Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Biologie voor jou - inleiding in de biologie - 4 VWO €5,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Biologie voor jou - inleiding in de biologie - 4 VWO

 3 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Type

Samenvatting uit het boek biologie voor jou. Hoofdstuk 1 inleiding in de biologie, 4 vwo. Paragraaf 1 tm 6

Aperçu 2 sur 7  pages

  • 29 octobre 2023
  • 7
  • 2023/2024
  • Resume
  • Lycée
  • Inconnu
  • 4
avatar-seller
Paragraaf 1

Biologie gaat over moleculen (DNA) tot aan ecosystemen.
Biologie is een van de natuurwetenschappen (bestuderen
van natuurverschijnselen). Tussen biologie en
natuurwetenschappen bestaan overgangsgebieden, zoals
biochemie, biomedische wetenschappen en paleontologie.
Al deze wetenschappen zorgen voor de
kennis van nu.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------—-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------—-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------—-----------------------------------------------------------------------------------------



Organismen zijn levende wezens (bijv. schimmels) die
levensverschijnselen vertonen. Stofwisseling zijn alle
chemische reacties in een organisme. Als een organisme
geen levensverschijnselen vertoont, is het dood. Dingen die
nooit hebben geleefd noem je levenloos.

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------—-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------—-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------—-----------------------------------------------------------------------------------------



Elk organisme of individu heeft een unieke levensloop. Die
begint bij het ontstaan, dan gaat het groeien en ontwikkelen. Er
treden dan veranderingen op in de bouw en het functioneren
van het organisme of bepaalde delen. Je kunt de levensloop
verdelen in fasen of stadia. Het eindigt met de dood. Individuen
behoren tot dezelfde soort als zij zich onderling kunnen
voortplanten en vruchtbare nakomelingen kunnen
voortbrengen. Alle individuen van een soort doorlopen tijdens
hun levensloop dezelfde stadia. Dit noem je de levenscyclus,
dit eindigt alleen als de soort uitsterft.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------—-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------—-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------—-----------------------------------------------------------------------------------------



Organismen zijn georganiseerd in biologische eenheden/organisatieniveau
1. Molecuul: kleinste biologische eenheid. De bouwsteen van stoffen. DNA is een
belangrijk molecuul en bevat de erfelijke informatie van een organisme
2. Organellen: onderdelen van cel met bepaalde functie
3. Cel: In een cel tref je onderdelen met een bepaalde functie, de organellen. (bijv. de
celkern). Een groep van één of meer verschillende celtypen met een
gemeenschappelijke functie noem je weefsel.
4. Orgaan: Verschillende weefsels bij elkaar. Een deel van een organisme met een
specifieke bouw en functie
5. Orgaanstelsel: Organen die samen een functie uitoefenen. longen + luchtpijp is
ademhalingsstelsel
6. Organisme: Eencellig zijn de bacteriën, meercellig zijn bijv. wolven/mensen
7. Populatie: Groep individuen van dezelfde soort die in een bepaald gebied leven en
zich onderling voortplant. Populaties leven nooit alleen, maar altijd met anderen. Dit
kan van dezelfde soort zijn, maar ook andere soorten
8. Levensgemeenschap: Alle verschillende populaties die in een gebied samenleven
9. Ecosysteem: Een min of meer begrensd gebied dat bestaat uit levende en
niet-levende natuur. (temperatuur, zonlicht niet levend) (bos, sloot - ecosysteem)
10. Systeem aarde/Biosfeer: Alle ecosystemen op aarde
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------—-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------—-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------—-----------------------------------------------------------------------------------------

, Als er op een hoger organisatieniveau een nieuwe eigenschap ontstaat die er op het langere
organisatieniveau niet is, noem je dat emergente eigenschap. (bv een molecuul leeft niet
maar meerdere moleculen (een cel) leeft wel). De moleculen van een cel reageren ook op
invloeden uit de omgeving. Door interactie van organen verschijnt een nieuwe eigenschap
op het hogere organisatieniveau maar is er wel samenwerking voor nodig.

Paragraaf 2
Een orgaanstelsel bestaat uit een aantal organen die samen een bepaalde functie
uitoefenen. Het verteringsstelsel, ademhalingsstelsel, zenuwstelsel, spierstelsel,
beenderstelsel en het bloedvatenstelsel.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------—-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------—-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------—----------------------------------------------------------------------------------------



Bij meercellige organismen zijn de organen opgebouwd uit verschillende typen weefsels. Bij
meercellige organismen ontstaan bij de ontwikkeling verschillende soorten cellen
(huidcellen, zenuwcellen en beencellen) die allemaal een eigen vorm en functie hebben dat
nauw met elkaar samenhangt.
Dekweefsel bekleedt en beschermt inwendige en uitwendige lichaamsoppervlakken. Holle
organen (longen en het darmkanaal) zijn bekleed met
dekweefsel dat slijmvlies wordt genoemd. Het
wangslijmvlies heeft een beschermende functie. De
bovenste laag van je huid, de opperhuid, is een ander
type dekweefsel. De cellen van dekweefsel zijn
allemaal rechthoekig en liggen dicht tegen elkaar aan.
Zenuwweefsel vind je in de organen van je zenuwstelsel, in je hersenen, ruggenmerg en
zenuwen. Het bestaat uit zenuwcellen en gliacellen. Zenuwcellen geven informatie door en
hebben vertakte uitlopers die een netwerk vormen. Gliacellen voorzien zenuwcellen onder
andere van voeding.
Spierweefsel bestaat uit cellen ze kunnen samentrekken & zo beweging mogelijk maken
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------—-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------—-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------—-----------------------------------------------------------------------------------------



Bij veel weefsels liggen de cellen niet direct tegen elkaar aan, maar komt tussencelstof bijv.
voor versteviging. De celwand bij planten is tussencelstof en geeft de cel stevigheid.
In bindweefsel liggen cellen relatief ver uit elkaar, met verschillende soorten vezels en
tussencelstof. Bindweefsel geeft steun en vorm aan afzonderlijke organen bij een dier. Het
verbindt lichaamsdelen en vult ruimtes tussen organen. De functie van het bindweefsel
bepaalt het type vezel, de dichtheid ervan en het soort tussencelstof:
● In pezen zitten veel: stevige vezels
● In de wand van grote slagaders zitten veel: elastische vezels
● Vezels die een netwerk vormen, geven ondersteuning aan organen, zoals lever
In beenweefsel bevinden zich tussen de cellen kalkzouten (stevigheid) en collageenvezels
(samenhang en elasticiteit van het weefsel). Zonder
collageenvezels is het hard, heel bros en breekbaar. In
de kanaaltjes van het beenweefsel bevinden zich
bloedvaten en zenuwen.
Kraakbeenweefsel bestaat uit veel tussencelstof waarin
groepjes van 2/3 cellen tegen elkaar liggen. De
tussencelstof bevat kraakbeen, minder kalkzout, maar
collageenvezels. Waardoor het elastisch en buigzaam
is.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------—-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------—-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------—-----------------------------------------------------------------------------------------



Je benen kunnen je lichaamsgewicht dragen zonder dat het je veel energie kost. De
beenderen in de voeten hebben een gewelfde vorm, deze vorm zorgt dat je goed in staat

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur saraburgtvander. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80467 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,99
  • (0)
  Ajouter