Welzijn op het werk
Deel Caroline Celis
1. Hoofdstuk 1: inleiding
1.1. Welzijn op het werk
= arbeidsvoorwaarden waarin het werk wordt uitgevoerd:
➢ Veiligheid op het werk
➢ Bescherming van de gezondheid van de werknemer
➢ Psychosociale aspecten van het werk
1.1.1. Hoe was het vroeger?
Werknemers werden uitgebuit door fabrieksbazen, ze kregen weinig betaald. Kinderen
moesten werken, waardoor ze erg vermoeid waren en hierdoor vermorzeld konden worden
onder de machines. Zo was de situatie rond 1980 onder andere in Aalst (Film Daens).
1.1.2. Wat gebeurt er om ons heen?
Op jaarbasis sterven 2,78 miljoen arbeiders door een werkaccident en vinden ongeveer 374
miljoen niet-fatale werk gerelateerde accidenten plaats.
1.1.2.1.Wat gebeurt in het buitenland?
Niet veel beschermingsmaatregelen, kinderen moeten ook werken. Aan de Ivoorkust weten ze
bv. niet met welke producten ze werken. → Dit is nog ver van ons bed.
1.1.2.2. Wat gebeurde er tijdens de coronaperiode?
Catalonië: Veel nieuwe besmettingen werden vastgesteld bij seizoenarbeiders in de fruitpluk.
Ze wonen in miserabele onhygiënische omstandigheden, met erg veel mensen samen in een
kleine ruimte.
In VK: uitbraak in textielsector. Daar bleken mensen te werken aan €2 – 5/ uur. Dit lijkt erg
op moderne slavernij. Er is weinig arbeidsinspectie in het Verenigd Koninkrijk.
Tijdens de coronacrisis werden de meeste mensen besmet op het werk, door een tekort aan
beschermingsmateriaal.
1.1.3. Welke vragen kunnen op het examen komen?
Leg in 10 regels uit hoe je iemand kan overtuigen om meer te investeren in arbeidsveiligheid.
Wat zijn de 3 belangrijkste redenen waarom we in ons bedrijf meer moeten investeren in
arbeidsveiligheid.
• Humaan- sociaal: Hoe meer we in arbeidsveiligheid investeren, hoe minder
ongevallen plaatsvinden. Wie zou er in een bedrijf willen werken waar er een
arbeidsongeval heeft plaats gevonden? De slachtoffers hebben een lange revalidatie
voor de boeg of familieleden of vrienden zien enorm af bij het verlies van een
dierbare.
• Economisch: de vergoeding voor een slachtoffer bij een arbeidsongeval ligt hoger dan
de kost die nodig zou zijn om preventieve maatregelen te nemen.
• Juridisch: wettelijke voorschriften moeten gevolgd worden, de welzijnswet moet
nageleefd worden.
1
,Als er een ongeval gebeurt is er een fonds die dit vergoed aan de werknemers. Wanneer je
zelfstandige bent, krijg je dit niet.
1.2. Algemeen
• Grondslag van het preventiebeleid in elke onderneming:
o Veiligheid en gezondheid van de werknemers waarborgen.
• Veiligheid = recht van iedereen:
o Ondernemer of zelfstandige
o Werknemers = bedienden + arbeiders
• Vergoedingen:
o Uitgekeerd door arbeidsongevallenverzekering
o Fonds voor beroepsziekten, nu Fedris
o Enkel voor werknemers
1.3. Redenen voor het preventiebeleid
• Veiligheid, gezondheid en welzijn van alle personen, tewerkgesteld in het bedrijf:
o Iedereen werkt hieraan mee.
o Niet de taak en verantwoordelijkheid van 1 persoon, maar het hele bedrijf.
• Onderneming: veiligheid en gezondheid van haar werknemers waarborgen
o Humaan-sociaal:
▪ Elke ziekte of arbeidsongeval is de oorzaak van lichamelijke pijn en
leed bij het slachtoffer, familie, vrienden, collega’s.
• Wie wil er in een bedrijf werken waar er een ongeval heeft
plaats gevonden?
o Economisch
▪ Opgetreden schade = kost (tijd en geld) voor:
• Onderneming
• Maatschappij
▪ Arbeidsongeval deels vergoed door maatschappij
▪ Ziekten deels terugbetaald door ziekteverzekering
= RSZ van werkgevers/ werknemers
Lage uitkering = voordeliger voor de overheid
▪ 2 aspecten afwegen t.o.v. elkaar → bedrijf maakt verantwoorde keuze
• Bedrijf voert een goed preventiebeleid
• Bedrijf blijft financieel overeind
▪ Grootste probleem = menselijk leed moeilijk uit te drukken in geld
o Juridisch
▪ Onderneming moet voorschriften volgen: CAO, welzijnswet
▪ Voorschriften niet nakomen
• Onderneming niet nakomen
• Burgerrechtelijk/ strafrechtelijk vervolgd
▪ Wettelijk kader:
• Welzijnswet
• Codex
▪ Vergoedingen regeling:
• Wetgeving rond:
o Arbeidsongevallen
o Beroepsziekten
▪ Meer info in hoofdstuk 4
2
, 1.4. Definities
Worden niet gevraagd op het examen, enkel ter ondersteuning van de leerstof.
