrie en klinisch redeneren.
Complicaties: exacerbatie dit is dat de COPD en de klachten erger worden, longinfecties,
grotere kans op osteoporose, problemen met gewicht, pneumothorax, slaapproblemen.
Preventie: niet roken.
Behandeling: stoppen met roken, zorgen voor droge, warme omgeving, voldoende drinken,
voldoende bewegen, korte en langwerkende luchtwegverwijders, ontstekingsremmende
medicatie zoals inhalatiecorticosteroïden
Acute bronchitis:
Definitie: een ontsteking van de bronchiën meestal ten gevolge van een verkoudheid of
griep. De bronchiën zijn de vertakkingen die de luchtpijp met de longen verbindt.
Risicofactoren: bepaalde groepen hebben van nature een grotere kans op longontsteking en
dus ook op acute bronchitis dit zijn jonge kinderen, mensen met astma, mensen met COPD,
mensen met diabetes mellitus, ouderen en rokers, daarnaast zijn er nog andere
risicofactoren zoals mensen die regelmatig alcohol drinken, mensen die langdurig op bed
liggen, mensen met lage weerstand door ziekte of medicatie en mensen met hartfalen.
Symptomen: veel hoesten, ophoesten van slijm, benauwd zijn, branderige pijn achter het
borstbeen bij het hoesten, vermoeidheid, piepende ademhaling, koorts.
Onderzoeken: voornamelijk op basis van de mondelingen anamnese, daarnaast wordt er
gekeken naar de symptomen en kan de arts naar de ademhaling luisteren.
Complicaties: complicaties komen vooral voor als er al andere onderliggende
gezondheidsproblemen zijn, de meest voorkomende complicatie is acute
ademhalingsinsufficiëntie.
Preventie: goede handhygiëne.
Behandeling: omdat het in een meeste gevallen komt door een virus wordt er geen
specifieke behandeling gedaan en gaat het meestal na 2 weken over. Bij kwetsbare
zorgvragers wordt vaak wel antibiotica ingezet omdat het onderscheid tussen bronchitis en
pneumonie dan moeilijk te herkennen is.
, Pneumonie:
Definitie: een longontsteking door een micro-organisme, meestal is dit een bacterie maar
het kan ook een virus of schimmel zijn. Bij een bacteriële pneumonie wordt er onderscheid
gemaakt tussen 2 soorten namelijk een Community acquired pneumonia (CAP) en een
Hospital acquired pneumonia (HAP). Een CAP ontstaat buiten een zorginstelling en wordt
vaak veroorzaakt door de pneumokok, een CAP komt minder vaak voor maar is wel de
ernstigere vorm. Een HAP is een pneumonie die is opgelopen binnen het ziekenhuis, de
verwekker is vaak een andere bacterie dan bij en CAP en deze bacteriën zijn vaker resistent
tegen antibiotica, daarom krijgen patiënten met een HAP andere antibiotica.
Risicofactoren: ten eerste dus in een ziekenhuis liggen, verzwakt afweersysteem,
ondervoeding, bepaalde medicatie, een operatie, longaandoeningen zoals COPD.
Symptomen: algemene symptomen zijn koorts, koude rillingen, algehele malaise en
verwardheid. Specifieke symptomen zijn dyspneu (benauwdheid), oppervlakkige
ademhaling, lage saturatie, hoesten, pijn bij ademhalen en cyanose (blauw worden van de
huid.
Onderzoeken: anamnese en lichamelijk onderzoek door arts en auscultatie dan hoor je
verzwakt ademgeruis, crepitaties (krakend, knetterend of borrelend geluid tijdens
ademhaling), en door middel van bloedonderzoek kan er naar ontsetkingswaarden worden
gekeken.
Complicaties: longabces, empyeem (pusophoping in pleuraholte), pleuritis (ontsteking van
longvlies), en longaanval bij bestaande COPD
Preventie: goede hand en hoesthygiëne, niet roken.
Behandeling: antibiotica, de soort is afhankelijk van of het een CAP of een HAP is.
Pneumothorax:
Definitie: klaplong, er zit om de long een vlies en tussen dat vlies en de long zit wat ruimte
dit is de pleuraruimte door trauma aan dat vlies of door een ophoping van lucht in de
pleuraruimte kan een pneumothorax ontstaan, dit tweede heet een spontane
pneumothorax.
Risicofactoren: trauma, het kan ook spontaan ontstaan risicofactoren blijken dan
lichaamsbouw (lange magere mensen, vooral mannen) en mensen die roken.
Symptomen: een kleien pneumothorax kan asymptomatisch zijn, bij een grotere
pneumothorax is er vaak sprake van dyspneu en een scherpe pijn op de borst aan de kant
van de ingevallen long.
Onderzoeken: bij auscultatie is er sprake van verminderd of afwezig ademgeruis en de
percussie is afwijkend. Een X-thorax wordt gemaakt en daarop is de grote van de
pneumothorax te zien.
Complicaties: over het algemeen treden er verder geen complicaties op.
Preventie: niet heel veel behalve niet roken.
Behandeling: het geven van zuurstof, daarnaast verschilt het per casus, een kleine
asymptomatische pneumothorax geneest vaak vanzelf. Een grotere pneumothorax wordt
behandeld door lucht uit de pleuraholte weg te zuigen zodat de long weer kan ontplooien,
dit kan met een dunne pleura katheter ov via een dikkere thoraxdrain.