ONTWIKKELINGSPSYCHOPATHOLOGIE
Hoofdstuk 1: introductie, classificatie, diagnostiek en epidemiologie
1. Introductie
Psychopathologie:
• Patho (pathos): lijden
• Logie (logos) : het denken over
➔ Wetenschap of studie van het (geestelijk) of psychisch lijden
• Ontwikkelingspsychopathologie: studie van ontstaan en beloop van psychische stoornissen
• Centrale vraag: hoe is bepaald gedrag bij een kind ontstaan en gegroeid?
Ontwikkelingspsychopathalogie is geen momentopname, maar begrijpen van het proces
Wat is psychisch lijden?
Psychisch :
• dat vanuit het psychische veroorzaakt wordt (bv. De gedachte dat je toch niks kan en niks
waard bent)
en/of
• zich in het psychische uitdrukt
o Expressie en motoriek (Gilles de la Tourette)
o Bewustzijn (dissociatieve stoornissen)
o Zelfbeleving = wat je van jezelf vind (eetstoornissen)
o Waarnemen en perceptie (bv. Dingen zien die er helemaal niet zijn) (psychotische
stoornissen)
o Denken en geheugen (psychogene amnesie)
o Stemming, gevoel en affect (stemmingsstoornissen)
Van die oorspronkelijke omschrijving is weinig overeind gebleven. Geleidelijk aan is men gaan praten
over de studie van psychologisch afwijkend gedrag en daar beginnen de moeilijkheden.
Reflectievraag – de psychische stoornis
Welke termen worden/werden gehanteerd om personen met een psychische problematiek te
beschrijven?
Abnormaal, gestoord, krankzinnig, gek , zot, geestelijk ziek, afwijkend, onaangepast, niet
maatschappelijk geïntegreerd, werkonbekwaam,….
Discussie: Normaal-abnormaal
- Abnormaal= Uitzonderlijke gedragingen: afwijking van statistisch gemiddelde
- Abnormaal = afwijking van de norm
o Van de maatschappelijke norm maar deze kan veranderen (vb. homoseksualiteit, pas
in 1987 als normale seksuele variant in DSMIII-R)
o Van de religieuze norm
→ als hulpverlener kritisch zijn over wat de norm is
,→ voorbeeld: DSM en homoseksualiteit
• DSM I (1952): Homoseksualiteit als een seksuele afwijking met een sociopatische
persoonlijkheidsverstoring
• DSM II (1968): Homoseksualiteit als een seksuele afwijking zoals andere parafilieën
• DSM IIR (1973): Stoornis in de seksuele oriëntatie
• DSM III (1980): Ego-dystone homosexualiteit:
(1) een continu gebrek aan heterosexuele arousal, wat door de patient ervaren wordt als
interfererend met de initiatie of het behoud van de gewenste heteroseksuele relaties, en
(2) permanent lijden onder het dominante patroon van ongewenste homoseksuele arousal.
• DSM IIIR (1987): normale seksuele variant
- Abnormaal = de onmogelijkheid om zich te conformeren aan de maatschappij
→ dit criterium kan hard verschuiven naar gelang tijd en plaats. Disfunctioneren is
afhankelijk van het dominante functioneringsmodel van een maatschappij.
- Abnormaal = foute perceptie/interpretatie van de realiteit
Bv. Hallucinaties
Ook weer kritisch zijn want dromen is ook een beetje hallucineren maar dromen is niet
abnormaal
- Abnormaal = Het subjectief ervaren van ongemak, van lijden
o Bij zichzelf (bv. Telkens de drang hebben om alles te controleren en 5 keer voelen of
je deur wel echt gesloten is enzo dat is zeer vervelend voor jezelf)
Maar: lijden hoort bij het leven => Pathologiseren en medicalisering van lijden. We
moeten oppassen dat we gevoelens van een depressie niet te snel definiëren als
depressiviteit want soms is verdrietig zijn hoort gewoon bij het leven. Ook
medicalisering: de medische/farmaceutische wereld verkoopt ook te snel
antidepressiva enzo
o Bij de ander (bv. Je hebt een alcoholprobleem je vind dat zelf niet storend maar je
gezin en vrienden wel)
- Abnormaal = Ongepast/contraproductief gedrag
o Sociale fobie → geen contact maken met andere mensen
- Abnormaal vanuit een juridisch standpunt
o Pedofilie (niet alleen uit juridisch standpunt is dit fout ook vanuit
ontwikkelingspsychopathalogisch standpunt)
Probleem bij het benoemen van normaal en abnormaal gedrag
- Geen cut-off, geen exacte grens tussen de 2
Normaliteit-psychopathologie ➔ continuüm
- Het ervaren van onvrijheid, mensen die als abnormaal worden gezien hebben het gevoel ‘ik
zit gevangen in dit gedrag’. Iemand die gewoon even droevig en bedrukt is heeft het nog
besef dat het beter gaat worden bij mensen met een depressie lukt dat niet meer en daar
helpt het niet bij om leuke dingen te doen.
- Als ze bij kinderen gaan kijken of gedrag al dan niet normaal is gaan ze kijken of het gedrag
de ontwikkeling belemmerd, en of het een invloed heeft op het realiseren van
ontwikkelingsopgaven.
