Hoofdstuk 1 – Planten ................................................................................................................................... 2
1.1 Indeling van het plantenrijk ................................................................................................................. 2
1.2 De bouw van zaadplanten ................................................................................................................... 3
1.3 De voortplanting van bloemplanten.................................................................................................... 4
1.4 Seizoensverschijnselen ........................................................................................................................ 6
1.5 Schimmels en paddenstoelen.............................................................................................................. 6
Hoofdstuk 2 – Dieren ..................................................................................................................................... 7
2.1 Indeling van het dierenrijk ................................................................................................................... 7
2.2 Aanpassingen aan de primaire levensbehoeften ................................................................................ 8
2.3 Aanpassingen aan de winter ............................................................................................................... 9
2.4 Aanpassingen aan de omgeving .......................................................................................................... 9
2.5 Voortplanting ....................................................................................................................................... 9
Hoofdstuk 3 – Eigen lichaam en gezond gedrag .......................................................................................... 11
3.1 Waarneming ...................................................................................................................................... 11
3.2 Stevigheid en beweging ..................................................................................................................... 12
3.3 Spijsvertering en voeding .................................................................................................................. 12
3.4 Ademhaling en bloedsomloop .......................................................................................................... 14
3.5 Afweer en gezondheid ....................................................................................................................... 15
3.6 Voortplanting en seksualiteit ............................................................................................................. 16
Hoofdstuk 5 – Natuurkundige verschijnselen.............................................................................................. 18
5.1 Vaste stoffen, vloeistoffen en gassen ................................................................................................ 18
5.2 Magnetisme ....................................................................................................................................... 20
5.3 Elektriciteit......................................................................................................................................... 20
5.4 Geluid ................................................................................................................................................ 21
5.5 Licht en kleur ..................................................................................................................................... 21
5.6 Kracht................................................................................................................................................. 22
Hoofdstuk 6 – Technische inzichten ............................................................................................................ 24
6.1 Wat is techniek? ................................................................................................................................ 24
6.2 Constructies ....................................................................................................................................... 24
6.3 Energieomzettingen ........................................................................................................................... 25
6.4 Bewegings- en overbrengingsprincipes ............................................................................................. 26
1
,Hoofdstuk 1 – Planten
Kerndoel 40 Kerndoel 41
De leerlingen leren in de eigen omgeving veel De leerlingen leren over de bouw van planten,
voorkomende planten en dieren onderscheiden dieren en mensen en over de vorm en functie
en benoemen en leren hoe ze functioneren in van hun onderdelen.
hun leefomgeving.
1.1 Indeling van het plantenrijk
Als een plant bladeren heeft, zit het bladgroen in de bladeren. Bladgroen speelt een belangrijke rol bij
fotosynthese; het proces dat planten in staat stelt met behulp van zonlicht hun eigen voedsel te maken.
De diversiteit aan soorten in het plantenrijk zijn te verdelen in hoofd- en subgroepen.
Wieren (algen) Mossen
Ze hebben geen wortels, stengels en bladeren Het zijn landplanten, maar hebben wel een
(eenvoudig). Wieren leveren meer dan de helft vochtige leefomgeving nodig. Mossen hebben
van de zuurstof in de atmosfeer. Eencellige geen wortels, maar een soort haartjes waarmee
wieren worden algen genoemd. Meercellige ze zich aan de bodem vasthechten. Om het
wieren vormen lange draden of hebben zelfs benodigde water goed vast te houden en
bladachtige vormen (bijv. zeewier). Een verdamping tegen te gaan, groeien mosplanten
korstmos is een samenleving tussen een alg en in groepen bij elkaar. Er worden kussentjes
een schimmel, waardoor deze soort onder de gevormd. Voor de voortplanting produceren
wieren hoort. Deze samenlevingsvorm wordt mossen sporendragers of sporenkapsels.
symbiose genoemd. Dat ziet eruit als een soort doosje aan een
steeltje, in het doosje worden sporen gevormd.
Paardenstaarten Bij droog weer springt dat doosje open en
Ze zijn beter aangepast aan een droger worden de sporen als stof door de lucht
landleven. Ze hebben echte wortels en hun vervoerd.
bladeren en stengels hebben een wasachtige
laag om uitdroging tegen te gaan. Ook bevatten Varens
de stengels en bladeren vaatbundels waarmee Ze groeien uit een wortelstok en hebben grote
water en voedingsstoffen door de plant kunnen veernervige bladeren. De sporendragers van de
worden getransporteerd. Het houtachtig varen zitten aan de onderkant van de bladeren,
materiaal zorgt voor stevigheid. zo zijn ze beter beschut tegen de regen.
Zaadplanten
Ze zijn het best aangepast aan een droog landleven. Zij hebben een uitgebreid wortelstelsel en
vaatbundels. De stengels en bladeren hebben een wasachtige laag tegen uitdroging. Zaadplanten kunnen
ook het hoogst worden (loof- en naaldbomen). De planten planten zich voort door zaden. Een zaad is
groter dan een spore en bevat een embryonaalplantje met voedsel voor de kiemperiode. Tijdens deze
periode barst de zaadhuid open en ontwikkelt het plantje zich tot een kiemplantje met een wortel,
stengel en bladeren.
