samenvatting hoofdstuk 4, gevoel en perceptie, inleiding in de psychologie
5 vues 0 fois vendu
Cours
Inleiding in de psychologie (6471PSYC)
Établissement
Universiteit Leiden (UL)
Book
Psychology
Dit is een samenvatting van hoofdstuk 4 voor het vak inleiding in de psychologie. Het gaat over gevoel en perceptie. Er wordt gekeken naar wanneer een stimulus groot genoeg is om waar te nemen en wat er gebeurt als je iets waarneemt. Vervolgens wordt gekeken naar hoe je de nieuwe informatie interpr...
Alle HC- aantekeningen van Inleiding in de Psychologie + afbeeldingen
Inleiding in de Psychologie literatuursamenvatting PEDA
Tout pour ce livre (92)
École, étude et sujet
Universiteit Leiden (UL)
Pedagogische Wetenschappen
Inleiding in de psychologie (6471PSYC)
Tous les documents sur ce sujet (86)
Vendeur
S'abonner
naomikantebeen
Avis reçus
Aperçu du contenu
Samenvatting hoofdstuk 4: Gevoel en perceptie
Het zintuigsysteem
Een sense is een systeem die informatie van buitenaf vertaalt naar activiteit in het zenuwstelsel.
Sensaties zijn berichten afkomstig van zintuigen. Perceptie is het gebruik maken van informatie
over de wereld om die berichten te vertalen naar betekenisvolle gebeurtenissen. Je ziet
bijvoorbeeld niet een kat op tafel liggen. Je ziet kleuren en vormen die door het perceptie proces
geïnterpreteerd worden als kat. Perceptie vormt je gedachtes, gevoelens en handelingen, maar
voordat je iets kan percipiëren moet je het eerst voelen.
Je zintuigen verzamelen informatie over de wereld door het waarnemen van verschillende
vormen van energie, zoals geluid, licht, warmte en druk (verschillende stimuli). Ieder zintuig kan
een andere vorm waarnemen. Het zorgt er ook voor dat ons brein weet waar de rest van onze
lichaamsdelen zich bevinden.
Het begint met de accessoire structuren van zintuigen, die ervoor zorgen dat stimuli kunnen
worden ontvangen, zoals je oorschelp die geluid opvangt of je lens die zich focust op het licht. De
ontvangen stimuli worden gecodeerd naar neurale activiteit (transductie), zodat je hersenen het
kunnen herkennen. De fysieke verhoudingen van een stimulus, zoals de vorm of intensiteit,
worden gecodeerd naar neurale patronen, die je brein kan ordenen in een bepaalde categorie en
er op deze manier een betekenis aan kan geven.Transductie vindt plaats in neurale receptoren
(zintuigreceptoren). Deze herkennen de vormen van energie en laten als reactie daarop
neurotransmitters vrij voor buurcellen. Zintuigreceptoren reageren het beste op veranderingen
en energie; een constante stimulatie zorgt voor zintuigadaptie of een verminderde respons.
Daarna het naar het ruggenmerg en brein gestuurd kan worden via zenuwcellen. Op geur na
verwerkt de thalamus de impulsen en verwerkt het al een beetje. De hersenschors ontvangt de
informatie daarna en geeft er een betekenis aan.
Bij iedere stap wordt de informatie een beetje verwerkt en is dus bij iedere stap net wat anders.
Er is ontdekt dat iedere stimulatie van een zintuigzenuwcel een code voor dat zintuig maakt,
onafhankelijk van hoe de stimulatie wordt aangeboden. Dit wordt de specifieke energie doctrine
genoemd. Als je bijvoorbeeld op je ooglid drukt, zal je allerlei witte en zwarte vlekjes zien.
Ondanks dat de stimulatie mechanisch is, reageer je er visueel op.
De energie van een stimulus hoeft maar heel laag te zijn om je er bewust van te zijn. De minimale
opmerkbare hoeveelheid licht, geluid, druk of andere vormen van energie werd de absolute
drempel (threshold) genoemd. Die minimale waarden zijn ontdekt door de studie naar
psychofysica, de verhouding tussen fysieke energie en de daarbij horende psychologische
ervaring van iemand. Soms hebben bepaalde stimuli echter een waarde lager dan de absolute
drempel, maar kunnen toch worden waargenomen door een percentage van de populatie.