,Statements
1. Psychopathologie is iets anders dan psychiatrie. Bij psychopathologie wordt kennis
verzameld over algemene kenmerken van psychische stoornissen. Bij psychiatrie wordt
gekeken naar (de effecten) van hulpverlening aan mensen met psychische stoornissen.
Psychopathologie en psychiatrie
Psychiatrie
▪ - iatrein (genezen )
▪ Het handelen en omgaan met de mens met psychische problemen
▪ Toegepaste wetenschap
▪ Psychiatrie psychopathologie
als praktijk als theorie
▪ Vaak gebaseerd op het Medisch model
2 verschillen tussen psycholoog en psychiater:
2. Ontwikkelingspsychopathologie is geen nieuwe wetenschap, maar een benadering waarin
inzichten uit verschillende wetenschappelijke disciplines en wetenschappelijke theorieën
worden geïntegreerd.
Oefening: Welke voorkennis is nodig om de thema’s binnen ontwikkelingspsychopathologie
te kunnen begrijpen en dus antwoord te kunnen geven op voorgaande vragen?
• Wat is er aan de hand?
• Hoe is dit zo gekomen?
• Wat kunnen we eraan doen?
• Hoe zal het met hem of haar verder gaan?
? Welke opleidingsonderdelen kan je hier aan linken? Psychologie, ontwikkelingspsychologie,
biologie,…
3. Het actuele gedrag van een kind is altijd het gevolg van vroegere ervaringen en van de eisen
die de huidige situatie aan hem stelt.
Ontwikkelingsbenadering
o De veronderstelling dat gedrags(mogelijkheden) veranderen, worden complexer
o Verandering in één van de psychische functies, heeft invloed op de andere functies
en verandert zo de hele persoon
=> Dit proces wordt beïnvloed door vroegere ervaringen en door kenmerken en eisen van de
huidige situatie.
• Geen deterministische visie, maar een wisselwerking tussen ervaringen in het verleden en
huidige ervaringen. Niet alles is dus gebaseerd op vroegere ervaringen
• Ervaringen in het verleden=> huidige manier van waarnemen, interpreteren, handelen
• Huidige ervaring => anders ervaren, correctie op vorige ervaringen
Minder focus op de stoornis als kenmerk van een persoon, maar eerder op een ontwikkeling
die is vastgelopen of scheefgegroeid.
, 4. Als beoordeeld moet worden of gedrag van een kind adequaat is, moet daarbij de
(ontwikkelings)leeftijd van het kind betrokken worden. Gedrag dat op jonge leeftijd adequaat
is, kan op latere leeftijd op een stoornis wijzen.
→“Ik kan de deur niet uit zonder dat mijn dochter met mij meegaat. Familiebezoek, even
naar de winkel, op een terrasje zitten, overal wil ze mee naar toe. Als ik tegen haar zeg dat ik
alleen met mijn man op vakantie wil, haalt ze van alles uit de kast om ons niet zonder haar te
laten gaan. Ze doet alles om niet alleen gelaten te worden. Ze zegt ook letterlijk dat ze bang
is dat ik haar niet meer wil en misschien niet meer terug kom. “
→dit gedrag is problematisch als het over een meisje van 16 gaat maar niet als het een
kleutertje is dat voor het eerst naar school moet.
5. Je weet pas wat een afwijkende ontwikkeling is als je weet wat de normale, gemiddelde
ontwikkeling is, en als je rekening houdt met achterliggende culturele opvattingen.
→ wanneer is bedplassen een probleem?, hoe uit zich een veilige hechting?, Welke angsten
komen vaak voor bij kleuters en peuters?, wat is de kritische periode voor taalverwerving?,…
6. Elk kind is uniek. Dat geldt ook voor elk kind met een psychische stoornis.
→Ontwikkeling van het kind wordt beïnvloed door:
o Factoren uit de omgeving van het kind
• Gezin, leeftijdsgenoten, school, media, culturele en maatschappelijke
normen (zie ook bio-ecologische systeemtheorie ven Bronfenbrenner)
o Factoren eigen aan het kind
• Leeftijd, sekse, intelligentie, zelfbeeld, copingsvaardigheden, fysieke
mogelijkheden of beperkingen
o Factoren in het verleden en huidige toestand
Unieke combinatie van factoren, unieke ervaringen => unieke
verschijningsvorm van een psychische stoornis
Niet alle kinderen met ADHD is hetzelfde en moet hetzelfde behandeld worden
Jan is autist is iets helemaal anders dan zeggen Jan heeft autisme je zegt ook niet Jan
is griep maar Jan heeft griep. Want zo lijkt het alsof Jan enkel autisme heeft en geen
persoon op zich meer is maar dat is natuurlijk niet het geval.
7. Gedrag vindt nooit in een vacuüm plaats, maar altijd in een sociale, culturele en
maatschappelijke omgeving die gedrag beïnvloedt – en andersom.
o Vb. het leven in een cultuur waar het individualisme heel erg belangrijk is =>
autonomie en assertiviteit bij kinderen heel belangrijk
o Vb. het leven in een cultuur waar de groep belangrijk is=> fatsoen, discipline en
respect voor ouderen prioritair