Bloemplanten (bedektzadigen) Coniferen (naaktzadigen)
Tot deze groep behoren loofbomen, struiken en Ze hebben geen bloemen en vruchten, maar
kruidachtige planten. Bloemplanten hebben hun zaden ontwikkelen zich op de houtige
bloemen die een centrale rol spelen bij de schubben van de kegels (bijv. dennenappels). De
voortplanting. Na bestuiving vindt de zaden ontwikkelen zich niet in een vrucht, maar
bevruchting plaats in het vruchtbeginsel. Dat liggen open en bloot op de schubben van kegels.
groeit uit tot een vrucht met een rijpe zaad.
Planten kunnen sneller groeien als de omstandigheden gunstig zijn. Voor een plant zijn deze
groeivoorwaarden: licht, koolstofdioxide, zuurstof, water, voedingszouten en warmte.
, 1.2 De bouw van zaadplanten
De bouw en functie van bladeren
Belangrijk is het aanmaken van voedsel voor de eigen plant door middel van
fotosynthese. Dit vindt plaats in de bladgroenkorrels. Als belangrijk bijproduct
van de fotosynthese ontstaat zuurstof. Een blad heeft een brede, platte vorm
waardoor er een groot oppervlak ontstaat waarmee licht opgevangen kan
worden. De benodigde koolstofdioxide kan niet zomaar door de opperhuid
van het blad heendringen. Daarvoor heeft het blad openingen in de ‘huid’,
ook wel huidmondjes genoemd. Deze zitten aan de onderkant van het blad.
De bouw en functie van wortels
Ze verankeren een plant stevig in de grond. Daarnaast nemen de wortels water en voedingszouten op uit
de bodem. De plant heeft water nodig voor het proces van fotosynthese en het verkrijgen van stevigheid.
De kleinste vertakkingen van de wortels nemen water en voedingsstoffen op. Soms heeft een plant
één hoofdwortel met zijwortels. Vlak achter de toppen van alle wortels en hun zijtakken zitten kleine
wortelharen, die zorgen voor de wateropname. Soms hebben wortels nog een derde functie, namelijk
een opslagplaats voor reservevoedsel.
De bouw en functie van stengels
De stengel draagt de bladeren die daardoor een gunstige plaats kunnen innemen ten opzichte van
het licht. Daarnaast geeft een stengel stevigheid aan een plant. Als de stengel groen is, vindt er ook
fotosynthese plaats in de stengel. De belangrijkste functie is het transport van water en voedingsstoffen.
De stengel beschikt over een uitgebreid vaatbundelstelsel. Een vaatbundel bestaat uit twee soorten
vaten: de bastvaten en de houtvaten. De bastvaten liggen het dichtst bij de buitenkant van de stengel en
vervoeren suikers vanuit de bladeren naar de rest van de plant. De houtvaten liggen meer naar het
midden van de stengel en vervoeren water en zouten vanuit de wortels omhoog. De celwanden van de
houtvaten zijn extra verstevigd met houtstof. Tussen de bastvaten en houtvaten zit een dun laagje cellen,
het cambium, dat voortdurend nieuwe cellen aanmaakt. Hierdoor kan een plant ook in de dikte groeien.
Opbouw van een plantencel
In de celkern zit DNA.
Bladgroenkorrels zijn nodig voor fotosynthese.
Cytoplasma bevat water en voedingsstoffen.
De vacuole is gevuld met water en opgeloste stoffen.
De celwand zorgt voor stevigheid en kan verhouten.
Het celmembraan regelt de transsport van en naar de cel.
Bomen
Ze hebben hetzelfde basisbouwplan van wortels, stengels en bladeren (zaadplanten). Ze beschikken over
een extra stevige en houtachtige stengel. Het cambium vormt naar buiten toe de basten (bast van de
stam). En naar binnen toe de houtvaten (het hout van de stam). De levende laag van bastvaten wordt elk
jaar vernieuwd, maar de laag met houtvaten blijft bestaan. Deze laag met houtvaten geeft de boom de
noodzakelijke stevigheid. Het wortelstelsel hoeft niet diep te zijn, maar kan ook zijwaarts groeien. Door
dit grote worteloppervlak is de boom verankerd en kunnen wortelharen voldoende water opnemen.
Bescherming
Om bestand te zijn tegen seizoensinvloeden hebben planten een specifieke bouw en levenscyclus.
Planten kennen mechanische, chemische of indirecte vormen van afweer.
Mechanische afweer stekels, doorns of brandharen op het blad.
Chemische afweer giftige planten.
Indirecte afweer zich aantrekkelijk maken voor vijanden van grootste belagers.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur leonievdw. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,73. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.