1.5. Statistieken omtrent veiligheid
• Aanwerven personeel → ganse reeks verplichtingen
• Kleine bedrijven weinig in statistiek
• Redenen:
o Werken met geen/ weinig personeel
o Veelal familiaal/bedrijfskapitaal in familie
o Veiligheid over het hoofd gezien
o Bedrijfsleider hoofd van preventiedienst (<20 werknemers)
o Zelfstandige niet wettelijk verplicht te registreren
1.5.1. Arbeidsongevallen
• Sinds 1990 is er een dalende trend in het aantal arbeidsongevallen
• Gelijke verdeling bij “arbeiders” en “bedienden”
• Toch in België:
o > 10 000 personen/ jaar met blijvende invaliditeit ten gevolge van een
arbeidsongeval
o Ongeveer 150 personen zijn slachtoffer van dodelijk arbeidsongeval
• Schadelast per arbeidsongeval op het werk is gemiddeld €4000
• Aantal aangegeven ongevallen op de weg van en naar het werk is gedaald
• Kost van ongeval op de weg naar en van het werk is
gemiddeld €10 000 >> dan ongeval op de werkplaats.
Er is een dalend aantal ongevallen. (Het enige dat je van de
grafiek moet kennen)
• In KMO’s zijn er meer en ernstigere ongevallen
• Onderscheid is niet éénduidig voor alle bedrijfstakken
• Betere resultaten voor grotere bedrijven, door lagere
frequentie- en ernstcijfers.
Grote bedrijven hebben kleinere risico’s. Het lijkt alsof er in grote bedrijven minder
ongevallen plaats vinden, maar dit is vertekend door de aard van het werk in de grote
bedrijven. In de grote bedrijven werken namelijk veel mensen op een bureau.
• Fedris = Federaal agentschap voor beroepsrisico’s
o Opgericht op 1 januari 2017 als een fusie tussen het Fonds voor
arbeidsongevallen en het Fonds voor de beroepsziekten
o Verzamelt en verwerkt gegevens omtrent arbeidsongevallen
o Maakt vergelijking tussen bedrijven op
basis van kengetallen (zie hoofdstuk 2)
Cijfers rond beroepsziekten
Veel problemen rond gehoorverlies, vergiftigen,
infectieziektes, mensen met problemen aan
gewrichten: knieën en polsen, aan de handen.
Beroepsziekten:
• Getroffenen (slachtoffers) = personen die
lijden aan beroepsziekte waarvoor de aanvraag om schadeloosstelling door het Fonds
werd aanvaard
3
, •Gerechtigden: = personen die recht hebben op schadeloosstelling, of slachtoffers
die van een beroepsziekte of bloedverwanten van het slachtoffer (rechthebbenden)
• Totaal aantal getroffenen < aantal gerechtigden
2. Hoofdstuk 2: arbeidsongevallen en beroepsziekten
2.1. Arbeidsongevallen
2.1.1. Definitie
• Arbeidsongeval = plotse gebeurtenis die zich voortdoet op een bepaalde plaats en
op een gekend ogenblik of “toevallig” materieel feit, met als gevolg een lichamelijk
letsel.
Verband oorzaak/ effect = verband tussen ondergane lichamelijke schade en feitelijke
oorzaak is meestal duidelijk
• Het ongeval is een arbeidsongeval als het heeft plaatsgevonden:
o Tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst
o En door het feit van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst
• Het ongeval is een arbeidswegongeval als het heeft plaatsgevonden:
o Op het normale traject van de arbeidsweg
• Elk arbeidsongeval met minstens 1 dag arbeidsongeschiktheid NA de dag van het
ongeval in statistieken opgenomen (andere niet)
• Onderscheid in statistieken tussen ongevallen:
o Met tijdelijke ongeschiktheid (TO)
o Met blijvende ongeschiktheid (BO)
o Ongevallen met dodelijke afloop
2.1.2. Vorm, materiële oorzaak en plaats van letsel
Groot aantal ongevallen ten gevolge van:
• Een val
• Contact met bewegende of stilstaande voorwerpen.
Bv.
• Elektriciteitskabel vanaf
plafond mag niet belast
worden
• Ergonomie moet rug- en
nekklachten voorkomen
• Vallen van stellingen,
trappen voorkomen
(leuningen)
• Temperatuur: hoogovens,
slachthuizen, smelterijen,
diepvriesbedrijven, …
Deze grafiek wordt niet gevraagd op het examen. Vallen staat bij de grootste balkjes. Het zijn
niet de spectaculairste ongevallen die de bovenhand nemen, meestal uitglijden.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ARvoeding. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.