Daarom is de definitie van de absolute drempel gewijzigd naar de minimale hoeveelheid stimulus
energie die door minstens 50% wordt waargenomen.
Die variatie tussen individuen komt door ‘noise’ en onze response bias. Noise beschrijft het
afvuren van cellen in het zenuwstelsel, wat verschilt in intensiteit, los van de hoeveelheid fysieke
energie. Als de intensiteit hoog is, kan dat verkeerd geïnterpreteerd worden alsof het een
externe stimulus is. De response bias (response criterium) van iemand is de mate waarin iemand
bereid is om te reageren op een bepaalde stimulus. Dit wordt beïnvloed door iemands motivatie
, (wil en behoeftes) en verwachtingen. Als er bijvoorbeeld net een terroristische aanval is geweest,
zal de beveiliging op een vliegveld zijn response criterium verlagen als er een verdacht object te
zien is.
Doordat de hoeveelheid energie die nodig is om een stimulus waar te nemen verschilt per
persoon en wordt beïnvloed door zoveel aspecten, hebben wetenschappers het losgelaten om
de absolute drempel te bepalen, maar hebben ze de signaalopsporing theorie bedacht. Het is
een wiskundig model waarbij voor ieder individu kan worden bepaald of iemand wel of niet een
stimulus waarneemt. De mate waarin iemand een stimulus kan onderscheiden van andere
stimuli wordt zijn sensitiviteit genoemd. Ook dit wordt beïnvloed door interne noise, de
intensiteit van de stimulus en de capaciteit van zijn zintuigsysteem.
In andere gevallen gaat het niet om het waarnemen van een onopvallende stimulus, maar
bijvoorbeeld om het waarnemen van verschillen tussen stimuli. De mate waarin die verschillen
waar te nemen zijn, hangt af van de sterke van de stimuli. Hoe zwakker ze zijn, hoe makkelijker
het is om kleine verschillen tussen hen waar te nemen (denk aan verschil bepalen tussen twee
appels vs. twee 50kg gewichten). Dit effect wordt beschreven in de wet van Weber. Het kleinste
waarneembare verschil wordt de verschildrempel of een net-merkbaar verschil (just-noticable
difference, JND) genoemd. De grootte hiervan verschilt per zintuig. Ons zicht is bijvoorbeeld
gevoeliger dan onze smaak, waardoor we een verschil in licht sneller waarnemen dan een
verschil in de hoeveelheid zout. Ook verschilt het per leeftijd. Hoe ouder we worden, hoe minder
gevoelig we worden voor verschillen.
Perceptie
Sommige perceptuele taken kosten moeite en aandacht, zoals wanneer
een kind verschillende letters uit elkaar moet houden, maar veel
processen verlopen automatisch en onbewust. Om de werking hiervan
te laten zien, wordt gefocust op perceptuele mislukkingen, waarbij we
stimuli incorrect interpreteren, zoals dat bij bepaalde illusies
bijvoorbeeld het geval is (het lijkt alsof de ene binnencirkel groter is dan de andere).
Er zijn verschillende manieren waarop we stimuli automatisch organiseren en onderscheiden van
elkaar.
Figuur en achtergrond
Je brein maakt automatisch onderscheid tussen figuur en
achtergrond. Het figuur is belangrijk, heeft een betekenis en lijkt
altijd contouren of randen te hebben, waardoor het gescheiden
wordt van de achtergrond. Deze is minder relevant. Denk aan een
verkeersbord (figuur) met bomen, auto’s en asfalt eromheen
(achtergrond). Het is mogelijk om te wisselen in wat het figuur is en
wat de achtergrond (zie afbeelding hiernaast), maar het is moeilijk
om beide tegelijkertijd te zien. Dit laat zien dat je een actieve rol
speelt in het organiseren van stimuli. De vaardigheid om hier onderscheid in te maken
wordt figuur-achtergrond onderscheiding (discrimination) genoemd.
Groeperen
Stimuli met bepaalde eigenschappen worden automatisch bestempeld als ‘bij elkaar
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur naomikantebeen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.